Projecten

Marhaba! Welkom in Dubai, waar alles mogelijk is

Wat ooit als een klein vissersdorpje begon, is nu een van de grootste metropolen van de wereld. Dubai is één van de zeven emiraten die samen de Verenigde Arabische Emiraten vormen. Er wonen in totaal bijna 200 nationaliteiten, van verschillende etniciteit en geloof.

Dubai biedt een onvergetelijke ervaring aan zijn bezoekers. Of het nu aan de oever van de Dubai Creek is of bovenop de Burj Khalifa (het hoogste gebouw ter wereld): de regio ademt mogelijkheden en innovatie uit. Ook de kustlijn, woestijn en skyline zijn ongeëvenaard.

Zeven zalige buurten

Dubai heeft meerdere trekpleisters. In de 7 buurten is er voor ieder wat wils:

  • In het centrum van Dubai kan je naar hartenlust shoppen, terwijl je geniet van iconische bezienswaardigheden en promenades.
  • Als je van strand houdt, haal je je hart best op bij Jumeira. Hier kuier je over de stranden, op zoek naar de beste restaurants.
  • Vanop het strand van Jumeira kijk je uit over het Palmeiland (de Palm Jumeira). Iedereen kent het iconische eiland wel, gemaakt door mensen in de vorm van een palmboom. Hier kan je terecht voor watersport, aquaria, pretparken … en natuurlijk boetieks.
  • In de oude buurt Deira barst het dan weer van de cultuur en historie. De allerleukste souks vind je ongetwijfeld hier.
  • Als je echt de geschiedenisboeken in wil lopen, zak je best naar Bur Dubai af. Terwijl je de authentieke vissers aan het werk ziet, merk je hoe Dubai ooit is ontstaan.
  • Ben je toch meer voor hippe koffietentjes, kunsttentoonstellingen en wat industrieel getinte architectuur? Dan is Al Quoz de beste buurt om te verkennen.
  • Tot slot kan je in Al Barsha terecht voor bakken vol avontuur. Een voormiddagje indoor skiën, gevolgd door karting? Designer winkels en lekker eten? Het kan hier allemaal.

Wist je dat ...

Dubai zo’n 300 dagen zon per jaar heeft? De temperaturen lopen in de zomer zelfs op tot zo’n 45 graden.

Wist je dat ...

Het nationale dier van de Verenigde Arabische Emiraten de Arabische Onyx is?

Geschiedenis van Dubai

Dubai heeft een vrij korte historie. Pas in de 18e eeuw is het een echte nederzetting geworden. In 1830 nam de Bani Yas stam, onder leiding van de Al Maktoum familie, de macht in Dubai over van de Britten. Het gebied van de Dubai Creek werd toen ingezet als natuurlijke haven. En zo begon het verhaal, van vissershaven tot handelshaven en commercieel centrum. Hierdoor bloeide de souk in Deira ook open, met honderden handelaars die hun waren hier uitstalden.

 

In de periode die volgde, woedden heel wat recessies en oorlogen in de wereld. Met alle gevolgen van dien voor de wereldeconomie … en de ontwikkeling van Dubai. Pas in 1966, met de ontdekking van olie, begon de indrukwekkende groei van de Verenigde Arabische Emiraten écht. De olieinkomsten werden vooral geïnvesteerd in toerisme en handel, om een toekomst na deze eindige inkomstenbron te verzekeren.

 

In 1971 verlieten de Britten Dubai en werden de Verenigde Arabische Emiraten gesticht. Dit feit wordt nog altijd jaarlijks gevierd, tijdens National Day. En de groei? Die is sindsdien nooit meer gestopt.

환영하다, Welkom op Jeju, oftewel het Quelpaardseiland

Ongerepte natuur, een paar leuke steden en de grootste berg van Korea: je vindt het allemaal op Jeju Island.

Dit eiland is ontstaan door vulkaanuitbarstingen van de vulkaan Hallasan, met zijn 1950 meter meteen ook de grootste berg van Zuid-Korea. Maar geen zorgen, de beklimming ervan is goed te doen. Zelfs de oudere bewoners van het eiland wagen zich nog regelmatig aan de klim.  

 

Jeju eiland was al bewoond voordat de Westerse jaartelling begon. Meer dan 2000 jaar later – sinds 2007 – prijkt het hele eiland op de Werelderfgoedlijst van Unesco! Niet verbazend, als je al het moois ziet in het Hallasan National Park. Bovendien moeten de stranden van dit eiland niet onderdoen voor de Insta-famous stranden van bijvoorbeeld Boracay of Tulum. Hamdeok beach is een geweldige plek om tot rust te komen. En als je op zoek bent naar avontuur, zijn de lavagrotten echt iets voor jou.

steden

De hoofdstad van Jeju is de gelijknamige stad Jeju (Koreaans: Jejusi (제주시, 濟州市)). Deze stad ligt op het noordelijke deel van het eiland en is met 338.000 inwoners de grootste stad van het eiland. De tweede stad, Seogwipo, omvat het zuidelijke deel van het eiland. Seogwipo is in 2006 ontstaan uit het samenvoegen van het oorspronkelijk Seogwipo, Kujwa en Taejong.

Natuurlijk

Jeju is een vulkanisch eiland en is in zijn geheel gevormd door vulkanische erupties van honderden miljoenen jaren geleden. Het bestaat grotendeels uit basalt en andere stollingsgesteentes. De hoogste berg op het eiland is de uitgedoofde vulkaan Hallasan. Met 1950 meter is deze berg de hoogste van het eiland en van heel Zuid-Korea.

Maatschappij en cultuur

Vanwege de relatieve isolatie van het eiland heeft de cultuur en taal van Jeju zich onafhankelijk ontwikkeld van die van het vasteland. Er zijn talloze lokale legendes over het eiland en waarschijnlijk het meest in het oog springend is de zogenaamde dol hareubang (Stenen grootvader) die uit blokken lava worden gehouwen.

Een ander aspect waarmee de cultuur op Jeju zich onderscheidt is de familiestructuur waarbij de vrouw aan het hoofd van de familie staat. Het matriarchaat komt vooral voor op de eilanden Udo en Mara, maar komt ook in de rest van de provincie voor. Het beste voorbeeld van deze familiestructuur kan waarschijnlijk toe worden geschreven aan de haenyeo (“zeevrouwen”), die vaak het hoofd van de familie waren omdat zij voor de inkomsten zorgden. Deze vrouwen duiken het gehele jaar door, zonder speciale uitrusting, op zoek naar allerlei schelp- en schaaldieren.
De laatste jaren is het aantal actieve haenyo sterk gedaald.

Wist je dat ...

Op Jeju komen er enkele ‘endemische ondersoorten’ van zoogdieren voor, waaronder een ondersoort van de Noordse spitsmuis (die pas ontdekt is in 2005!).

Wist je dat ...

In totaal leven er 16 à 18 soorten inheemse zoogdieren op het eiland, waarvan de Siberische ree het grootste is.

Geschiedenis

Jeju kent een lange geschiedenis en werd al voor het begin van de westerse jaartelling bewoond. Door de eeuwen heen maakte het deel uit van verschillende rijken en werd het betwist tussen Korea en Japan.

 

Door zijn geïsoleerde ligging heeft het eiland heel andere ontwikkelingen meegemaakt dan het vasteland van Korea. Dit wordt getoond in de andere gebruiken en gewoonten, de andere religieuze gewoonten en het sterk afwijkende dialect van het eiland, dat veel meer oude vormen uit de Koreaanse taal heeft gehandhaafd.

 

Door zijn isolatie van het vasteland werd Jeju een oord waar bannelingen en ongewenste personen naartoe werden gestuurd. Pas aan het einde van de 19e / begin 20e eeuw kwam er een regelmatige verbinding met het vasteland tot stand.

Door al deze omstandigheden werden en worden bewoners van dit eiland en de omliggende eilanden erg gediscrimineerd en komt tot in de 21e eeuw de geschiedenis van de eilanden nauwelijks aan bod in de Zuid-Koreaanse geschiedenisboeken.

Swam-stenen doen stationsbuurt in Lille bruisen

Een kwarteeuw geleden kreeg de Noord-Franse metropool Lille een eigen TGV-halte: Lille Europe. Rond dat legendarische station groeide organisch een nieuw zakendistrict. Euralille is goed voor 140.000 vierkante meter woon- en kantoorruimte, inclusief 120 shops. 25 jaar nadat de eerste TGV in Lille stopte, ging de ontwikkeling een volgende fase in, met de opening van het Swam-complex. Dat complex beschikt over een hotel met 112 kamers, 2 restaurants en 6.000 vierkante meter kantoor- en winkelruimte. Salomé Keller (architecte van De Alzua+ in Lille) gaf deze stadsvernieuwing in de stationsbuurt kleur met de stenen van Nelissen Steenfabrieken.

De naam ‘Swam’ is het resultaat van een schalks woordspelletje. Het verwijst namelijk naar wat je hoort als iemand ‘Souham’ uitspreekt – een voormalig militair bolwerk pal tegenover het winkelcentrum Euralille. Als nieuw stadsdeel is Swam onderdeel van het veel grotere ‘Euralille 3000’-project. Daarmee wil Lille zich als derde grootste zakencentrum van Frankrijk consolideren en tegelijk het Euralille-hart gezelliger maken.

Bewust gezocht naar extra beleving

Volgens Salomé Keller was er nood aan een make-over: “Euralille worstelde met een aantal lacunes. De belangrijkste? Er was geen enkele vorm van wonen, laat staan van uitgaansleven. Als nieuw stadskwartier zorgt Swam ook ‘s avonds en in het weekend voor beleving en gezelligheid. Dat maakt het veel aantrekkelijker om hier een stapje in de wereld te zetten.”

Smaakt naar meer

“Binnen Swam krijgt het ‘Mama Shelter’-hotel een prominente rol”, vertelt Keller. “Het gastronomische restaurant legt met haar innovatieve en ongebruikelijke concept bovendien een nieuwe maatstaf aan. Vanuit het twee verdiepingen tellende klasserestaurant op het dak krijg je een prachtig panorama over Lille en het Park Matisse, de grootste groene long van Euralille. Via een steil oplopende promenade rond de site loop je zo naar de winkels, kantoren en het andere restaurant.”

“ Swam bewijst dat je een stadskwartier kan heruitvinden met respect voor erfgoed ”

Specifiek shoppen in historische setting

“De bouwheer wilde van de shops echte nichewinkels maken: conceptstores in decoratie, design en wonen”, beklemtoont de architecte. “Dat spreekt tot de verbeelding, net zoals de historische plek waarop Swam is gebouwd: de resten van de oude stadswallen en van de versterkte vesting Saint-Maurice zijn respectvol verwerkt in het totaalconcept. Ze vormen een intrigerend contrast met de moderne architectuurparels van het ‘Mama Shelter’-hotel en het winkel-werk-complex.”

Oud en nieuw versterken elkaar

Voor Keller is Swam het bewijs dat je een stadskwartier kan heruitvinden met respect voor historisch erfgoed: “De grootste uitdaging? De kazerne combineren met moderne gebouwen van glas, staal en bakstenen. Maar dankzij moderne toepassingen gaven we de traditionele baksteen een moderne look. Nelissen ontwikkelde speciaal voor ons project een roodbruine steen. Die verwerkten we onder andere als ‘moucharabieh de briques’ in de parking-façade. Door die claustraachtige bouwtechniek ontstaan esthetische openingen in de muur, die ventilatie garanderen. De combinatie van die iconische gebouwen geeft Euralille – en meteen ook de rest van Lille – een nieuwe skyline.”

details

LOCATIE
LILLE

 

ARCHITECT
SALOME KELLER

Duurzaam provinciehuis symboliseert een Limburgs dorp op mensenmaat

Zou je over het Provinciehuis in Hasselt kunnen zweven, dan zie je meteen de symboliek in de vormgeving. Vanuit vogelperspectief lijkt het imposante gebouw wel een aaneenschakeling van kleinschalige huizen, inclusief binnenkoer. Een bewuste keuze van Michel Jaspers (86), al 62 jaar architect, zo blijkt: “Zo ligt de klemtoon meteen op ‘huis’. Tegelijk krijgt het gebouw daarmee het karakter en het uitzicht van een typisch Limburgs dorp.” En in dat concept spelen de bakstenen van Nelissen Steenfabrieken een belangrijke rol.

De Limburgse gastvrijheid is genoegzaam bekend. Limburgers gaan gemoedelijk en hartelijk met elkaar om. “Die omgang wilde ik vatten in het ontwerp”, vertelt Michel Jaspers. “Daarin draait alles rond de structuur en de ziel van een dorp. De centrale gang lijkt een brede, overdekte straat met aan weerskanten burelen. In het midden vind je een glazen serre met cafetaria. Kortom, het is net een dorp waar mensen naartoe komen om elkaar te ontmoeten. En dat maakt het voor de ambtenaren tot een warme, gezellige en huiselijke werkplek.”

Eigenheid en volksaard

Naast de typische dorpsvorm liet Jaspers zich inspireren door de Limburgse volksaard: “Omdat ik hier jarenlang heb gewoond en gewerkt, ken ik de Limburgers en hun gewoontes. Limburgers ontvangen de mensen met open armen. Ze zijn een gemoedelijk, gezellig en vriendelijk volk dat altijd klaarstaat voor een plezante babbel.”

 

De bakstenen van Nelissen vertalen die Limburgse identiteit en karaktertrekken. “Voor het Provinciehuis koos ik bewust voor bakstenen gemaakt van löss-leem – een typisch Limburgs product”, merkt Jaspers op. “In overleg met Nelissen bepaalden we de unieke kleur. Het mocht geen donker gebouw worden. Daarom gingen we voor een genuanceerde, okergele steen: de olympia. Die past mooi bij de blauwe steen uit het Luikse Vinalmont. De combinatie tussen dat okergeel en blauwgrijs vormt de grammatica die het Provinciehuis rust doet uitstralen.”

“ De combinatie van Limburgse baksteen en Luikse natuursteen geeft het Provinciehuis een warme en vertrouwde uitstraling ”

Duurzaam ontwerp

“Bakstenen zijn warme en energiezuinige materialen. Dankzij de extra muurisolatie is het Provinciehuis een duurzaam gebouw”, legt Jaspers uit. “De buitengevels en de binnenmuren bestaan uit grote partijen gemetselde baksteen. Maar dankzij de lichtstraten en de glaspartijen valt er natuurlijk licht binnen. Dat vergroot het welbehagen voor iedereen in het gebouw.”

Gebouwd voor de toekomst

Tijden veranderen. Daar hield Jaspers rekening mee in zijn ontwerp: “De ‘durabiliteit’ van mijn ontwerp is een ecologische meerwaarde. Want je kan het gebouw vrij eenvoudig een nieuwe bestemming geven. Stel bijvoorbeeld dat de provincie als bestuursniveau verdwijnt. Dan kan je de kantoren vrij makkelijk omturnen tot klaslokalen, studentenkoten of kamers voor bejaarden. Dat het ‘huis van Limburg’ nu al laagdrempelig en dus toegankelijk is, kan alleen maar helpen om iedereen te overtuigen binnen te stappen – nu en in de toekomst.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT

PEETERS & GIELEN DELHAIZE & JASPERS

Mediahuis is ‘hot news’ dankzij handgevormde gevelstenen

In 2019 maakten de iconische gebouwen van de Concentra-uitgeverij, -drukkerij plaats voor een nieuw vlaggenschip: het Mediahuis. Daarin is – naast de redactie van Het Belang van Limburg – nu ook plaats voor TVL, de regionale Limburgse televisiezender. Het gebouw krijgt extra cachet door het kleurenpalet van de handgevormde stenen die Nelissen speciaal voor dit project ontwikkelde. Geert De Clerck van eld architecten vertelt graag over de geboorte en de kracht van die steen.

“Waarom we voor Nelissen kozen? Omdat ze actief met ons wilden meedenken over een unieke steen”, vertelt Geert De Clerck. “Daarin hebben we de wensen van de bouwheer gecombineerd met onze ideeën over de structuur en de kleuren. Want de combinatie van al die parameters zat nog niet in het Nelissen-gamma.”

Nelissen 100 jaar

Proefmuurtjes bouwen

“Andere steenfabrieken stellen hun stenengamma voor en daar moet je het vaak mee doen”, geeft de projectarchitect aan. “Bij Nelissen heb je veel meer keuzevrijheid. We bouwden zelfs proefmuurtjes met verschillende stenen. Net zolang tot we de baksteenvorm en kleuren vonden die pasten bij onze smaak en ons gevoel. Je kan wel praten over het mixen van kleisoorten of het met de hand bezanden van stenen, maar op zo’n moment ervaar je de kennis echt aan den lijve.”

Niet extravagant

“Oorspronkelijk wilden we voor een felrode steen gaan”, herinnert De Clerck zich. “Maar die felle kleur viel niet in de smaak bij mevrouw Baert, de vroegere eigenares van Concentra. In overleg met haar werd het een grijze steen, met donkerbruine en paarse tinten. Die kleurencombinatie is ideaal om het Mediahuis een opvallend uiterlijk mee te geven, zonder dat de kleur een overdreven extravagante indruk nalaat. De steen verheft het gebouw boven het voorspelbare en het modale.”

Nelissen 100 jaar

“ De steen van het Mediahuis combineert de wensen van de bouwheer met de ideeën van de architect: zo ontstond een nieuwe kleurencombinatie”

Modern met historische roots

“Omdat het moderne gebouw in het rijke verleden is verankerd, heeft het een signaalfunctie naar de omgeving”, licht De Clerck toe. “De gelede architectuur overstijgt het alledaagse dankzij de verspringingen en verdraaiingen in de gevel. Door te spelen met de volumes voorkom je dat je het gevoel krijgt naar gestapelde dozen te kijken. De hedendaagse bouwstijl – met de traditionele materialen – knipoogt naar het oude gebouw door de horizontale betonbanden, het kleurenpalet en de lichte architectuur. Daarmee is het Mediahuis een speels en dynamisch huis.”

Het neusje van de zalm

Naast dynamisch is het mediahuis ook energievriendelijk, volgens De Clerck: “Het is niet volledig passief, maar een bijna energieneutraal gebouw. De schil rond het gebouw zorgt voor extra energiebesparing. In de winter houden dikke betonvloeren de warmte vast, terwijl ze in de zomer net voor welkome afkoeling zorgen. Op het dak liggen zonnepanelen én staan er – net zoals in de kelder – warmtepompen. De waardevolle eiken in de oorspronkelijke tuin hebben we zoveel mogelijk behouden. Van de gekapte exemplaren lieten we vergadertafels en zitelementen maken. Zo blijven de bomen toch nog aanwezig op de nieuwe site.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT

ELD

Vuurrode baksteen symboliseert zonsopgang op Koreaans vulkaaneiland

Jeju Island staat bij insiders bekend als het Hawaï van Zuid-Korea. UNESCO erkende dit vulkanisch eiland in de Gele Zee – dat wemelt van de kraters, watervallen en grotten – niet voor niks als werelderfgoed. Daarmee oefent het een enorme aantrekkingskracht uit op kunstenaars uit de hele wereld. Tussen de tientallen galerijen op het eiland springt er eentje uit de band: in Gallery Daisy verzamelt Jihoon Jang moderne kunst. Daarvoor liet hij een iconische piramide bouwen in rode baksteen van Nelissen Steenfabrieken.

De spaans rood-bakstenen geven de galerij een vurige uitstraling, die meteen je aandacht trekt. Maar ook de vorm valt op. Want Jihoon Jang etaleert zijn pronkstukken in een half afgewerkte piramide: “Omdat de top ontbreekt, lijkt de piramide afgeknot. Als je door de ijzeren toegangspoort binnenstapt, groeit het gevoel dat je in een heiligdom of schrijn binnenstapt. Dat de galerij geen enkel raam heeft, versterkt de ervaring.”

 

“Kunstenaars uit heel de wereld willen hun werk in Gallery Daisy tentoonstellen”, vertelt Jang. “Ik zie dit ook als een plek waar verschillende culturen en kunstgenres elkaar ontmoeten. Vanuit die gedachte ben ik aan de piramide begonnen.”

Natuurlijke look

“Baksteen is één van de meest natuurlijke materialen”, gaat Jang verder. “In het Nelissen-gamma vond ik de kleistenen met de exacte look die ik voor ogen had toen ik het concept bedacht. Hun handvormstenen zijn van een uitstekende kwaliteit en hebben een natuurlijke textuur.”

 

Korea produceert ook bakstenen, maar voor Jang voelen die minder exclusief en uitgesproken aan: “Bij Nelissen kies je uit een grote verscheidenheid aan kleuren. De spaans rood heeft de oranje- rode uitstraling die ik zocht. Voor mij symboliseert die de gloed bij zonsopgang op Jeju Island. De beige-grijze voegen doen de galerij oplichten in het landschap. Daarmee is het een stralende landmark waarin je cultuur kan proeven. En ik merk dat de rode baksteen andere eilandbewoners inspireert, want je ziet ze nu alsmaar vaker opduiken.

In het groen

“Het mythische en ietwat geheimzinnige gebouw heeft een sobere look”, merkt de kunstenaar op. “Juist die soberheid – zonder tierlantijntjes – laat de galerij aansluiting vinden bij de haar omringende natuur. Daardoor komt de kunst veel beter tot haar recht dan ergens midden in een drukke stad. Het piramide-gebouw is trouwens een kunstwerk op zich. De tienduizenden bakstenen vormen één aangesloten geheel, zonder afleiding door details. De schoonheid van de galerij als gebouw komt hierdoor beter tot uiting.”

“ Tienduizenden bakstenen vormen één aaneengesloten piramide ”

details

LOCATIE
JEJU ISLAND IN ZUID-KOREA

 

ARCHITECT
O ARCHITECTS

UV-bestendige stenen veroveren het zonnige Midden-Oosten

Elk jaar is Dubai – in de Verenigde Arabische Emiraten – vier dagen lang het mekka van de bouwsector. Zo’n 80.000 bouwprofessionals stromen uit alle hoeken van de wereld samen voor ‘The Big 5’, de grootste bouwbeurs in het Midden-Oosten. Tussen de meer dan 3.000 exposanten is Nelissen de enige Belgische baksteenfabrikant. Waarom vallen de bakstenen van Nelissen in de smaak? En hoe verlopen de contacten op het Arabische schiereiland? Jeroen Bartels, Exportmanager van Nelissen, klapt uit de biecht.

“‘The Big 5’ is een venster op de wereld”, zegt Jeroen Bartels. “Je ontmoet er mensen uit alle windstreken en culturen. Het ene moment leg je aan een Noor uit welk gamma van bakstenen we aanbieden, het andere moment ben je aan de praat met een importeur uit Koeweit.”

 

Dubai staat op veel domeinen gekend als een waardevolle hub, niet in het minst voor de bouw. “Het emiraat is vlot bereikbaar vanuit de rest van de wereld”, weet Jeroen. “Wij hebben bijvoorbeeld geen visum nodig om binnen te komen. Als uitvalsbasis naar andere landen in het Midden- en zelfs Verre Oosten is het een ideale plek om nieuwe importeurs te vinden. Bovendien hebben we Dubai nodig om die nichemarkt uit te breiden. Daarin zijn onze contacten met architecten en bouwpromotoren erg belangrijk”.

Baksteenmozaïeken

In het Midden-Oosten spelen bepaalde eigenschappen van de stenen een belangrijkere rol dan elders, vertelt Jeroen: “Met name de belasting van UV-stralen. Onze stenen verbleken niet door de zon, wat in die regio’s natuurlijk een groot voordeel is.”

 

Daarnaast springen Arabieren graag creatief om met bakstenen. “In deze regio gebruikt men bakstenen vaker om het interieur op te smukken. Steenstrippen zijn er bijvoorbeeld helemaal ingeburgerd. Ze zagen die in kleinere stukken om muurmozaïeken te leggen. Bakstenen voor buitengevels zijn dan weer minder populair. Om huizen een meer mediterrane uitstraling te geven, wordt er veelal gekozen voor bepleisterde gevels.”

Eigen manier van zaken doen

De zakenwereld in het Midden-Oosten kent zijn eigen regels en gewoontes, vertelt Jeroen: “Mensen nemen er veel meer tijd om een deal te sluiten en onderhandelen intens. Maar als je je deze gebruiken eigen maakt, is het prettig zaken doen. Politiek en geloof spelen geen rol bij het zakendoen. Maar je houdt er natuurlijk wel rekening mee. Met een importeur die als moslim zijn geloof strikt volgt, drink je samen een thee of koffie. En met iemand die minder praktiserend is, nip je al eens van een wijntje of drink je een frisse pint.”

“ In het Midden-Oosten springen ze erg creatief met bakstenen om ”

Wederzijds respect

Nelissen geniet in het Midden-Oosten groot respect. Het feit dat het familiebedrijf al 100 jaar bestaat, maakt indruk. Dat respect is wederzijds. Zo blijkt uit de manier waarop Nelissen de bakstenen transporteert naar de regio: “Als je 7.000 kilometer van huis bakstenen levert, gaat er extra zorg uit naar het transport. De stenen worden met zeecontainers op schepen naar het MiddenOosten gevaren. Na zes weken komen ze aan op hun bestemming. De transportkosten, goed voor 1.500 euro per vracht, nemen we voor onze rekening”.

“Warme kleuren passen bij de volksaard van de Walen”

Het zuiden van het land was jarenlang een witte vlek voor Nelissen. Tot Gaston Nelissen en zijn neef Guido Gevers – leden uit de derde generatie – het geweer van schouder veranderden. Ze vonden een geschikte partner met een breed netwerk en ervaring in de bouwsector: Select Home. Vanuit het Luxemburgse Marche-enFamenne bestreek oprichter Michel Seleck (76) heel Wallonië: speciaal voor dit jubileumboek verklapt hij graag zijn prospectietactiek.

De eerste klant die Michel aan de haak sloeg voor Nelissen, was een buitenbeentje. “Hij was geen handelaar in bouwmaterialen, maar een ‘marchand’ in kolen die ook bakstenen verkocht”, herinnert Michel Seleck zich. Daarna deinde het afzetgebied als een olievlek uit. “Ik ging bijna dagelijks de boer op in Wallonië en kwam over de vloer bij zoveel mogelijk bouwhandelaars.”

Nelissen 100 jaar

Le franc parlé

Het afschuimen van de Waalse markt loont. In debuutjaar 1986 boekt Michel meteen een zakencijfer van 18.500 euro. Nadien neemt de omzet een hoge vlucht: van een omzet van 1,2 miljoen euro in 1994 en 5 miljoen euro in 2007 tot 20 miljoen euro vandaag, goed voor zo’n 25 miljoen bakstenen. “Ik was kind aan huis bij bouwhandelaars”, onthult Michel Seleck. “Het zijn vrienden geworden. Zo bleef ik de concurrentie een stap voor. Walen houden van gesprekken onder vier ogen. Zo kon ik 80 procent van de visites met succes afsluiten.” Jaarlijks legde hij op z’n ronde door Wallonië een slordige 80.000 kilometer af. “In de koffer van mijn wagen lagen steevast paneeltjes met bakstenen. Dat was mijn ‘marchandise’. En daarna begon ik ‘le franc parlé’: een gesprek over koetjes en kalfjes maar ook over privézaken. Pas tegen het einde van de babbel ging het over bakstenen. Ik had ‘la tenacité de vendre’ zoals ze hier zeggen. Volharden in het onderhandelen”.

Van Batimoi naar eigen showroom

Select Home was ook prominent aanwezig op Waalse bouwbeurzen, zoals Habitat en Batimoi. “Goed 20 jaar had ik op Batimoi een stand. Na afloop van elke beurs namen de bestellingen toe. Enkele jaren geleden gooiden we het over een andere boeg: we investeerden in een eigen pand en richtten op het gelijkvloers een moderne showroom in”, aldus Seleck senior.

Nelissen 100 jaar

“ Walen houden van gesprekken onder vier ogen ”

Walen zijn ‘chaleureux’

De politiek en de bouwsector waren nauw verweven in Wallonië. Michels zoon Hervé Seleck – die jarenlang samenwerkte met z’n vader en vanaf 2000 vertegenwoordiger is voor Nelissen in Wallonië en het groot-hertogdom Luxemburg – beaamt wat z’n vader zegt. “De provinciebesturen en de minister van stedenbouw schrijven de kleur van bakstenen voor”, weet Seleck junior. “Zo kiezen onder andere Namen en Luik voor rode bakstenen, terwijl Henegouwen andere kleuren verkiest”, glimlacht hij. 

 

De laatste jaren neemt de politieke invloed stilaan af. “Nu zijn het gemeentebesturen die de kleur voorschrijven. Ze stellen zich hierin vrijer op”, stelt de jonge Seleck. Vandaag verandert ook het commerciële contact. “Ik ga nu langs bij gemeentelijke stedenbouwkundige experts, bouwpromotoren en architecten. Ze kiezen mee de kleur en het formaat van de stenen. Jonge architecten prefereren nieuwe kleuren en vormen van bakstenen. Wat overeind blijft in Wallonië, zijn echter de warme kleuren. Ze passen bij de volksaard van de Walen, die ‘chaleureux’ zijn”.

Hoe baksteenminnend Duitsland
het eerste exportland werd

1985 was een scharnierjaar in het bestaan van Nelissen Steenfabrieken. De derde generatie investeerde dat jaar miljoenen in nieuwe ovens en machines, met een sterke toename van de productie tot gevolg. Een zet die noodzakelijk was om de grote vraag naar bakstenen bij te benen: zowel in eigen land als – voor het eerst -over de Duitse grens. Om Duitsland te prospecteren, deed Nelissen een beroep op Joep Schins. De man die zich ‘de allereerste importeur van Nelissen’ mag noemen, neemt ons mee in het verhaal achter de export naar onze oosterburen.

“In België waren er op dat moment al redelijk wat baksteenspecialisten actief”, zo blikt Joep Schins terug. “Duitsland was voor Nelissen een onontgonnen gebied. Maar het had veel potentieel, gezien de grote vraag naar bakstenen.”

“Troefkaarten”

Joep had drie troeven in handen om Nelissen op de kaart te zetten: de kwaliteit, het uitgebreide kleurenpalet en de reputatie als gezond familiebedrijf “Eerst richtte ik me op de grote spelers in het noorden. Een gebied met een echte baksteencultuur. In die streek ontgint men rode klei om er bakstenen van te maken. Maar Nelissen produceerde stenen van rode, roze, gele én gemengde klei.”

“ Daar zat ik dan: alleen aan een rijkelijk gedekte tafel, terwijl de ouders en zeven kinderen op een rijtje toekeken ”

Nieuwe afzetmarkt

Het zuiden van het land vergde een totaal andere aanpak: “Daar bouwt men veel minder met bakstenen en overheerst de ‘Putz’. Huizen worden opgetrokken met blokken van kalksteen die men nadien bepleistert.” 

 

Joep vond er een opmerkelijk gaatje op de markt. “De Duits-Russische boeren zijn geboren met een baksteen in hun maag”, zo legt hij uit. “En hun aanvankelijke huurwoningen vielen te klein voor hun – doorgaans grote – gezinnen. Een eigen huis biedt in zo’n geval de oplossing.”

Aan tafel

Joep zette plannen om in de praktijk, laadde zijn busje vol met 80 baksteenstalen en ging langs bij bouwlustige boerengezinnen. Zij onthaalden hem met open armen. Hij herinnert zich een memorabel bezoek: “De deal was rond en ik stapte met een tevreden gevoel mijn busje weer in. Net op dat moment verzocht het gezin me weer naar binnen te komen. Ik moest naar de eetkamer op de eerste verdieping. Op de muur stond in koeien van letters ‘Jezus, ik hou van je’.”

 

“Ze vroegen me plaats te nemen aan het hoofd van een lange, gedekte tafel. Ik kon kiezen uit wel acht soorten brood, charcuterie, kaas en confituur. Langs de tafel bleven vader, moeder en hun zeven kinderen op een rij staan. Ze keken toe terwijl ik van al het lekkers proefde. Niet de meest comfortabele ervaring, maar het toonde hoe dankbaar de mensen waren dat ze een stap dichter bij hun eigen huis stonden.”

Baksteenvariatie in de veiligste woonplaats van het land

Casteau (bij Mons) vormt de thuisbasis van het militair hoofdkwartier van de NAVO. Over een periode van zes jaar verrijst hier een nieuw dorp voor 2.000 officieren en hun gezinsleden, afkomstig uit 29 landen. Na een volledige tabula rasa telt Shape Village uiteindelijk 300 woningen en 300 appartementen. Samen vormen ze de veiligste woonplaats van het land. Dankzij de gevarieerde ontwerpen van architectenbureau DSS+, Atelier MA+P, Axi(h)ome en Archiwind krijg je een aangename variantie in een groene, landelijke omgeving. De Nelissen-bakstenen geven het dorp een kleurrijke en originele uitstraling.

De architecten duiden de gedurfde baksteenkeuze: “Daarmee maken we een statement naar de buitenwereld. De stenen zijn onze nationale trots. Want iedere Belg is met een spreekwoordelijke baksteen in de maag geboren, toch? Als je dan kiest voor een steen van bij ons, zet je ons Belgisch kunnen op de kaart. Want met het dorp trakteren we bewoners uit 29 landen op moderne architectuur, met bakstenen die harmonieus variëren in vorm en kleur.”

Spelen met bakstenen en kleuren

De tijd dat je militairen met hun kroost in een grauwe, troosteloze kazerne huisvest, is voorbij. “In het nieuwe dorp is er niet één huis of flat dat op een ander lijkt”, vervolgen ze. “We creëren een aangename, warme en landelijke omgeving die iedereen uit de multiculturele militaire gemeenschap samenbrengt. De diversiteit in bouwstijl en bakstenen breekt helemaal met het verouderde idee van stereotiepe kazernes.”

Tussen licht en donker

“In het ontwerp spelen twee Nelissen stenen de hoofdrol,” vertellen de architecten. “De carma combineert zwart met grijs en de borlo heeft een lichtbruine grondkleur met beige en witachtige accenten. Het zijn warme stenen die via de buitengevels voor een verrassend spel tussen licht en donker zorgen. Als briques saillantes springen ze zelfs letterlijk uit de gevels. En via claustra’s kan er natuurlijk licht door de achtergevel binnenvallen. Dat spel van vormen en kleuren zorgt voor een levendige en aangename woonomgeving.”

“ De diversiteit in bouwstijl en bakstenen breekt totaal met het verouderde idee van stereotiepe kazernes ”

Een open campus

“Door het groen te laten primeren, staat het welzijn van de militairen en hun gezinnen voorop”, leggen ze uit. “Bij elk huis staan verschillende bomen. En door de open gazons lopen fiets- of voetpaden voor de zachte mobiliteit. In de landelijke omgeving mogen wel auto’s komen, zolang ze niet sneller dan 20 kilometer per uur rijden. Het dorp is zo open mogelijk: dus mét kronkelende, smalle paden tussen de vrijstaande woningen en zonder condominiumachtige poorten of omheiningen.”

details

LOCATIE
SHAPE, MONS

 

ARCHITECT
ARCHITECTENBUREAU DSS+ ATELIER MA+P
AXI(H)OME
ARCHIWIND