Projecten

“Nelissen als huisleverancier van de gevelstenen van de IJzertoren”

In het lijstje van iconische gebouwen met Nelissen-stenen, staat de IJzertoren bovenaan. Na de Eerste Wereldoorlog was iedereen oorlogsmoe. Om de gedachte ‘Nooit meer oorlog’ te symboliseren, verrees in 1930 de IJzertoren. Maar kort na WOII verwoestten twee aanslagen het vredessymbool en gedenkmonument voor de gesneuvelden in Diksmuide. Tussen 1952 en 1964 bouwden arbeiders een nieuwe toren van 84 meter hoog. Daarvoor leverde het toenmalige dochterbedrijf van Nelissen uit Tienen alle gevelstenen. En 30 jaar later mocht de fabriek in Kesselt de stenen leveren voor de restauratie. Aan de basis daarvan lag de doortastendheid van Pol Grutman (76) uit Alken, die 35 jaar lang als vertegenwoordiger de familiale aanpak van Nelissen belichaamde.

“Welke tactiek ik als vertegenwoordiger gebruikte? Ah, mijn breed netwerk aanspreken en de klanten in de watten leggen. Dat is het enige geheim”, vertrouwt Pol Grutman ons toe. “Ik nam geregeld contact en hield mijn oren en ogen altijd open. Zo ging het ook bij de IJzertoren. Via een gezamenlijke kennis kwam ik bij Rudy Vereecke terecht, de architect die de renovatie leidde. Ik trakteerde hem bij de Limburgse mosselkoning in Tongeren. En daarna keuvelden we met een whisky aan de bar bij mij thuis. Zo ging de bal aan het rollen.”

“ Mosselen en whisky leidden tot renovatie van ijzertoren ”

Samenwerking beklonken in huisrestaurant

“Net zoals Pol hield ik ervan om aan tafel samenwerkingen te bezegelen”, vertelt Gaston Nelissen, eminent lid van de derde generatie. “Daarom nodigde ik klanten graag uit in Chateau Neercanne, op de grens tussen Riemst en Maastricht. Dat groeide zowat uit tot ons huisrestaurant.” Rudy Vereecke herinnert het zich nog levendig: “Ik bewaar leuke herinneringen aan dat etentje, terwijl het intussen toch al 25 jaar geleden is. Het maakt de familiaire klantenaanpak van Nelissen tastbaar.”

Nelissen 100 jaar

Vrachtwagencolonne naar Diksmuide

“Het originele lastenboek voor de tweede IJzertoren van 1952 leerde ons dat Nelissen 350.000 bakstenen leverde”, vervolgt de West-Vlaamse architect. “Zelf werkte ik toen nog niet in het bedrijf,” zegt Gaston Nelissen. “Maar ik had de indrukwekkende verhalen gehoord en de foto’s gezien van de lange vrachtwagencolonne, tsjokvol bakstenen voor de IJzertoren.”

Een baksteen op maat van de originele

“Voor de restauratie was het evident om opnieuw voor de Kesseltse steenfabriek te kiezen. Kwestie van zo dicht mogelijk bij het origineel te komen,” verduidelijkt Rudy Vereecke. “Maar die specifieke steen was niet meer in productie. Daarom vroegen we om speciaal voor de IJzertoren een nieuwe steen te maken — gebaseerd op de maassteen: een handgevormde, roodbruine en goed doorbakken steen. Eentje die bovendien bestand is tegen vorst, weer en wind. We werden in Kesselt met open armen ontvangen. En Gaston was meteen bereid de lookalike steen te produceren, ook al was het order relatief klein.”

Nelissen 100 jaar
Nelissen 100 jaar

Nieuwe restauratie met Nelissen-stenen

“Intussen zijn we nog eens 30 jaar verder,” mijmert Rudy Vereecke. “Het is tijd voor een tweede renovatie. En ook daarvoor doen we opnieuw een beroep op Nelissen.” Hij is aangesteld om als architect de restauratie te coördineren: “Zie Nelissen gerust als de huisleverancier van de gevelstenen van de IJzertoren.” En laat dat gezegd zijn door Rudi Vereecke, de huisarchitect van het IJzerbedevaartcomité — eigenaar en beheerder van het geklasseerde monument aan de IJzer.

details

LOCATIE
DIKSMUIDE

 

STIJL
RESTAURATIE



Innovatieve Iso-Façade geeft vzw Stijn een duurzaam gezicht

Duurzaam bouwen staat of valt met optimaal isoleren. Daarom ontwikkelde Nelissen Steenfabrieken een nieuwe manier van gevelisolatie: Iso-Façade. Daarbij verlijm je prefab-isolatieplaten tegen de binnenmuren. De buitenkant werk je vervolgens af met steenstrippen. Hubert Bijnens (architect bij ARO-group), Greet Goossens (bouwcoördinator bij bouwheer vzw Stijn) en Thomas Van Mierlo (technisch directeur bij aannemer Driesen) zijn enkele van de enthousiaste pioniers. Met de nieuwe techniek bouwden ze aangepaste studio’s in Zutendaal en Pelt voor personen met autisme of een ernstige meervoudige en matige tot diep verstandelijke beperking.

Thomas Van Mierlo is één van de eerste Belgische aannemers die met het duurzame Iso-Façadesysteem werkte: “De techniek is helemaal anders dan de klassieke isolatiemethode. Daardoor kampten onze metselaars aanvankelijk met vragen over de praktische haalbaarheid en hadden ze hun twijfels over de waterdichtheid. Nelissen counterde dat gevoel met opleidingen op de werf. Met succes.”

Nelissen 100 jaar

Sneller en beter isoleren

“Omdat je de isolatieplaten tegen de binnenmuren plakt, verloopt het bouwproces een stuk sneller”, zo stipt Thomas Van Mierlo aan. “Tegelijk kan je binnen de normale muurdikte meer isoleren, omdat de dunne steenstrippen zo weinig plaats innemen. Die steenstrippen plaatsen metselaars met een lijmkam op de gevel. Het lijkt wel tegelzetten. Ze hoeven dus niet meer te sjouwen met kuipen mortel en stapels bakstenen. De strippen zijn lichter, nemen minder plaats in op een werf en … je hebt minder afval. Ook dat helpt om duurzamer te werken.”

Eenvoudig, veelzijdig en efficiënt

Voor architect Hubert Bijnens is bouwen met Iso-Façade geen ‘rocket science’: “Integendeel, het is een gebruiksvriendelijke techniek. En bovendien kan je veel nauwkeuriger werken. De platen vormen een naadloze isolatieschil rond het huis. Zo voorkom je eender welke koudebrug. Tegelijk kan je voor de afwerking creatief uit de hoek komen. Want de strippen laten toe om horizontale, verticale en andere metselverbanden te combineren. Het is alleen een beetje opletten dat de metselaars ze proper en zonder lijmresten plaatsen.”

Nelissen 100 jaar

“ De keuze van de juiste steenkleur kan de prikkels voor mensen met een beperking verminderen ”

De juiste kleur brengt rust

“Voor mensen met autisme of een mentale beperking is de kleur van de steenstrippen dubbel zo belangrijk”, merkt Greet Goossens op. “In Zutendaal kozen we voor een vlakke rode steen die warmte en huiselijkheid uitstraalt. Voor Sint Oda in Pelt waren genuanceerde kleuren beter op hun plaats om de gebouwen zo een eenheid te laten vormen met de bosrijke omgeving.” 

 

“Voor mensen met autisme of een mentale beperking is het belangrijk om een rustige omgeving te creëren”, gaat Hubert Bijnens verder. “Daarom staan de zes Sint Odagebouwen op een natuurlijke as door de duinen en heide. Daarvoor liet ik me inspireren door een oude luchtfoto met een brandweg door het bos. De studio’s in de oude kapelanij heb ik bewust naar het Vonderpark-stiltegebied gericht. Zo ontstaat de juiste zorgomgeving, gebouwd met duurzame technieken.”

details

LOCATIE
PELT

 

GEBRUIKTE STEEN
AUTRIQUE

Zwarte bakstenen doen mijnverleden herleven op LABIOMISTA

Kunst, wetenschap en natuur vloeien harmonieus samen op de oude mijnsite van Zwartberg. Na de sluiting van de mijn – en later de zoo – gaf de wereldberoemde kunstenaar Koen Vanmechelen deze site een nieuw leven. Voor het ontwerp van zijn nieuwe studio koos Vanmechelen voor de gerenommeerde Zwitsers-Italiaanse architect Mario Botta. Die liet zich assisteren door Rob Gijsenberg, van Buro B uit Genk. Het trio dacht twee opvallende gebouwen uit: The Ark (onthaalbalie) en The Battery (atelier met twee glazen arendskooien). Daarvoor ontwikkelde Nelissen een unieke, zwarte baksteen met een historische en symbolische waarde.

“Het klikte wonderbaarlijk met Botta”, beklemtoont Koen Vanmechelen. “We verstonden elkaar meteen”, bevestigt de toparchitect. “Koen is een man van mijn generatie. Ik bewonder zijn artistieke interpretatie van actuele uitdagingen zoals de opwarming van de aarde, de biodiversiteit en het voortbestaan van de mens.”

Nelissen 100 jaar

Juiste sleutel tot succes

Met een grote sleutelbos gingen de drie naar de vroegere directeurswoning voor een eerste bezoek, herinnert Vanmechelen zich: “Ik vond niet meteen de juiste sleutel. Mario vroeg of hij eens mocht proberen en beloofde een ontwerp als het hem meteen zou lukken. Bij zijn eerste sleutel ging de deur ook effectief open. Een magisch moment waarop hij meteen ‘Ce project est pour moi!’ uitriep.”

Co-creatie op zijn best

Een tijdje later ging Vanmechelen samen met Rob Gijsenberg naar Botta’s atelier. Rob herinnert zich dat moment nog levendig: “Het was een clash van twee geesten, van een architect en een kunstenaar. Dat leidde tot een constante dialoog over de confrontatie tussen natuur en cultuur. Dat creatieve proces deed dadelijk een eerste reeks schetsen ontspruiten.”

Nelissen 100 jaar

“ Italiaanse flair en een Zwitserse precisie komen samen in LABIOMISTA ”

Het zwarte goud

Voor Vanmechelen en Botta was het meteen duidelijk dat ze een nieuwe, zwarte steen nodig hadden voor The Ark en The Battery. “Zwart refereert aan de kleur van de grond in Genk, c’est un morceau du sous-sol”, verklaart Botta de keuze. Daarop bouwt Vanmechelen verder: “De esthetische steen maakt het mijnverleden terug zichtbaar. Tegelijk geeft hij het onthaalgebouw en de studio een grootse uitstraling en historische grandeur.” Om dat effect te realiseren, ontwikkelde Nelissen een unieke steen voor het project. Die is geïnspireerd op de steen die Rob Gijsenberg voor zijn eigen woning koos: een zwarte baksteen met een blauwe schijn, die voorkomt dat de gevel er monotoon uitziet.

Nelissen 100 jaar

Levendige architectuur

Voor het Botta-gebouw en een kantoorcomplex in Genk werkten Gijsenberg en Botta al eerder samen: “Mario Botta is een inspiratiebron, omdat hij Italiaanse flair combineert met Zwitserse precisie. De samenhang van kunst en architectuur zorgt ervoor dat The Battery meer is dan een black box. Het is een moderne tempel met ruimte voor kunst. Het geheel ademt eenvoud en symmetrie. Maar de details – zoals de nissen voor Koens kunstwerken – overstijgen het seriewerk en zorgen voor aantrekking. Zo is LABIOMISTA een subtiel samengaan van al onze ideeën.”

Vliegtrip naar Mumbai blijkt reis in de teletijdmachine

Nelissen Steenfabrieken stimuleert medewerkers om hun kijk op de wereld te verruimen. Om uit hun comfortzone te treden. En dat is precies wat het tv-format van ‘Beroepen Zonder Grenzen’ nastreeft. In dit succesprogramma op Eén zochten onder andere apothekers, slagers, houthakkers en steenbakkers hun collega’s in verre landen op. Door actief mee te draaien, maakten ze kennis met de leefwijze en werkomstandigheden van hun vakgenoten. Voor Nelissen-collega’s Andy Goyens (48, Facilitator), Addy Blankestijn (50, Production Manager), Wendy Haemels (41, Finance Officer) en Jos Muyters (65, Facilitator op pensioen) werd het avontuur een heftige confrontatie met de gewoonten in een Indiase steenbakkerij.

Pas in de luchthaven van Zaventem hoorden de vier collega’s waar ze naartoe vlogen. “Eens in Mumbai, stap je een compleet andere wereld binnen”, vertelt Jos Muyters. “Het leek wel alsof Jezus er nooit geweest was.” Voor Andy Goyens leek het alsof ze gedropt waren op een plek waar de tijd bleef stilstaan: “Het voelde alsof ik me midden in een orkaan staande moest zien te houden.”

Alles met de hand

Wendy Haemels merkte meteen een wereld van verschil in de productieaanpak: “Bij ons rollen er elk uur 45.000 bakstenen verdeeld over twee productielijnen volautomatisch van een hightech band. Ginder moest elk gezin – inclusief de kinderen – er handmatig 800 per dag klaarkrijgen.” Haar collega Jos vult aan: “Het lijkt wel alsof je in een teletijdmachine stapt en de tijd een eeuw teruggedraaid wordt. Alles gebeurt er met blote handen. Er komt amper materiaal bij te pas.”

“ Door de ervaring leer je relativeren en blij zijn met de luxe die je in België kent "

Voor een hongerloon

Jos vertelt hoe het proces verder gaat: “De medewerkers gooien een klomp klei in een mal en schrapen die af. Per 50 dragen ze de stenen in een houten bak weg. En dat minstens veertien uur per dag, voor een loon van 600 euro per half jaar … voor heel het gezin. Overdag wemelde het van de muskieten en was het bloedheet, tot 40 graden. Tijdens de nachtshift daalde het kwik tot 25 à 30 graden. Zeven dagen hebben we ons samen in het zweet gewerkt — met vloeken en afzien, maar zonder klagen.”

Met de voeten op en in de grond

De steenbakkerij in Mumbai ligt geprangd tussen een spoorweg en een drukke autoweg. “Arbeiders brengen de klei in afwasbakken aan, bij gebrek aan kruiwagens”, vervolgt Addy Blankestijn “De klei en het zand komen terecht in putten, waar het water via kanaaltjes naartoe loopt. Vervolgens trappelen de medewerkers met blote voeten de blubber tot leem. En dat uren aan een stuk. Ook wij hebben – met de smurrie tot aan onze knieën – mee helpen ploeteren.”

Leren relativeren

Ook bij Addy liet de reis zijn sporen na: “Door wat ik zag en meemaakte, ben ik meer gaan relativeren. Ik apprecieer dat ik hier niets tekortkom en goed leef. Ginder zijn de mensen tevreden met wat ze hebben, terwijl je hier wel eens iemand hoort klagen dat godbetert de koffie te warm is.”

 

Ook Wendy is op die week tijd als mens veranderd: “Ondanks de miserie, blijven ze in India lachen. Ze delen het weinige dat ze hebben en voelen zich gelukkig. Die levensopvatting zet je met beide voeten op de grond. Eens thuis, was alles weer snel business as usual. Maar toch laat wat ik er beleefd heb, me niet los.”

 

Voor Addy was ‘Beroepen Zonder Grenzen’ vooral leerrijk: “We zijn niet gegaan om de collega’s efficiënter te laten werken. Wel om van hen te leren hoe blij je kan zijn met wat je hebt. We kunnen nog een puntje zuigen aan de manier waarop onze tegenhangers in India met twee voeten op de grond staan.” Of zoals Jos het puntig samenvat: “Het is geen kwestie van leven, maar van overleven.”

“ Elk gezin vervaardigt handmatig 800 bakstenen per dag "

“Ik zou dadelijk teruggaan”

Omdat de familiebanden zo belangrijk zijn, was het afscheid van de gezinnen emotioneel. “We besloten om hen 400 euro te geven. Toch het minste wat we konden doen”, besluit Andy.

Zelfs jaren later zindert de trip nog na bij het viertal. “Het was geen vakantie, maar een inleefreis”, getuigt Andy. “En ondanks de enorme cultuurschok, zou ik geen seconde aarzelen om nog eens terug te gaan. Net zoals mijn collega’s trouwens.”

Kleurenmozaïek doet gevels van Zuid-Hollandse herenhuizen sprankelen

Fiets vanuit universiteitsstad Leiden een kwartiertje langs de Rijn en je komt terecht in het Zuid-Hollandse Oegstgeest. Daar ontwierp projectarchitect Walter Zeinstra een nieuwe wijk voor professoren en middenklasse-werknemers uit de naburige stad. Intussen zijn al 132 huizen van ‘Oegstgeest aan de Rijn’ bewoond. De villa’s liggen in de oksel van een oude Rijn-arm en een park: hun romantische en gevarieerde architectuur knipoogt naar de herenhuizen van begin 20ste eeuw. Dankzij de 12 (twaalf!) verschillende kleurnuances van de Nelissen-stenen heeft iedere villa een eigen karakter. En toch vormen ze samen een harmonieus geheel.

“Ik vergelijk het ontwerpen van een gebouw graag met muziek componeren”, legt Walter Zeinstra uit. “De notenbalk staat voor de wisselende details in de gevels. Het ritme zit in de versieringen, die ik bij de ene woning bewust heb weggelaten en bij de andere juist heb toegevoegd. Mijn instrumenten zijn de bakstenen en het kleurenspel.”

Kleurenmix

De architect en de bouwheer – of moeten we dirigent en orkestmeester zeggen? – kozen in dit geval voor een brede kleuren-range. Marco Timmermans (Sales Director Nederland van Nelissen): “We vertrekken altijd vanuit gele, rode, roze en grijze klei. Door die te combineren, krijg je twaalf kleurnuances. En als je die stenen op hun beurt door elkaar husselt, ontstaat voor iedere villa een eigen kleurenpalet.”

Levendige gevels

“Nelissen is de enige steenbakkerij die de kleuren zo warm, diep en sprankelend krijgt”, vult Zeinstra aan. “Het samenspel van twee tot drie verschillende kleuren in dezelfde steen doet de gevels leven. Ze zien er altijd anders uit als je ernaar kijkt. De rode steenmix met donkere accenten contrasteert wonderwel met bijvoorbeeld de paarsrode steen met gele accenten van de aanpalende villa. Die kleurenmengeling geeft een natuurlijke uitstraling aan de riante huizen in de wijk.”

“ Bakstenen zijn als instrumenten in een muzikale compositie

Hollandse variant

“Ik heb me laten inspireren door de historische panden aan het Wilhelminapark van Oegstgeest”, verklaart Zeinstra. “Een eeuw geleden woonden daar professoren en gegoede mensen, die geregeld gingen kuren in Zwitserland en Oostenrijk. Daar haalden ze de mosterd voor vakwerkhuizen met onbehandeld hout en wit bepleisterde gevels. Om te voldoen aan de moderne milieu- en comforteisen bedachten we voor de nieuwe wijk een Hollandse variant met bakstenen en behandeld hout.”

Een en toch verscheiden

Zeinstra brengt eenheid in de verscheidenheid: “We spelen in de gevels met spekbanden, rollagen, consoles, erkers, balkons en vakwerk. De sierspanten en torentjes geven de wijk een romantische uitstraling. En door de bakstenen in de muren te laten verspringen, krijg je dynamiek in de gevels van de ruime woningen. De bakstenen van Nelissen zijn ideaal om die ornamenten en details goed samen te doen vallen.”

details

LOCATIE
OEGSTGEEST AAN DE RIJN


ARCHITECT
ZEINSTRA VEERBEEK ARCHITECTEN

Elke dag bouwbeurs in het hoofdkwartier in Lanaken

Nelissen Steenfabrieken is een sterk baksteenmerk met een groeiende verkoop in binnen- en buitenland. De uitgekiende marketing stimuleert het succes in een internationaal netwerk. Maar de basis blijft uiteraard de intrinsieke karaktertrekken van de bakstenen: de kwaliteit, de verschillende formaten en vooral de vele kleuren. Carlos Jorissen (58) is één van de drie Managing Directors bij Nelissen Steenfabrieken: “In onze verkoopstrategie combineren we commerciële inspanningen met gerichte marketing en warme public relations.”

Natuurlijk is de betaalbaarheid van een steen belangrijk. Maar daarnaast speelt ook de menselijke factor een rol. “Om onze naamsbekendheid op te bouwen en ons netwerk uit te breiden, trokken we jarenlang naar beurzen”, zo blikt Carlos Jorissen terug. “Soms tot wel 14 beurzen per jaar. En daarbij stond Batibouw – de moeder van alle bouwbeurzen – met stip genoteerd in onze agenda. Op deze jaarlijkse hoogmis bouwden metsers een stand op met verschillende Nelissen-bakstenen. En in onze eigen bar creëerden we een huiselijke en familiale sfeer. Ideaal om mensen te ontvangen en samenwerkingen af te sluiten.”

Nelissen 100 jaar

Zwevende stenen

“Op die beursstanden zijn we blijven innoveren om onze bakstenen op een originele manier te presenteren”, vertelt Carlos. “Zo stalen we ooit de show met een stand met zwevende stenen. Het waren echte stenen, maar ze leken te vliegen. Daarmee grepen we de aandacht van kandidaat-kopers, maar ook van de media. Een cameraploeg van de VRT kwam onze zwevende stenen filmen en bracht het item tijdens het journaal. Dat was nog nooit eerder gebeurd.”

“ Onze beursstand met zwevende stenen haalde ooit het VRT-journaal "

Digitale revolutie

Carlos ziet een omslagpunt bij de opkomst van digitale media: “Hoe populairder de social media werden, hoe sneller het bezoekersaantal van de beurzen terugliep. Moderne klanten zoeken hun informatie en de bijhorende beelden op de website. Waar we vroeger met vijftien collega’s naar een beurs gingen, bouwden we die inspanningen stelselmatig af.”

Nelissen 100 jaar

Multisensorieel ontdekken

“Uiteindelijk zijn we helemaal gestopt met de beurzen, zelfs met Batibouw”, vervolgt Carlos. “In plaats daarvan bouwden we een eigen ‘Brixperience room’ in ons nieuwe hoofdkantoor. In die interactieve showroom zorgen we ervoor dat klanten de stenen in de beste omstandigheden ontdekken. Ze kunnen die fysiek vastpakken of er digitaal mee spelen. Hun gedroomde mix van bakstenen is in enkele muisklikken klaar. Via 10 modelwoningen kan je vervolgens een realistisch beeld op groot scherm projecteren. Met een QR-code kunnen klanten dat voorbeeld in hun Nelissen-app downloaden om het later te herbekijken op hun smartphone.”

Mee op de golf van verandering

Een behoorlijk futuristisch gebeuren dus. Maar Carlos kijkt altijd vooruit: “Nelissen blijft digitale stappen zetten. Binnenkort kunnen klanten hun baksteenkeuze op de bouwplannen van hun architect inladen. Met een virtuele bril lopen ze dan rond in hun droomhuis. Maar ook het contact met bouwhandelaars, architecten en bouwpromotoren is aan verandering onderhevig. Vroeger ging ik met stalen de boer op. En vandaag komen zij naar onze showroom. Voor de buurlanden hebben we vaste vertegenwoordigers en exportmanagers in dienst die het persoonlijke contact met bouwhandelaars en importeurs onderhouden.”

Nelissen 100 jaar

Het Koning Boudewijnstadion: vandaag een voetbaltempel, ooit een trekpleister voor baksteentoeristen

Meer dan 25 jaar geleden kreeg het Koning Boudewijnstadion een grondige make-over: de toegang en de hoofdtribune van het nationale voetbalstadion werden in een nieuw kleedje gestoken. Een opfrissing die meteen de headlines in de media haalde. Want dit was het eerste project in België met verlijmde bakstenen van Nelissen Steenfabrieken. Antwerpenaar Bob Van Reeth, de eerste Vlaamse Bouwmeester, stond aan de wieg van het vernieuwde stadion: “Verlijmen is sinds toen erg succesvol geworden. En ik ben nog altijd ontzettend blij met het resultaat. Want je kijkt naar een kunstwerk uit één stuk. En dat geeft je een correct beeld van wat een baksteen wil zijn. Hij komt optimaal tot zijn recht.”

De verlijmde Nelissen-baksteen kreeg zijn vuurdoop dus in de voetbaltempel waar vandaag de Rode Duivels schitteren. Bob Van Reeth herinnert zich de vreemde gewaarwording toen hij de eerste keer op de werf arriveerde: “Normaal heeft een metser een baksteen in de ene hand en een truweel in de andere. Maar nu stonden ze daar met een lijmpomp worstjes te spuiten, zoals een bakker met een spuitzak vol slagroom zijn taart garneert. Het duurde een paar meter voor ze de techniek in de vingers hadden. Maar daarna ging het als vanzelf.”

Nelissen 100 jaar

Innovatie met unieke uitstraling

“Bakstenen verlijmen heeft drie voordelen”, volgens Van Reeth. “Ook al heb je meer stenen nodig, toch gaat het bouwproces een stuk sneller. De voegen zijn namelijk veel kleiner. Van op een afstand zijn die minimale voegen bovendien nauwelijks te zien. Daardoor krijg je een aaneengesloten aanblik. En ten slotte laten de bakstenen geen water meer door. De combinatie van die voordelen trok uiteraard de aandacht.”

“ Toen de renovatie klaar was, kwamen er bussen vol architecten kijken naar het effect van de verlijmde bakstenen "

Baksteentoerisme

“De vooruitstrevende techniek sloeg aan bij architecten,” herinnert Van Reeth zich. “Van zodra de werken klaar waren, kwamen bussen vol architecten zich vergapen aan het effect van de verlijmde bakstenen. Ze waren verwonderd en beseften meteen dat ze een nieuwe tool hadden om hun ontwerpen creatiever uit te werken. Een kwarteeuw later kom je de techniek nog vaak tegen.”

Nelissen 100 jaar

Strakke deadline zorgt voor adrenaline

De toewijzing van het project bezorgde Van Reeth een paar angstige momenten: “Ik kreeg één week voor het ontwerp. Dat is frustrerend, maar zorgde tegelijk voor een adrenalineboost. En die kon ik goed gebruiken, want ik zat in competitie met een tweede architect. De projectvoorstelling aan de stad Brussel verliep al even vreemd: we moesten het ontwerp gewoon afgeven, zonder het te kunnen toelichten. Maar op de terugweg kreeg ik in de wagen al een verlossend telefoontje (lacht).”

Eenvoud zorgt voor meerwaarde

Volgens de Oostenrijkse filosoof Wittgenstein moet een architect ontwerpen om te verheerlijken en te verwonderen. In die gedachte gaat Van Reeth graag mee: “De knalrode spaans rood van Nelissen spreekt meteen aan. Ook al is die kleur geen bewuste verwijzing naar de Rode Duivels, ze geeft de tribune wel uitstraling. Daarbij staat de eenvoud in het concept symbool voor samengebalde complexiteit. Als je aandachtig kijkt naar het schijnbaar banale uitzicht, zie je dat de gevel één geheel vormt.”

Nelissen 100 jaar

details

LOCATIE
BRUSSEL

 

ARCHITECT

BOB VAN REETH

Kleur van de baksteen verdeelt nieuwe waterwijk in drie zones

Londen heeft The Docks, Hasselt Quartier Bleu. Het zijn vernieuwende bouwprojecten aan een haven. Of, zoals in Hasselt, aan de kanaalkom. Ze geven een stad extra zuurstof, trekken extra bewoners aan, zorgen voor bruis in het leven. Het opvallende aan deze nieuwe waterwijk, die 400 luxe appartementen, 24 stadswoningen, een 50-tal retail- en horecazaken telt? De kleur van de bakstenen verdeelt Quartier Bleu in drie zones: bruin-antraciet aan het water, beigewit op de avenue en roestbruin in de woonwijk. Wij blikten terug met Alfredo De Gregorio, de bedenker en de lead architect van het nieuwe stadskwartier.

Quartier Bleu ligt op loopafstand van de markt en de kathedraal, het historisch centrum van de Limburgse hoofdstad. “Het brengt het stadscentrum naar het water”, benadrukt Alfredo De Gregorio. “Water in een stad is magisch. Mensen zijn er gek op. Ze komen er tot rust. En de terrassen aan het kanaal zorgen voor extra beleving. De bouwstijl en de keuze van de bakstenen dragen daar toe bij.”

Een steenfabriek is zoals een restaurant

Een bijzonder project – zoals dat aan de kanaalkom – vergt een bijzondere aanpak. Speciaal voor Quartier Bleu bedacht het labo van Nelissen Steenfabrieken nieuwe kleuren voor de bakstenen: “Een steenfabriek is zoals een restaurant. Om stenen met passende kleuren te ontwikkelen, heb je een kok nodig”, verduidelijkt De Gregorio. “Een goeie kok verstaat de kunst om in zijn keuken ingrediënten te mixen en zo een nieuw recept samen te stellen. Over zo’n kok beschikt Nelissen”.

“ Een nieuwe kleur baksteen maken is zoals een nieuw recept ontwikkelen: je hebt een kok nodig die de juiste ingrediënten mixt ”

Co-creatie met een zuiders tintje

De ontwikkeling van de nieuwe stenen gebeurde in nauw overleg met de bouwpartners. Co-creatie avant la lettre dus. Een fenomeen dat bij architecten niet vreemd is: zij werken vandaag vaak in een collectief met mensen van verschillende disciplines. Voor de realisatie van het Blauwe Kwartier was dat niet anders. De Gregorio ging voor de kanaalkom in zee met de gerenommeerde Italiaanse architect Antonio Citterio. “Citterio behoort tot de top vijf in de wereld”, werpt hij op. “Hij is, zoals ik, een zuiderse architect. Mede daarom klikte het meteen. Antonio is een meester van het detail”, aldus de architect.

Integratie dankzij kleuren

Beide architecten zijn er ook rotsvast van overtuigd dat integratie de basis is van sterke architectuur. Gebouwen moeten passen in de filosofie en de uitstraling van een stad, vindt De Gregorio: “Vooraleer ik in een stad aan de slag ga, maak ik een analyse van de structuur en het karakter van een stad. Ik neem ze in me op. Op basis daarvan verdeelde ik Quartier Bleu in drie zones, met elk een aparte kleur baksteen. Voor de zone aan het water een donkere baksteen, waarbij de kleur bruinantraciet verwijst naar de vervlogen industrie aan het kanaal. De avenue (in de volksmond ‘de blauwe boulevard’) is opgetrokken in natuursteen die lichter van kleur is: beige met een witte steen op de bovenste verdiepingen. De avenue roept bij de mensen die er flaneren het beeld op van een chique straat. Vandaar een chique steen. De nieuwe wijk ten slotte, bestaat uit roestbruine bakstenen. Een kleur die overeenkomt met de typische kleur van de meeste gebouwen in Hasselt: lichtbruin, naar het beige toe.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT
DE GREGORIO & PARTNERS ACPV

Een kleine stap voor de bouwrobot, een grote stap voor Nelissen

Wat een handvol jaren geleden nog onmogelijk leek, is nu een realiteit: dankzij de Nelissen-bouwrobot staan de eerste ‘Mars Pods’ gebruiksklaar op de Rode Planeet. Daarmee zet de vijfde generatie Nelissen een nooit geziene stap in de bedrijfsontwikkeling.

Leon Kums begeleidt als Project Mars Manager het Nelissenavontuur (van op aarde). “Om te kunnen bouwen op Mars hebben we alle ervaring en expertise uit de afgelopen decennia bij elkaar moeten brengen”, vertelt Leon Kums. “Alles begint uiteraard met beschikbare grondstoffen. Telkens opnieuw een raket lanceren met een portie van onze Löss uit Kesselt, zou voor héél dure units zorgen. Maar door te experimenteren met verschillende klei- en leemsamenstellingen hebben we in laboratoriumomstandigheden een bruikbare bouwspecie ontwikkeld. Toen de proeven ter plekke succesvol bleken, zweefden we hier op een golf van euforie.”

Een muur uit een slagroomspuit

“Toen Bob van Reeth in 1994 aan het Koning Boudewijnstadion voor het eerst onze bakstenen verlijmde, in plaats van ze traditioneel te vermetselen, kwam iedere architect daarnaar kijken”, blikt Kums terug. “Die baanbrekende techniek legde de basis voor de 3D-printing van vandaag. Daarbij zijn de traditionele bakstenen verdwenen. Simpel samengevat, kan je zeggen dat we nu de volledige unit uit een gesofisticeerde slagroomspuit opbouwen. Die spuitzak vullen we voortdurend bij met een mengsel op basis van Marsiaanse grondstoffen.”

“ We willen zo groen mogelijk bouwen op de Rode Planeet ”

Werfopzichter op basis van artificiële intelligentie

“Bij de metafoor van de spuitzak hoort dan wel een patissier met extreem lange armen”, lacht Kums. “Want wij sturen de bouwrobots vanuit ons hoofdkantoor in Lanaken aan. Daarbij is ‘sturen’ misschien veel gezegd. Want het duurt 12 minuten voor een signaal tot op Mars geraakt. Dat maakt het onmogelijk om tijdens het bouwproces in te grijpen. Daarom ontwikkelden we een virtuele werfopzichter op basis van artificiële intelligentie. Die computer controleert voortdurend of het bouwproces binnen de vooraf bepaalde toleranties blijft. Dat proces begint almaar vlotter te lopen, waardoor we nu zelfs onze timing voor zijn.”

Gezocht: technisch geschoolde marsmannetjes

“Vanuit Nelissen zijn we ontzettend trots dat we met de internationale partners het leven van de toekomst nu effectief realiseren”, vervolgt Kums. Naast het technische aspect hebben we ook nagedacht over esthetiek. Zo bouwen we van bij het begin zo groen mogelijk op de Rode Planeet. Alleen spijtig dat we nog geen technisch geschoolde Marsmannetjes hebben gevonden die een handje komen helpen.”