Projecten

Baekelsteen omarmt Het Gezondheidshuys als een maatpak

Eenheidsworst. Zo kan je de Nederlandse rijwoningen en flatgebouwen van net na WOII best typeren. De sociale woonwijk Keent – in het Nederlands-Limburgse Weert – is daar een exponent van. Tot in 2014 tenminste. Want toen zorgde Het Gezondheidshuys voor een welkome variatie. Nicole en Marc Maurer, een architectenechtpaar uit Maastricht, tekenden een fascinerend vormenspel uit. Daarvoor produceerde Nelissen de Baekelsteen, een hersenspinsel van Bert Baekelmans: met die steen suggereer je vrij eenvoudig verrassende en complexe metselverbanden.

Het Gezondheidshuys huisvest sociale appartementen, een huisartsenpost, een apotheek en een kinesistenpraktijk. Het gebouw doorbreekt het monotone karakter van de wijk. “Dat is vooral te danken aan de bijzondere Baekelsteen”, legt Nicole Maurer uit. “Die heeft aan een kant een extra groef. Eenmaal gevoegd lijkt hij daardoor op een halve steen. Zo vorm je creatieve metselverbanden zonder dat de metselaars de steen moeten kappen of zagen. Halfsteens, kops naast elkaar of wildverband? Als architect krijg je plots een waaier aan mogelijkheden.”

Als een maatpak

“De steen geeft het gebouw een look die recht doet aan het vakmanschap van de metselaar en grandeur uitstraalt”, gaat Marc Maurer verder. “Dat effect is nog sterker omdat we voor de voeg dezelfde donkerbruine kleur als die van de baksteen kozen. Die niet-alledaagse uitvoering zorgt voor een chic resultaat dat opvalt tussen monotone rijwoningen en flats.” 

 

Nicole Maurer maakt de vergelijking met een maatpak: “Het Gezondheidshuys zit niet zomaar in een pret à porter-pakje. De gevel of huid van het gebouw is als de stof van een stijlvol kostuum. Als kleermakers geven wij het pak een ziel die recht doet aan de maatschappelijke functie, de gebruikers en de bewoners van het gebouw met de Baekelsteen.”

“ Met de Baekelsteen kunnen we het ontwerpproces opvatten als een creatief wiskundig spel ”

Puzzelblokken

“Naast de specifieke steen maakt ook het spel met de volumes het gebouw levendig”, merkt Marc Maurer op. “Het ontwerp is een ensemble bestaande uit een compositie van verschillende massa’s waarachter meerdere gebruiksfuncties schuil gaan. Het geheel gaat veel verder dan het tweedimensionaal stapelen van dozen. Het Gezondheidshuys is een sculpturaal gebouw waarbij grote blokken in elkaar grijpen. De Baekelsteen versterkt die eenheid. Want van op een afstand lijkt het gebouw een monoliet: enerzijds sterk ingebed in de wijk, anderzijds ermee contrasterend door het uitzicht en de details.”

Met piepschuim getest

De Baekelsteen komt uit de koker van uitvinder Bert Baekelmans. “Goh, noem me maar een allroundman – ik zat in het vastgoed, runde een fotozaak en verzamelde oude spulletjes”, zo omschrijft de geestelijke vader zichzelf bescheiden. “Het concept van een traditionele steen waarmee je goedkoper in kruisverband kan bouwen, rijpte vrij snel. Na een weekje experimenteren met steentjes van piepschuim, klopte ik al aan bij een patentenbureau. De echte vuurdoop kwam er toen ik de steen in mijn eigen woning gebruikte. Daarna vond ik in Nelissen een partner die het aandurfde mijn kindje te produceren. Het stelde me gerust dat ze in de voorbije 100 jaar al een aantal keren een nieuw bedachte baksteen succesvol op de markt brachten. En dat vertrouwen bleek volledig terecht.”

details

LOCATIE
WEERT

 

ARCHITECT
NICOLE EN MARC MAURER

 

Stenen en metselwerk geven Maastrichts vakantiepark historische allure

Dousberg ligt aan de rand van Maastricht: waar ooit een traditionele camping stond, pronkt nu het vakantiepark van de toekomst. Dormio Resort Maastricht biedt voor iedere gast een specifiek verblijf. Dat gaat van een wellness-, kids- of luxewoning, over een appartement tot een kamer in het viersterrenhotel. Die liggen gezellig naast elkaar, zoals in een traditioneel dorp. Daarrond strekt een golfterrein zich uit tot over de Belgische grens. Om de juiste sfeer te creëren vond Hayke Zweede van RECREATIEarchitectuur uit Arnhem een luisterend oor bij Marco Timmermans, Sales Director Nederland van Nelissen Steenfabrieken. De twee kompanen mixten bestaande en nieuwe steenkleuren tot een opvallend eindresultaat.

Centraal in het resort ligt een plein met een restaurant, bar, supermarkt en foodcourt. Zweede liet zich inspireren door de sfeer van een Limburgs dorp en van de Maastrichtse binnenstad: “Die roepen we op via de bouwstijl en het kleurenpalet van de verschillende Nelissenstenen.”

“De kleurenmix bepaalt de sfeer”

“We kozen voor lokale, robuuste stenen met warme kleuren”, vertelt Zweede. “Die geven elke wijk in het resort een eigen sfeer. De vakantiehuizen kregen aardse kleuren, want bruin-gelige tinten passen bij de natuurlijke omgeving. Ze hebben een zachter karakter dan de stenen van het hotel. Dat creëert de juiste dynamiek en sfeer tussen de gebouwen.”

Als een verweerde Donjon

“De beleving staat centraal”, gaat de lead architect verder. “Daarom heeft het hotel het uitzicht van een Donjon. Vanop een afstand ziet het eruit als een robuust en zwaar gebouw. Maar sluip je dichterbij, dan ontdek je het zachtere karakter: dat tekent zich af via afgeronde hoeken, Franse balkons en drie formaten bakstenen.”

Metsen heruitgevonden

“In de hotelgevel combineerden we de standaard en dikke variant van de Waalsteen met de N70”, licht Zweede toe. “Met ‘terugliggend metselwerk’ visualiseren we de verweerde en aangevreten look. Het is alsof het gebouw er al eeuwen staat. Eerlijk: het duurde even tot de metselaars de techniek in de vingers hadden. Maar hun enthousiasme groeide bij elke laag die ze metselden. Achteraf was de nestor van de groep — op een zucht van zijn pensioen — nog het meest voldaan. “Fijn dat ik dit nog mocht meemaken op het eind van mijn carrière”, zo besloot hij de bouwwerken.

Mengen in het labo

“Naast de metselstijl had Zweede ook een basiskleur in zijn hoofd,” herinnert Marco Timmermans zich. “Hij zocht bewust donkere en warme kleuren op. De stalen die ik liet zien, kwamen in de buurt. Daarom nodigde ik hem uit in ons Nelissen-laboratorium. Verschillende experimenten en drie maanden later, hadden we de juiste kleuren op de kop getikt. Voor de vakantiewoningen fabriceerden we twee nieuwe stenen: de donkerbruine brentino en de bruin-beigegrijze san zeno. Op het plein springt vooral de grijs-witte zola in het oog, net zoals de rood genuanceerde salto die gebruikt werd in het hotel. In de wellness-woningen herken je dan weer de beige-grijze lava.”

“ Door de knipoog naar het verleden wandel je doorheen een traditioneel, authentiek dorp ”

Traditioneel en modern

“Dormio Resort Maastricht is geen ‘dertien in een dozijn’-vakantiepark. Het is geen kale bedoening”, vindt Zweede. “We kozen voor een moderne invulling, met een knipoog naar het verleden. De eenvoudige en sobere vakantiewoningen staan – zoals in een authentiek dorp – naar de straat gericht. De natuursteen, willekeurig aangebrachte ramen en baksteenvariaties geven een moderne toets aan die traditionele basis. En omdat je tussen de huizen panorama’s op de stad en de omgeving ontwaart, nodigt het park bezoekers uit om er doorheen te dwalen.”

details

LOCATIE
DOUSBERG

 

GEBRUIKTE STEEN
BRENTINO I SAN ZENO ZOLA I LAVA I SALTO

 

STIJL
TRADITIONEEL HEDENDAAGS

 

ARCHITECT
HAYKE ZWEEDE

Kesselt, waar bakstenen als schilderijen aan de muur prijken

Rij je op de Kiezelweg in Kesselt? Dan trekt het hypermoderne hoofdkwartier van Nelissen onvermijdelijk de aandacht. Een blikvanger, een visitekaartje … sommige media vergelijken de buitenkant zelfs met dat van het Antwerpse Museum aan de Stroom (MAS). Architecten Massimo Pignanelli (42) van UAU Collectiv uit Hasselt en Guido Ieven (63) van PSK Architecten uit Sint-Truiden vertellen hoe hun ontwerp ‘co-creatie’, ‘innovatie’ en ‘duurzaamheid’ verbeeldt — al 100 jaar de kernwaarden van Nelissen Steenfabrieken.

“Het samenspel tussen een jonge architect en een ervaren rot in het vak geeft vonken”, vertelt Massimo Pignanelli. “We waren Yin en Yang, vulden elkaar goed aan.” Guido Ieven herinnert zich nog levendig hoe het project startte: “Bouw een kantoor met een showroom. Dat was de initiële opdracht van de derde generatie Nelissen. We kregen wel wenslijstjes, maar hadden aanvankelijk absolute vrijheid wat de vorm van het gebouw betrof. Daarvoor was het wachten tot de echtgenote van Gaston Nelissen een foldertje over de Vitra Campus in het Duitse Weil am Rhein op tafel legde: het concept van over elkaar hellende verdiepingen was plotsklaps geboren.”

Nelissen 100 jaar

De toog als symbool van co-creatie

“Met dat concept creëerden we méér dan zomaar een kantoorgebouw,” gaat Pignanelli verder. “De drie gestapelde volumes vormen een (t)huis voor het familiebedrijf, waarin alles draait rond de baksteen als kunstvoorwerp.” Ieven apprecieert de inbreng van de werknemers: “Iedereen werkte actief mee om hun droomhuis te realiseren. Het team van Nelissen vormt een hechte familie, die dagelijks samenwerkt. Daarom staat de toog – inclusief barkrukken – als ontmoetingsplaats centraal.”

“ Het leek alsof iedereen zijn droomhuis aan het bouwen was ”

Kantoor met showroom van de toekomst

“De innovatieve showroom heeft de allure van een hedendaags museum, met veel beleving, technisch vernuft en digitale hoogstandjes”, stelt Pignanelli. “Bakstenen prijken als schilderijen aan de muren. Met de stenotheek kan je digitaal experimenteren, door baksteensoorten te mengen in een virtueel muurtje. En in de Brixperience room komen ideeën als het ware tot leven. Je kan de concepten zelfs mee naar huis nemen, met dank aan de Nelissen-app op je smartphone.”

Duurzame trompe -l’oeil

Ieven zet ten slotte ook de duurzaamheid in de kijker: “Het gebouw is zeer energiezuinig dankzij extra isolatie in de energetische buitenschil, zonnepanelen en een warmtepomp — met 12 putten tot wel 150 meter diep. Het gerecupereerde regenwater dient voor de baksteenproductie. En binnen zie je de onuitputtelijke mogelijkheden voor bakstenen in de vloeren en de wanden.”

In de inkomhal schittert de Dubio, een wereldprimeur van de Maasmechelse product designer Roel Vandebeek: “De trompe-l’oeil lijkt 2 tot 3 drie stenen te combineren, maar het is er maar eentje. De unieke identiteit van de steen prikkelt de verbeelding van heel wat architecten. En door dit duurzaam lichtgewicht in te zetten, heb je ook maar 30 procent van de traditionele hoeveelheid stenen nodig.”

Nelissen 100 jaar

details

LOCATIE
KESSELT

 

ARCHITECT

UAU COLLECTIV ARCHITECTENGROEP PSK

“Britten houden van fantasietjes in de gevels van hun huizen”

Toen de export naar het Verenigd Koninkrijk nog in haar kinderschoenen stond, vertrokken er jaarlijks 100.000 bakstenen van Nelissen Steenfabrieken naar Groot-Brittannië. Nu zijn er dat ruim 20 miljoen. Alsmaar meer Britten vallen voor stenen van Nelissen. Vroeger kozen Engelsen, Schotten en Ieren steevast voor (donker) rode stenen. Maar de jongste generatie architecten kiest andere kleuren of zelfs een kleurenmix. De twee grote Nelissen-importeurs, Crest en Traditional Brick & Stone (TBS) – maakten die evolutie aan den lijve mee. Ervaren rotten Arnold van Huet en Guido Gevers delen graag de ins en outs van de export over het Kanaal.

Arnold van Huet begon goed 40 jaar geleden bij Crest: “Vandaag is Crest één van de grootste invoerders en verdelers van bakstenen in Groot-Brittannië. Maar in de begindagen was ik de enige die bakstenen van het Europese vasteland op de Britse markt bracht. Aan de overkant van de plas waren ze verknocht aan strengpers-stenen. Het was dus behoorlijk knokken om tot de favorieten van de Britten te behoren, maar de stenen veroverden hun plek op de markt. De verklaring van het succes? De Nelissen-stenen hebben een zachter karakter met natuurlijke nuanceringen. Ze bestaan in verschillende kleuren en zijn smaakvoller.”

Traditioneel en modern

De stenen van Nelissen vielen niet alleen in de smaak, ze vielen ook in de prijzen: voor een project in Norfolk won Nelissen ‘The Sterling Award’, herinnert Arnold van Huet zich: “Dat was dankzij onze gold smith, een brik met gele en grijze tinten. De T16 van Nelissen liet ook meteen van zich spreken over het kanaal. Zeker de donkerrode neo barok past naadloos bij de cottage-bouwstijl op het platteland, gekenmerkt door kleine kamers en lage plafonds onder daken van riet of pannen. De lichtere varianten lenen zich dan weer voor een strakke en moderne bouwstijl.”

 

Bovendien kreeg Arnold makkelijk een voet tussen de deur: “Britten houden van fantasietjes in de gevels van hun huizen. Als je afgeronde stenen of speciale hoekstenen kan leveren, heb je een streepje voor. Dat is de springplank naar de bestelling van grote partijen ‘gewone’ stenen.”

“ De geel-grijze brik Gold Smith won de prestigieuze ‘Sterling Award’ ”

Concurrentieloos samenwerken

Het succes inspireerde twee jonge Britten tot een bezoek aan de steenbakkerij in Kesselt. Via Traditional Brick & Stone (TBS) wilden zij – net zoals Arnold van Huet – de Nelissen-stenen in de UK verdelen. Guido Gevers (toenmalig zaakvoerder van Nelissen Steenfabrieken) moest de kerk in het midden houden: “We kenden Arnold al jaren en hij had veel contacten in de bouwwereld. Anderzijds blaakten de jonge snaken van TBS van ambitie en geloofden ze rotsvast in het product. Dat had mede te maken met de economische situatie indertijd: over het kanaal waren brikken schaars, door faillissementen en een verouderde industrie. Terwijl wij juist miljoenen euro’s spendeerden aan nieuwe ovens en machines … Uiteindelijk besloten we de Britse markt op te delen, zodat TBS en Crest niet in elkaars vaarwater kwamen. Met succes. Want intussen verdeelt TBS miljoenen bakstenen via Engelse bouwhandelaars.”

In topconditie het Kanaal over

België en Groot-Brittannië zijn van elkaar gescheiden door 35 kilometer zee. “Het transport verloopt daarom per vrachtwagen en per schip”, weet van Huet. “Daarom verpakken we de stenen met een dubbele folie, waardoor ze onderling minder schuren tijdens de rit op de ‘flat container’. Zo’n container ziet eruit als een laadplatform zonder wielen. Dat is de meest efficiënte transportoptie om de stenen in topconditie af te leveren.”

 

Wie internationaal onderneemt, botst soms ook op grenzen. Letterlijk en figuurlijk. “De afgelopen 40 jaar heb ik al verschillende visies meegemaakt”, vertelt van Huet. “Eerst waren de Britse havens genationaliseerd, waarbij de vakbonden enorm sterk stonden. De bureaucratie maakte het in die dagen behoorlijk ingewikkeld om bakstenen Engeland binnen te brengen. Margaret Thatcher draaide die situatie helemaal om: de Iron Lady privatiseerde de havens en vereenvoudigde de import aanzienlijk. Door de Brexit is de slinger weer naar de andere kant doorgeslagen. Vandaag is er opnieuw meer papierwerk nodig. Maar dankzij onze voorbereiding op kantoor verliezen we gelukkig niet al te veel tijd bij de douanecontroles.”

“Bakstenen trotseren zelfs Siberische vrieskou”

Een slordige 5.000 kilometer scheidt Kesselt van Siberië. Maar de lange afstand, het uitdagende transport en het barre klimaat weerhouden Nelissen Steenfabrieken er niet van om bakstenen te leveren in deze uithoek van het onmetelijke Rusland: de welvarende Russen verwerken de handgevormde gevelstenen van Nelissen massaal in hun indrukwekkende huizen. Exportmanager Jeroen Bartels onthult wat er allemaal komt kijken bij de export naar het verre Siberië en andere regio’s in Rusland.

“In Rusland spreekt vooral onze grote variëteit aan kleuren tot de verbeelding. Ze willen geen stenen zoals er dertien in een dozijn bestaan”, steekt Jeroen Bartels van wal. “Premium producten genieten er de voorkeur. En liefst in een opvallende uitvoering.”

 

Het eerste order dat Nelissen binnenhaalde in Siberië onderstreept die algemene tendens. “Een jong koppel wilde in hun dorp een luxevilla van 200 vierkante meter bouwen”, vertelt Jeroen. “Daarbij primeerde de exclusiviteit op de prijs. De voornaamste wens was dat we diezelfde stenen niet aan een andere klant in hetzelfde dorp zouden leveren.”

Moderne toets

Ook de nieuwe middenklasse, die in Rusland gestaag groeit, investeert in wooncomfort. Een project in Novosibirsk, de hoofdstad van Siberië, onderschrijft dat: “Daar leverden we 300.000 stenen voor honderden flats. Over het algemeen neemt de bouw van flats en kantoren er ook toe. Een goede zaak. Want ze geven de industriestad – met veel staalfabrieken – een jong, fris en modern uitzicht. De nieuwe gebouwen vervangen de grauwe, eentonige en troosteloze woon- blokken van vroeger.”

Deals sluiten in de sauna

Export is teamwork. De samenwerking en persoonlijke relatie met de plaatselijke importeur is bepalend voor het succes. “Sergei en ik zijn twee handen op één buik”, weet Jeroen. “We weten wat we aan elkaar hebben en ik kom regelmatig bij hem thuis over de vloer. Samen sluiten we regelmatig een contract af in de sauna of tijdens een etentje. Met een borrel ja, zoals dat in de lokale cultuur hoort (lacht).”

“ In Rusland verkopen we geen stenen, maar kleuren ”

Kleur bekennen

De kleurkeuze is vaak bepalend bij contract- besprekingen: “Rode stenen zijn gemeengoed in Rusland. Alleen hebben de Russen de gewoonte om die stenen wit te schilderen. Tijdens de typische strenge winters – met temperaturen tot min 40 graden – verweren hun bakstenen. Daarom zie je er heel wat huizen met rode stippen op een witte gevel. Met dat vorstprobleem krijg je niet te maken met de stenen van Nelissen. Ze zijn bestand tegen elke temperatuur.”

 

Bovendien kunnen de Russen het schilderwerk achterwege laten als ze met Nelissen in zee gaan. “Wij bieden elke denkbare baksteenkleur aan. Ik zeg weleens met een knipoog: we verkopen geen stenen, we verkopen kleuren. Rode stenen kan je namelijk overal kopen. Maar stenen van gele, rode of roze klei, of een mengeling daarvan? Die vind je alleen bij ons.”

Veilig verpakt

Verre export vraagt lange en moeilijke transporten. “Met een vracht ben je drie weken onderweg naar Rusland”, vertelt Jeroen. “Eerst per vrachtwagen naar Lübeck, vervolgens op de boot richting Sint-Petersburg en daarna met de trein naar Moskou, gevolgd door een laatste traject per spoor naar Siberië. Om onze stenen in perfecte staat af te leveren, pakken we ze schokvrij in met folie en gebruiken we extra spanriemen.”

De baksteen in Duitsland: modeartikel en statussymbool

Duitsland liebt de bakstenen van Nelissen. Vooral in de deelstaten ten noorden van Aken tot Berlijn zijn ze gegeerd. Zowel voor hun kleurvariëteiten als hun prima kwaliteit. In eerste instantie prospecteerde Joep Schins voor Nelissen als zelfstandig verdeler en stichter-zaakvoerder van het Nederlandse Keramint. Nadien werkte het familiebedrijf met vaste vertegenwoordigers. Ton Vlutters uit Oldenzaal mocht de spits afbijten.

Vooraleer Sales Director Ton Vlutters exclusief voor Nelissen werkte, verkocht hij jarenlang bakstenen van andere fabrikanten. Bij Nelissen bleef hij vijftien jaar lang – tot aan zijn pensioen – de export naar onze oosterburen op de kaart zetten. De tips en tricks om de Duitsers in de ban van de Nelissen-baksteen te houden, doet hij voor ons uit de doeken.

De baksteen als ‘fashion item’

“Duitsers behandelen bakstenen als modeartikelen. Mede daarom spreken de stenen van Nelissen hen zo aan. Omdat je uit zoveel kleuren en uitvoeringen kan kiezen”, weet Vlutters. Voor een exclusieve baksteen van hoge kwaliteit hebben Duitse bouwers veel over. “Bakstenen bepalen mee de status van een bouwer. En daar hebben ze gerust een investering voor over. Want terwijl ze perfect bakstenen kunnen aankopen bij lokale steenbakkerijen, betalen ze liever de extra transportkost voor een steen van uitstekende kwaliteit, die er ook nog eens goed uitziet.” Nelissen speelt goed in op wat er allemaal leeft op de Duitse woningmarkt. “Het zijn niet alleen de kwaliteitszoekers die hun weg naar onze stenen vinden. Ook het technisch verhaal achter de bakstenen slaat aan.”

Een woord is een woord

Om het merk verder vorm te geven en uit te dragen, kon Vlutters terugvallen op een uitgebreid netwerk in de bouwhandel. Hij kent als geen ander de ongeschreven regels die het slagen van een deal bepalen. “Je wint het vertrouwen van Duitse klanten door gemaakte afspraken stipt na te leven”, verduidelijkt Vlutters. “Ik had ooit een afspraak met een groothandelaar om halftien ‘s ochtends. Door omstandigheden kwam ik enkele minuten te laat. Wel, ik kon weer naar huis rijden en een nieuwe datum prikken. Want ‘een woord is een woord’. Hetzelfde met telefoontjes. Laat je iemand weten dat je op een bepaald uur terugbelt met de gevraagde informatie, dan moet je geen minuut later bellen. Duitsers houden van een correcte, eerlijke en directe aanpak. Dat hoort bij die befaamde Deutsche Gründlichkeit.”

“ Duitsers houden van een correcte, eerlijke en directe aanpak. Dat hoort bij die befaamde Deutsche Gründlichkeit ”

Geen ‘jij en jouw’

“Een Duitse klant spreek je aan met Herr of Frau”, weet Vlutters. “In geen geval mag je hem of haar tutoyeren. Dat komt niet goed over.” En wat met een kleine attentie om de klant te overtuigen één of meerdere partijen bakstenen af te nemen? “Daar wordt in Duitsland minder waarde aan gehecht”, verzekert Vlutters. “Wanneer je een kistje wijn of iets anders cadeau doet, wordt dat onder het personeel van de groothandel verloot.”

Verkopen is een kunst

“Handeldrijven zit mij als Nederlander in het DNA”, bekent Vlutters. “Met onze koopmansgeest krijg je meteen een voet tussen de deur of een extra voorsprong voor de export, ook in Duitsland.” Maar er is meer dan louter genetische aanleg nodig om een lading van 10.000 bakstenen te mogen leveren voor een woning. “Je moet altijd verschillende factoren in rekening brengen. Hoe leven de Duitsers? Hoe zitten ze in elkaar, op persoonlijk én zakelijk vlak? Door de mens achter de klant te leren kennen, pik je bepaalde dingen op. Zoals hun voorkeur voor formele contacten, ook al bouwde je al enige tijd een band op.”

Award-winnend metselwerk verzoent drie brikken aan de Royal Docks site in Oost-Londen

Tot 40 jaar geleden waren de Londense dokken de poort waarlangs de rijkdommen van het Britse imperium binnenkwamen. Maar na 1981 raakten diezelfde dokken – met weelderige hotels en uit de kluiten gewassen pakhuizen – in verval. Tot Boris Johnson (toen burgemeester van Londen) in 2013 een relanceplan liet opmaken voor onder andere de Great Eastern Quays. Daarin zijn de 1.800 flats, handelspanden en kantoren van The Royal Albert Wharf een blikvanger. Graham Boyd, Sales Director van Traditional Brick and Stone (TBS) en al jaren Nelissen-importeur, legt uit hoe de brikken bijdragen tot een schijnbaar tegenstrijdige look.

Great Eastern Quays is intussen een residentiële zone waar Londenaren genieten van de rustige omgeving. Tussen de woningen liggen winkels, pubs, restaurants en kantoren. Die zorgen voor een levendige dynamiek aan de oevers van de haven aan de imposante Theems.

 

“In het masterplan voor de nieuwe buurt vonden de bouwheer en de architecten een evenwichtig compromis”, vertelt Graham Boyd. “Daarmee tonen ze respect voor het industriële erfgoed, maar zorgen ze tegelijk dat er een aantrekkelijke variatie in de gevels zit. De vorm refereert aan de pakhuizen van weleer, maar met een moderne uitstraling. Kortom, de bewoners genieten van architecturale verscheidenheid in een groene omgeving met zicht op het water.”

Gewaardeerd vakmanschap

Het design team, geassisteerd door TBS en Taylor Maxwell, werkte hecht samen met de bouwheer, Notting Hill Genesis en de hoofdaannemer Vistry Partnerships om de drie verschillende bakstenen te kiezen: “Dankzij de grijze zola, de donkerrode autrique en de grijsbruine moreno krijgt elk volume een eigen kleur, en dus ook een aparte identiteit. Nelissen versterkte zijn reputatie door kwaliteitsbrikken te voorzien in een reeks van verschillende kleuren.”

“ Uniek metselwerk en kleurrijke brikken geven dokken een moderne look, met respect voor het verleden ”

Specifiek metselverband

De bakstenen geven de gebouwen een vernieuwende look. “En de unieke metsel- verbanden doen de rest”, vult de Boyd aan. “De oorspronkelijke havenmagazijnen hadden vlakke gevels. Met de zola hebben we die traditionele gevel nagebouwd. Maar de autrique hebben we op een ongewone, innovatieve manier gemetseld, met panelen in stapelverband die horizontaal en verticaal verwerkt werden. Door de nauwkeurigheid van de Nelissen bakstenen kon de aannemer hier een hoog niveau nastreven voor het metselwerk”

Vernieuwing in de prijzen

De gestapelde bakstenen rond de ramen bestaan uit panelen die wat naar achter liggen. Dat zorgt voor een schaduwlijn in de gevel die het gebouw overdag een verrassende look geeft. Al die vernieuwende puzzelstukjes creëren beleving in de historische setting.

 

Het gevolg? Met het vakkundige metselwerk won het team van Vistry Partnerships twee jaar na elkaar de NHBC (National House Building Council) nationale onderscheiding: ‘The Pride in the Job Award’, wat de hoge kwaliteit aantoont van zowel het toezicht op de bouwplaats als de algehele afwerking.”

details

LOCATIE
THE GREAT EASTERN QUAYS


ARCHITECT
KSS GROUP FEILDEN CLEGG BRADLEY STUDIOS

De innovatieve drievuldigheid van Nelissen

Bakstenen ontwikkelen met architecten, kleurenexperimenten met bouwpromotoren, samenwerkingen met kunstenaars en productontwerpers … innovatie zit in de basismix van Nelissen. Want je kan geen 100 jaar worden als je niet elke dag durft te vernieuwen. In een boek met Nelissen-verhalen mag een bloemlezing van de innovaties dus niet ontbreken. We zetten er drie in de kijker: de Dubio zet je met de glimlach op het verkeerde been, de N70 is de peetvader van de vernieuwing en Iso-Façade combineert isolatie met steenstrip-variaties.

De Dubio is het geesteskind van Roel Vandebeek, productontwerper uit Maasmechelen: “De Triënnale voor Vormgeving in Gent gaf me de aanzet voor de Dubio. In de aanloop naar deze hoogmis voor designers, daagden de organisatoren ons uit om een nieuw product te creëren rond het thema ‘ambacht’.”

Illusie van drie bakstenen

“Veel collega’s werkten met hout, leer of textiel”, vertelt Vandebeek. “Maar ik wilde aan de slag met een typisch Belgisch en van oudsher ambachtelijk product: de baksteen. Via mijn echtgenote en mijn schoonbroer — allebei architecten — wist ik dat slanke, verlijmde bakstenen in opmars waren. Van daaruit begon ik te schetsen, met respect voor de kenmerkende eenvoud van het product. En dat leidde tot de Dubio: dankzij één of twee schaduwvoegen krijg je de indruk dat er twee of drie bakstenen op elkaar zitten, terwijl het slechts om één steen gaat. Voor architecten ontstaan hierdoor nieuwe mogelijkheden om creatief met een bakstenen gevel om te gaan.”

 

Met dit concept onder de arm klopte Vandebeek aan bij Nelissen: “Toen ik de Dubio voorstelde, voelde ik dat Nelissen meteen potentieel zag in de steen. Het risico om de steen te produceren was bovendien beperkt en qua budget haalbaar. De Dubio is doordacht, makkelijk te maken en de verwerking op de werven verloopt vlot. Anderhalf jaar na de conceptpresentatie zat de revolutionaire brik in productie. De extra schaduwvoegen geven de gevels een eigen persoonlijkheid.”

“ Je kan geen 100 jaar worden als je niet elke dag durft te vernieuwen ”

Smallere steen geeft extra woonruimte

De Dubio is een variatie op de N70, op zich al een innovatief geesteskind van Nelissen Steenfabrieken. Een standaard steen is 10 centimeter breed, maar bij de N70 is dat maar 7 centimeter. Dat maakt hem uiterst geschikt voor willekeurige metselverbanden en verwerking met dunne voegen. Het geeft de steen meer karakter, terwijl de muren die je ermee metst net dunner zijn. Door de steen 3 centimeter smaller te maken, win je bij een gemiddelde woning drie tot vier vierkante meter binnenruimte. Die komt goed van pas om je woning extra te isoleren. Tegelijk spaar je mortel uit, omdat je de N70 met lijm tegen de gevel plakt. Ten slotte is hij lichter en dus ook minder belastend voor het milieu.

Totaaloplossing om beter te isoleren

Nelissen biedt een breed gamma aan van bakstenen in een ruime kleurenmix. Tegelijk ontwikkelt het familiebedrijf ook nieuwe bouwtechnieken. Iso-Façade bijvoorbeeld, waarmee je isolatieplaten eenvoudig en rechtstreeks vastlijmt- en schroeft op de binnenmuur. Daarop verlijm je de steenstrippen in een variatie van metselverbanden. Zo isoleer je snel en in één beweging – van onder het maaiveld tot aan de nok – zonder koudebruggen. Het all-in-one systeem kan je voor elke bouwstijl gebruiken. Daarbij is Iso-Façade waterbestendig. Kortom, het is een flexibel systeem waarmee je het milieu spaart en je creatieve mogelijkheden verruimt.

Zandkleurige stenen doen eerste kostschool van Rusland stralen

Letovo is een nieuw stadsdeel van Moskou. Daar liet mecenas en zakenman Vadim Moshkovich in 2018 een unieke kostschoolcampus bouwen. Die biedt onderwijs van de bovenste plank aan een duizendtal begaafde scholieren uit heel het land — ongeacht de financiële draagkracht van hun ouders. Zo kunnen ze gegarandeerd verder studeren aan een van de 10 belangrijkste universiteiten van het land. Architecten Dorte Kristensen en Pascale Leistra (Atelier PRO architecten uit Den Haag) mochten het concept uitwerken: “In overleg met Vadim Moshkovich ontwierpen we een plek waar scholieren, leraren en hun gezinnen een warm thuisgevoel krijgen. De Nelissen-stenen spelen daarin een belangrijke rol. Want zij geven de gebouwen een aantrekkelijke, zonnige uitstraling.”

“De beste leraren van Rusland zorgen voor een revolutionaire onderwijsvorm in een ongeziene infrastructuur”, vertelt Pascale Leistra, die zich bij atelier PRO specialiseerde in schoolontwerp. “De middelbare school heeft een voetbalstadion, een zwembad, indoor sporthallen, basketvelden, een atletiekpiste, volkstuintjes en een boomgaard. Voor elk onderdeel streefden we naar het beste van het beste. Zo ontstond de eerste kostschool in Rusland, georganiseerd volgens de aanpak die in de VS en het Verenigd Koninkrijk gebruikelijk zijn. Alles is erop gericht om zelfstandig leren en werken in kleine (online) groepen te stimuleren. De volledige schoolsite is ontworpen met het oog op het welzijn van de kinderen.”

Zonnige bakstenen

“Voor Vadim Moshkovich zijn warmte en huiselijkheid heel belangrijk. Daarom kozen we voor een zandkleurige baksteen”, zo verklaart Leistra de keuze voor de bakstenen van Nelissen. “In Rusland is het klimaat vaak grijs en somber. In de conceptfase hebben we vaak over dat grauwe weer gefilosofeerd. De gele en ietwat bruine steenkleur doen het schoolgebouw daarom stralen. Het zijn zonnige stenen. De ‘boarding houses’ voor de kinderen en hun docenten kregen een gevel in ietwat donkerdere stenen. Maar ook die kleur sluit aan bij het landschap.”

Een duurzame campus

Leistra ziet de bakstenen als een duurzaam materiaal: “Het ecologische verhaal zit verweven in de tijdloze architectuur. Tegelijk is het ontwerp duurzaam. De akoestiek en de ventilatie verbeteren de leerprestaties en het welzijn van iedereen op de campus. Daglicht dat binnenkomt via de daken, transparante leslokalen …: dat zijn totaal nieuwe fenomenen in Rusland. Voor zonnepanelen, warmtepompen of een ijskelder (voor frisse lucht in de zomer) is het nog een tikkeltje te vroeg. Door de goedkope brandstof is hernieuwbare energie nog minder in trek in de regio.”

“ Voor elk onderdeel van de campus streefden we naar een duurzame oplossing ”

Vleugels die het landschap omarmen

Wie aan Rusland denkt, ziet waarschijnlijk de typische blokkenvorm van een Russisch instituut door z’n hoofd schieten. Maar dat statische, stereotiepe idee is niet van toepassing in Letovo: “De verschillende vleugels van de school passen – dankzij terrasbouw – perfect in het golvende landschap. De gangen vertrekken vanuit het ruime atrium, met veel plaats om elkaar te ontmoeten en te ontspannen. Van daaruit loop je over leerpleinen (waar scholieren van elkaar en zelfstandig leren) naar de ruimtes voor kunst, sport, muziek en theorie. En dat allemaal ingebed in een campus tussen een stuwmeer, een bos en een rivier.”

details

LOCATIE
LETOVO

 

ARCHITECT
ATELIER PRO ARCHITECTEN

Paupys verrast Vilnius met elf kilometer steenstripgevels

Tot 1990 was Litouwen een Sovjetrepubliek. Maar sinds de onafhankelijkheid onderging het een gedaanteverandering. Daarbij passen nieuwe manieren van wonen en leven, inclusief een andere invulling van recreatie en architectuur. Die nieuwe benadering tekent zich af in Paupys Yards Housing. In dit woonproject koos Edgaras Neniškis van architectenbureau Arches bewust voor Nelissen-stenen. Hun kleuren- en vormenspel brengen zijn inspirerende ontwerp voor de buitenwijk in Vilnius tot leven.

Paupys is een buitenwijk in Vilnius, de hoofdstad van de Baltische staat. De naam betekent ‘bij de rivier’. Het project ligt dan ook op de oever van de Vilnelé, de rivier die door de stad kronkelt. Op de plaats die vroeger het industriële stadshart vormde vind je vandaag 100 appartementen, netjes verdeeld over zes volumes met opvallende baksteengevels, daken, ramen, pleintjes en tuintjes. Paupys Yards is een proeftuin voor moderne architectuur en een stadsdeel hors de categorie. Op die manier vormt het een frisse verademing tussen de grauwe en koude Sovjetflats.

Experimenteel park

“De nieuwe wijk is één groot architectuurpark”, merkt Edgaras Neniškis op. “Elk volume is uniek, dankzij verschillende stijlen en specifieke geveldetails. Aan de buitenkant zie je een donkerbruine steen met ‘smoked iron look’. De kleur van een vers gehamerd en afgekoeld hoefijzer verwijst naar het industriële verleden. En voor de binnengevels aan de pleintjes en tuinen kozen we geelachtige en zandkleurige tinten. Door hun reflectie brengen ze meer zonlicht in het project.”

“ Deze proeftuin voor moderne architectuur is een verademing tussen de grauwe Sovjetflats ”

11 kilometer steenstrippen

“Naast de kleur zorgen ook de metselverbanden voor een levendige architectuur”, gaat Neniškis verder. “De steenstrippen van Nelissen kan je combineren in verticale, horizontale en andere metselverbanden. In Paupys Yards Housing zorgen 11 kilometer van die strippen voor een 3D-effect – van buitenaf monumentaal, binnenin sprankelend en divers.”

Spiegel van de rivier

Voor Neniškis sluit de innoverende aanpak van Nelissen aan bij de visie van de bouwheer: “Hij wilde een vibrerende en levendige wijk. Voor de opdrachtgever is Paupys Yards een investering in een nieuwe woon- en leeftoekomst met een toegevoegde waarde.”

 

Door de doordachte vorm gaat Paupys Yards Housing harmonieus op in zijn omgeving. “Door de glazen muur aan de noordkant kijk je uit op de heuvelachtige rivieroevers en de hellingen in het hinter- land. In het zuiden sluit het project aan op de oude stad”, licht Neniškis toe. “De gevels van de verschillende volumes hebben ongelijke hoeken. Dat zorgt voor beweging tussen de gebouwen en daardoor

valt er meer zonlicht binnen. De golvende puntdaken en de silhouetten die ze afgeven, verwijzen naar de voorbeelden in het oude stadscentrum. De binnenpleintjes – met hun veelvoud aan geometrische vormen – doen dan weer denken aan de meanders in de nabij- gelegen rivier.”

details

LOCATIE
VILNIUS

 

ARCHITECT
ARCHES