Wist je dat...
Wist je dat …
… al meer dan 50 procent van de jaarlijkse productie van bakstenen bij Nelissen Steenfabrieken wordt uitgevoerd? De rest wordt aan klanten in héél België geleverd. Momenteel worden stenen aan een kleine 50 landen geleverd. De stenen van Nelissen zijn niet enkel gegeerd in Groot-Brittannië en Duitsland maar ook verkopen ze als zoete broodjes in Rusland en landen uit het Midden-Oosten. En zelfs in het Verre-Oosten zijn ze tuk op brikken uit Kesselt. Wat de doorslag geeft bij de uitvoer is naast de kwaliteit van de bakstenen ook de grote mix en variëteit van kleuren. Maar er komt nog meer bij kijken om bakstenen aan de man te brengen in een vreemd land.
Wist je dat …
… na de aanslag in maart 1946, waarbij de IJzertoren volledig neerging, de heropbouw startte in 1952? De werken zouden 13 jaar duren.
… de toren 462 trappen telt, 3.000 m³ gewapend beton en 350.000 Nelissen gevelstenen?
… er geen veiligheidsnormen of alleszins niet werden toegepast? Op 80 meter hoogte waren er zelfs geen veiligheidskoorden. Ongevallen zijn er echter – wonder boven wonder – niet gebeurd.
… iedereen er 0,50 euro per uur verdiende?
Wist je dat …
… men bij Nelissen Steenfabrieken ook héél speciale bakstenen durft te maken? De zogenaamde Bat Brick, een steen voor vleermuizen, is daar een goed voorbeeld van. Zo kreeg Arnold van Huet – de Nederlandse zakenman is de stichter- zaakvoerder van Crest die stenen van Nelissen invoert naar Engeland – op een dag een bijzonder telefoontje. De man aan de andere kant van de lijn maakte zich bekend als Mister Batman. Hij vroeg of hij geen stenen voor vleermuizen kon leveren. Arnold dacht dat het om een grap ging, en hij legde de telefoon vriendelijk op de haak. Maar enkele weken later belde de man opnieuw. Hij vroeg om eens op het kantoor van Arnold in Engeland langs te komen. Wat gebeurde!
Wist je dat …
… Burt Nelissen, Carlos Jorissen en Joeri Gevers, de drie neven die vandaag Nelissen Steenfabrieken leiden, een magische baksteen in hun gamma hebben: de Dubio? Een baksteen die doet twijfelen. Door het aanbrengen van één of twee schaduwvoegen lijkt het alsof je twee of drie stenen boven elkaar ziet. Maar in werkelijkheid gaat het om één steen.
De Dubio is een mooi voorbeeld van een trompe-l’oeil. Een optische illusie. Je wordt als het ware beetgenomen waar je bijstaat. De mysterieuze steen is een wereldprimeur die bedacht en ontworpen werd door Roel Vandebeek. Hij is een gerenommeerd product designer uit Maasmechelen. Hij waagde het om aan de baksteen – onze nationale trots waaraan je best niet raakt – veranderingen aan te brengen. Hij trok met zijn ontwerp naar het trio dat Nelissen Steenfabrieken vandaag bestuurt, en ze gaven groen licht om de Dubio op de markt te brengen.
Opnieuw een bewijs dat het familiebedrijf open staat voor innovatie. Samen met co-creatie en duurzaamheid zijn het de drie fundamentele waarden die het familiebedrijf nu al 100 jaar lang in de praktijk brengt. Roel Vandebeek haalde inspiratie voor de Dubio bij zijn echtgenote en zwager. Het zijn architecten. De Dubio geeft volgens zijn bedenker aan architecten een extra tool waar ze mee kunnen spelen. Hij heeft een eigen identiteit en geeft aan de baksteen een sexy karakter. De Dubio is ook een prijzenpakker. Hij grossiert in awards, niet enkel bij ons maar ook bij onze oosterburen.
Wist je dat …
.. een goedgelovige sjeik uit het Midden-Oosten zogezegd klei had gevonden waaruit bakstenen konden gemaakt worden? Hetgeen opmerkelijk zou zijn geweest gezien ginder geen klei te vinden is. Zand was en is er wel in overvloed. De sjeik was overtuigd van zijn gelijk. Hij kreeg op een bepaald moment Albert Hermans op bezoek. Deze laatste kwam uit Zutendaal en trok geregeld voor zaken naar de Arabische landen in het Midden-Oosten waar hij de sjeik, waarvan sprake, leerde kennen. Albert Hermans verkocht soep aan het personeel van Ford Genk. Het legde de man geen windeieren. In het centrum van Zutendaal zette hij zijn eerste woonblok neer. Het was het begin van een succesvolle carrière als vastgoedmakelaar. Hij baatte in zijn gemeente ook een zandgroeve uit die na het stopzetten van de zandwinning dienst doet als surfplas.
Wist je dat …
… van de steenbakkerij, die in 1921 op het Plateau van Kesselt werd opgericht door Alfons Nelissen, vandaag nog twee materiële getuigen bewaard zijn gebleven? Het gaat om de schoorsteen en een stuk muur met daarop in koeien van letters Parementsteenen, in de schrijfwijze van toen. Het is de nadrukkelijke wens van de familie Nelissen dat ze op het fabrieksterrein blijven staan en dat ze blijvend herinneren aan de pioniersjaren van Nelissen Steenfabrieken. Alfons Nelissen liet een uitspraak: bij een fabriek hoort een schoorsteen! Gaston Nelissen heeft dat altijd onthouden, en hij stond erop dat de schoorsteen niet met de grond gelijk zou en mocht gemaakt worden. Dat is ook niet gebeurd.
De schoorsteen hoorde bij de ringoven die de veldoven verving. Hij was 37 meter hoog maar daar werd later goed 5 meter van afgebroken. Vandaag is de schoorsteen een baken dat je van ver buiten Kesselt kan zien.
Een ander fysiek overblijfsel van de oorspronkelijke steenbakkerij is een deel van een muur die destijds diende als toegangspoort tot de steenfabriek in Kesselt. Op de muur staat geschreven wat Alfons Nelissen en zijn nazaten tot op vandaag nog altijd met succes doen: Parementstenen maken, of briques de Parement! Het zijn geen natuurstenen maar bakstenen die met de hand werden gevormd. Vandaag gebeurt dat bijna volledig automatisch. Parementsteen is de algemene benaming van gevelstenen. Ze dienen om de gevel van een woning, een woonblok of om het even welk ander gebouw dat met bakstenen wordt gerealiseerd, op een elegante en op een onderscheiden manier te bekleden.
Wist je dat …
.. Alfons Nelissen, de oprichter van Nelissen Steenfabrieken, een geheim mee in zijn graf nam? Hij had in het ouderlijk huis van zijn echtgenote, waar hij met zijn kroostrijk gezin leefde, een metalen kistje met vreemde munten verstopt. Hierin zaten naar schatting enkele honderden gouden munten, voornamelijk Franse en Engelse. Per stuk waren ze 300 euro waard. De goudschat vertegenwoordigde naar eigen zeggen van zijn kleinzoon Gaston 100.000 euro. Een vette spaarpot! Alfons was een spaarzaam man. Bovendien was het toen niet ongewoon dat mensen een appeltje voor de dorst wilden hebben. Ze stelden hun oude dag veilig met het kopen van gouden munten. Alleen, Alfons had zijn goudschat goed verstopt in zijn riante woning. Hij had het geldkoffertje kennelijk té goed weggestoken, zo bleek.
Wist hij niet meer op welke plek hij dat had gedaan? Of was hij het vergeten aan zijn vrouw en zeven kinderen te vertellen? Niemand van de familie wist dat hij een goudschat verborg. Tot de woning na zijn dood en het uitzwermen van zijn kinderen tegen de grond ging. Bouwbedrijf Keulen uit Lanaken vond bij de afbraak het kistje met de gouden munten in de kelder onder de woning!