Dagboek Alfons Nelissen
Stichter Steenbakkerij Nelissen

Van droom naar daad

We schrijven den datum veertiende september in het jaar negentienhonderdtwintig:

Ik help mijn vader al jaren in zijn dorpssmidse. Uren sta ik aan de blaasbalg. De walmen van het hete kolenvuur verheffen ademhalen tot een opdracht. En de zware hamerslagen op het aambeeld blijven tot ’s avonds laat nazinderen. Het is hard labeur: elke dag ga ik zo zwart als roet, met blaren op mijn handen en pijn in mijn armen naar huis. Maar pa was duidelijk: ik moest en zou in zijn voetsporen treden en smid worden. En vaders wil is wet. Ik gehoorzaam blindelings, het is thuis van te werken! Mijn moeder heeft een winkel van specerijen, koffie van Maastricht, garen, wollen mutsen, lijnkoeken, tabak, sigaren, klompen en … fietsen. Ook in de winkel is het zwoegen.

Dromen van een steenbakkerij

Mijn schoonbroer is douanier in Kessenich. Hij is getrouwd met de zus van mijn vrouw, dus komt hij geregeld bij ons over de vloer. En dan vertelt hij telkens opnieuw over de camions met bakstenen die hij dagelijks vanuit het douanekantoor de grens ziet oversteken. Daarbij vraagt hij – iedere keer opnieuw – waarom wij niet samen een brikkenbakkerij beginnen. Dat doet de droom van een eigen steenbakkerij groeien. Na lang wikken en wegen, heb ik ja gezegd. Ik ga met hem in zee: hij zorgt voor de verkoop en administratie, ik voor de veldoven en de levering van onze brikken.

Nelissen 100 jaar

Toestemming van de gouverneur

We schrijven den achtste oktober in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Ik ben al vroeg wakker. Iets zegt me dat dit een mooie dag wordt. Mijn maag gromt meer dan andere ochtenden. Ik heb grote honger. Zowel naar een stevig ontbijt als naar een nieuw avontuur, als alternatief voor het harde labeur in de smidse. Mijn vrouw is spek en eieren aan het bakken op het moment dat de bel gaat. “Wie belt er nu zo vroeg? En waarom zo vaak na elkaar?” Als ik de deur open, zie ik de postbode staan. Hij overhandigt me een aangetekende brief. Ik teken af en wens de immer vriendelijke man een fijne dag.

De bevrijdende brief

Met mijn ogen naar de hemel, prevel ik: “God, laat het goed nieuws zijn!” Met een klein hartje doe ik de envelop open. Het blijkt een brief van de provincie. Daarin laat zijne excellentie de gouverneur weten dat ik van de bestendige deputatie in Limburg een vergunning krijg voor een briqueterie. “Ongelooflijk. On-ge-loof-lijk!” Ik herlees de brief verschillende keren om zeker te zijn. Maar inderdaad, ik kan eindelijk met mijn schoonbroer onze steenbakkerij oprichten. Eindelijk brikken bakken in plaats van elke dag naar de smidse te trekken …

Nelissen 100 jaar
Nelissen 100 jaar

In een veldoven eigen klei bakken

In de keuken vertel ik mijn vrouw het heuglijke nieuws. Ook zij kan het amper geloven. Ze heeft ons idee van bij het begin gesteund. Meer nog, via een erfenis is de leemrijke grond aan de Kiezelweg haar eigendom. De metersdikke Löss-laag is ideaal om tientallen jaren sterke en vorstbestendige brikken te bakken. Daarvoor mag ik nu dus een veldoven – ‘veldbrand’, zoals ze hier zeggen – op de Helle bouwen, het plateau van Kesselt in mijn geliefde dorp. Als diepgelovig man dank ik de heer door een kaars te laten branden in de kerk naast ons huis. Daarna steek ik uit pure tevredenheid een dikke sigaar op en ik schenk mezelf een borrel in. “Ah, dat witteke smaakt!”

Onder positief gesternte

We schrijven den datum elfde november in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Gelukkig is de Groote Oorlog voorbij, want dat waren bangelijke en onzekere jaren. Veel woningen en boerderijen liggen nog altijd in puin. Het land opnieuw opbouwen, is een zaak van algemeen belang voor de regering. In de Gazet van Limburg bots ik op een ‘annonce’ waarin de regering ondernemers met goesting en durf oproept om … steenbakkerijen te starten. Want de vraag naar bakstenen en pannen is gigantisch. Daarom verbiedt het gouvernement de export en bestelt het zes miljard brikken bij verschillende steenbakkerijen. Ik heb meteen gereageerd, want ik kan me geen betere start wensen: de staat betaalt goed en ze levert de kolen om de veldovens te stoken.

Van hout naar baksteen

Houten en lemen huizen verdwijnen uit het straatbeeld. Mensen willen een woning in baksteen. Met de vergunning voor de komende drie jaar kunnen we aan de slag. Maar ik voel dat de vraag nog sterk gaat stijgen. Want de economie is na de oorlog explosief beginnen groeien. Misschien moet ik maar meteen een brief naar de deputatie schrijven om de vergunning van drie jaar onmiddellijk te verlengen. Want de toekomst is aan de durvers!

Innoveren en kwaliteit leveren

We schrijven den datum den elfde februari van het jaar negentienhonderdtweeëntwintig:

Vandaag is het zover. Ik heb véél goesting om eraan te beginnen. Door samen te werken met vakmannen, leer ik de stiel door en door kennen. Zo wil ik tot nieuwe ideeën voor de steenproductie, -samenstelling en -vorm komen. In het begin stoken we met steenkool uit de Kempense mijnen, die de staat ons levert. Maar daarna wil ik op gas overschakelen. Onze eerste vrachtwagen is besteld. Die kan vijf ton stenen vervoeren: dat zijn vijftienhonderd brikken per vracht – ongeveer de helft van wat je nodig hebt voor een huis.

Nelissen 100 jaar

Via de weg, het spoor en het water

Dat onze steenbakkerij aan de Kiezelweg ligt, is een belangrijke troef. Want via die staatsbaan kan je rechtstreeks naar Maaseik, Maastricht, Riemst en Tongeren. Tegelijk is er ook een tramlijn. Daarom heb ik een vergunning aangevraagd voor een rangeerstation. Zo kunnen we de brikken per tram naar de klanten brengen. Ik hoor vertellen dat ze binnenkort een kanaal gaan graven. Dan kunnen we ook langs het water transporteren, en hoeven we niet alles via de vrachtwagen te vervoeren.

Eigen koers uitzetten

We schrijven den datum drieëntwintigste april van het jaar negentienhonderddrieëntwintig:

Het is intussen 16 jaar geleden dat mijn vader stierf. Van de ene op de andere dag was ik mijn voorbeeld kwijt. Ik keek echt naar hem op. En dat doe ik nog altijd. Hij gaf me een gouden levensles: “Fons, wie hard werkt, maakt het in het leven”. Daarom durf ik zelf werk aanpakken. Tegelijk ben ik minstens zo ambitieus als hij. Dus zoek ik naar een leemsteker, een stoker, een handlanger, een sorteerder en een vrachtvoerder om zo snel mogelijk vooruit te kunnen. Dat het mosterdzaadje maar snel uitgroeit tot een levensvatbare boom. Want alleen zo kan ik mijn gezin met zeven kinderen een toekomst geven.

Nelissen 100 jaar

Voor het dorp

Naast mijn gezin wil ik ook mijn dorp vooruithelpen. Nadat ik als eerste in het dorp een fiets had, heb ik in ons familiecafé een fietsclub opgericht: de Rode Mutsen. ’s Zondags doen we uitstappen naar de omliggende dorpen. In ons kenmerkende kostuum – met opvallende rode muts – hebben we veel bekijks. Onze tochten sluiten we af met een borrel of een pint in café Nelissen. Daar groeide ook mijn idee om de harmonie Sint-Michiel te stichten. Niet dat ik zelf een instrument kan spelen, maar als werkend lid steek ik de harmonie af en toe wel wat centen toe. Onze Mathieu speelt er piston en hij is apetrots als ik hem met onze auto – de eerste in het dorp – naar de repetitie breng.

Streng met een glimlach (op café)

Samen met mijn vrouw Anna-Maria en mijn zeven kinderen woon ik in de schaduw van de Sint-Michielskerk. Daar gaan we elk zondag naar de hoogmis. Na de mis gaan mijn vrouw en kinderen naar huis, terwijl ik de gasten in café Nelissen aan het lachen breng. Thuis hou ik een duidelijke lijn aan: streng maar rechtvaardig. Ik denk voortdurend na over hoe het nog beter kan in de steenbakkerij, daarom rest er weinig tijd voor andere dingen. Het is sterker dan mezelf: ik verleg graag mijn grenzen en probeer allerlei dingen uit. Als ondernemer moet je vooruitkijken en durven investeren.

Nelissen 100 jaar

Handgevormde gevelsteen

In de Maastrichtse steenfabrieken probeer ik zoveel mogelijk te stelen met mijn ogen. Ook daarvoor is de zondag ideaal. Want dan ligt het werk stil, waardoor alleen de ovenstoker present is in de bakkerijen. Samen met de kinderen rijd ik met de auto langs verschillende ovens voor leerrijke gesprekjes. Een van de stokers verwees me naar Gerhard uit Thorn. Hij is een meester in handgevormde bakstenen – de allernieuwste brik die hij in Duitsland leerde maken. Samen met zijn zonen trekt hij rond om veldovens op te richten en handgevormde stenen te maken. Ik ben bijzonder blij dat ik hem en zijn gezin kon overtuigen om dat ook bij ons in Kesselt te komen doen. Want de handvorm is het begin van een duurzame methode om brikken te maken.

Nelissen 100 jaar

Klaar voor de toekomst

Samen aan de slag gaan om onze technieken te verbeteren en nieuwe stenen te produceren, geeft me energie om door te gaan. Mijn volgende uitdaging? Andere stenen maken, met meer kleuren. En die wil ik graag in heel het land verkopen. Als dat gelukt is, gaan we ook naar het buitenland, misschien zelfs tot ver buiten Europa. Want mijn ultieme doel ligt buiten de landsgrenzen: ik droom er stiekem van om ooit de wereld te veroveren met onze handgevormde gevelstenen. Wie weet …

 

 

Alfons Nelissen

Oprichter Nelissen steenfabrieken