Familieverhalen

Dagboek Alfons Nelissen
Stichter Steenbakkerij Nelissen

Van droom naar daad

We schrijven den datum veertiende september in het jaar negentienhonderdtwintig:

Ik help mijn vader al jaren in zijn dorpssmidse. Uren sta ik aan de blaasbalg. De walmen van het hete kolenvuur verheffen ademhalen tot een opdracht. En de zware hamerslagen op het aambeeld blijven tot ’s avonds laat nazinderen. Het is hard labeur: elke dag ga ik zo zwart als roet, met blaren op mijn handen en pijn in mijn armen naar huis. Maar pa was duidelijk: ik moest en zou in zijn voetsporen treden en smid worden. En vaders wil is wet. Ik gehoorzaam blindelings, het is thuis van te werken! Mijn moeder heeft een winkel van specerijen, koffie van Maastricht, garen, wollen mutsen, lijnkoeken, tabak, sigaren, klompen en … fietsen. Ook in de winkel is het zwoegen.

Dromen van een steenbakkerij

Mijn schoonbroer is douanier in Kessenich. Hij is getrouwd met de zus van mijn vrouw, dus komt hij geregeld bij ons over de vloer. En dan vertelt hij telkens opnieuw over de camions met bakstenen die hij dagelijks vanuit het douanekantoor de grens ziet oversteken. Daarbij vraagt hij – iedere keer opnieuw – waarom wij niet samen een brikkenbakkerij beginnen. Dat doet de droom van een eigen steenbakkerij groeien. Na lang wikken en wegen, heb ik ja gezegd. Ik ga met hem in zee: hij zorgt voor de verkoop en administratie, ik voor de veldoven en de levering van onze brikken.

Nelissen 100 jaar

Toestemming van de gouverneur

We schrijven den achtste oktober in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Ik ben al vroeg wakker. Iets zegt me dat dit een mooie dag wordt. Mijn maag gromt meer dan andere ochtenden. Ik heb grote honger. Zowel naar een stevig ontbijt als naar een nieuw avontuur, als alternatief voor het harde labeur in de smidse. Mijn vrouw is spek en eieren aan het bakken op het moment dat de bel gaat. “Wie belt er nu zo vroeg? En waarom zo vaak na elkaar?” Als ik de deur open, zie ik de postbode staan. Hij overhandigt me een aangetekende brief. Ik teken af en wens de immer vriendelijke man een fijne dag.

De bevrijdende brief

Met mijn ogen naar de hemel, prevel ik: “God, laat het goed nieuws zijn!” Met een klein hartje doe ik de envelop open. Het blijkt een brief van de provincie. Daarin laat zijne excellentie de gouverneur weten dat ik van de bestendige deputatie in Limburg een vergunning krijg voor een briqueterie. “Ongelooflijk. On-ge-loof-lijk!” Ik herlees de brief verschillende keren om zeker te zijn. Maar inderdaad, ik kan eindelijk met mijn schoonbroer onze steenbakkerij oprichten. Eindelijk brikken bakken in plaats van elke dag naar de smidse te trekken …

Nelissen 100 jaar
Nelissen 100 jaar

In een veldoven eigen klei bakken

In de keuken vertel ik mijn vrouw het heuglijke nieuws. Ook zij kan het amper geloven. Ze heeft ons idee van bij het begin gesteund. Meer nog, via een erfenis is de leemrijke grond aan de Kiezelweg haar eigendom. De metersdikke Löss-laag is ideaal om tientallen jaren sterke en vorstbestendige brikken te bakken. Daarvoor mag ik nu dus een veldoven – ‘veldbrand’, zoals ze hier zeggen – op de Helle bouwen, het plateau van Kesselt in mijn geliefde dorp. Als diepgelovig man dank ik de heer door een kaars te laten branden in de kerk naast ons huis. Daarna steek ik uit pure tevredenheid een dikke sigaar op en ik schenk mezelf een borrel in. “Ah, dat witteke smaakt!”

Onder positief gesternte

We schrijven den datum elfde november in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Gelukkig is de Groote Oorlog voorbij, want dat waren bangelijke en onzekere jaren. Veel woningen en boerderijen liggen nog altijd in puin. Het land opnieuw opbouwen, is een zaak van algemeen belang voor de regering. In de Gazet van Limburg bots ik op een ‘annonce’ waarin de regering ondernemers met goesting en durf oproept om … steenbakkerijen te starten. Want de vraag naar bakstenen en pannen is gigantisch. Daarom verbiedt het gouvernement de export en bestelt het zes miljard brikken bij verschillende steenbakkerijen. Ik heb meteen gereageerd, want ik kan me geen betere start wensen: de staat betaalt goed en ze levert de kolen om de veldovens te stoken.

Van hout naar baksteen

Houten en lemen huizen verdwijnen uit het straatbeeld. Mensen willen een woning in baksteen. Met de vergunning voor de komende drie jaar kunnen we aan de slag. Maar ik voel dat de vraag nog sterk gaat stijgen. Want de economie is na de oorlog explosief beginnen groeien. Misschien moet ik maar meteen een brief naar de deputatie schrijven om de vergunning van drie jaar onmiddellijk te verlengen. Want de toekomst is aan de durvers!

Innoveren en kwaliteit leveren

We schrijven den datum den elfde februari van het jaar negentienhonderdtweeëntwintig:

Vandaag is het zover. Ik heb véél goesting om eraan te beginnen. Door samen te werken met vakmannen, leer ik de stiel door en door kennen. Zo wil ik tot nieuwe ideeën voor de steenproductie, -samenstelling en -vorm komen. In het begin stoken we met steenkool uit de Kempense mijnen, die de staat ons levert. Maar daarna wil ik op gas overschakelen. Onze eerste vrachtwagen is besteld. Die kan vijf ton stenen vervoeren: dat zijn vijftienhonderd brikken per vracht – ongeveer de helft van wat je nodig hebt voor een huis.

Nelissen 100 jaar

Via de weg, het spoor en het water

Dat onze steenbakkerij aan de Kiezelweg ligt, is een belangrijke troef. Want via die staatsbaan kan je rechtstreeks naar Maaseik, Maastricht, Riemst en Tongeren. Tegelijk is er ook een tramlijn. Daarom heb ik een vergunning aangevraagd voor een rangeerstation. Zo kunnen we de brikken per tram naar de klanten brengen. Ik hoor vertellen dat ze binnenkort een kanaal gaan graven. Dan kunnen we ook langs het water transporteren, en hoeven we niet alles via de vrachtwagen te vervoeren.

Eigen koers uitzetten

We schrijven den datum drieëntwintigste april van het jaar negentienhonderddrieëntwintig:

Het is intussen 16 jaar geleden dat mijn vader stierf. Van de ene op de andere dag was ik mijn voorbeeld kwijt. Ik keek echt naar hem op. En dat doe ik nog altijd. Hij gaf me een gouden levensles: “Fons, wie hard werkt, maakt het in het leven”. Daarom durf ik zelf werk aanpakken. Tegelijk ben ik minstens zo ambitieus als hij. Dus zoek ik naar een leemsteker, een stoker, een handlanger, een sorteerder en een vrachtvoerder om zo snel mogelijk vooruit te kunnen. Dat het mosterdzaadje maar snel uitgroeit tot een levensvatbare boom. Want alleen zo kan ik mijn gezin met zeven kinderen een toekomst geven.

Nelissen 100 jaar

Voor het dorp

Naast mijn gezin wil ik ook mijn dorp vooruithelpen. Nadat ik als eerste in het dorp een fiets had, heb ik in ons familiecafé een fietsclub opgericht: de Rode Mutsen. ’s Zondags doen we uitstappen naar de omliggende dorpen. In ons kenmerkende kostuum – met opvallende rode muts – hebben we veel bekijks. Onze tochten sluiten we af met een borrel of een pint in café Nelissen. Daar groeide ook mijn idee om de harmonie Sint-Michiel te stichten. Niet dat ik zelf een instrument kan spelen, maar als werkend lid steek ik de harmonie af en toe wel wat centen toe. Onze Mathieu speelt er piston en hij is apetrots als ik hem met onze auto – de eerste in het dorp – naar de repetitie breng.

Streng met een glimlach (op café)

Samen met mijn vrouw Anna-Maria en mijn zeven kinderen woon ik in de schaduw van de Sint-Michielskerk. Daar gaan we elk zondag naar de hoogmis. Na de mis gaan mijn vrouw en kinderen naar huis, terwijl ik de gasten in café Nelissen aan het lachen breng. Thuis hou ik een duidelijke lijn aan: streng maar rechtvaardig. Ik denk voortdurend na over hoe het nog beter kan in de steenbakkerij, daarom rest er weinig tijd voor andere dingen. Het is sterker dan mezelf: ik verleg graag mijn grenzen en probeer allerlei dingen uit. Als ondernemer moet je vooruitkijken en durven investeren.

Nelissen 100 jaar

Handgevormde gevelsteen

In de Maastrichtse steenfabrieken probeer ik zoveel mogelijk te stelen met mijn ogen. Ook daarvoor is de zondag ideaal. Want dan ligt het werk stil, waardoor alleen de ovenstoker present is in de bakkerijen. Samen met de kinderen rijd ik met de auto langs verschillende ovens voor leerrijke gesprekjes. Een van de stokers verwees me naar Gerhard uit Thorn. Hij is een meester in handgevormde bakstenen – de allernieuwste brik die hij in Duitsland leerde maken. Samen met zijn zonen trekt hij rond om veldovens op te richten en handgevormde stenen te maken. Ik ben bijzonder blij dat ik hem en zijn gezin kon overtuigen om dat ook bij ons in Kesselt te komen doen. Want de handvorm is het begin van een duurzame methode om brikken te maken.

Nelissen 100 jaar

Klaar voor de toekomst

Samen aan de slag gaan om onze technieken te verbeteren en nieuwe stenen te produceren, geeft me energie om door te gaan. Mijn volgende uitdaging? Andere stenen maken, met meer kleuren. En die wil ik graag in heel het land verkopen. Als dat gelukt is, gaan we ook naar het buitenland, misschien zelfs tot ver buiten Europa. Want mijn ultieme doel ligt buiten de landsgrenzen: ik droom er stiekem van om ooit de wereld te veroveren met onze handgevormde gevelstenen. Wie weet …

 

 

Alfons Nelissen

Oprichter Nelissen steenfabrieken

 

 

In de voetsporen van Alfons: de tweede en derde generatie

Alfons Nelissen is de stamvader van de familie. Als ondernemer avant la lettre verzoende hij dadendrang en bescheidenheid: eigenschappen die elke Nelissengeneratie aan elkaar doorgeeft, tot op de dag van vandaag.

Van de zeven kinderen van Alfons leeft momenteel enkel Julien Nelissen (91) nog. Zijn vader had het volste vertrouwen in hem. Op zijn beurt kreeg Julien steun van de derde generatie, die het bedrijf 40 jaar leidde: Gaston Nelissen, zijn neef Guido Gevers en zijn nicht Gisela Gevers. In die periode groeide het bedrijf aanzienlijk door de voortdurende modernisering van de fabriek. Dat zorgde voor een gestage productiestijging en de bouw van een nieuw kantoor. 

Gaston Nelissen: “Moderniseren of ik ga naar Congo”

Het zou een pittige quizvraag zijn: wie is de enige ‘Nelissen’ die met familieleden uit de vier Nelissen-generaties heeft samengewerkt? Het antwoord: Gaston Nelissen. De kranige tachtiger herinnert zich perfect hoe zijn grootvader, Alfons Nelissen, nadrukkelijk wilde dat hij als kleinzoon bij hem kwam werken: “Daar had ik wel oren naar, want ik keek (en kijk nog altijd) op naar ‘bompapa’. Maar toch had ik één voorwaarde. Het was hoog tijd om de productie te moderniseren en uit te breiden. Met respect voor wat hij verwezenlijkte, stelde ik voor om te investeren in nieuwe ovens, machines en droogkamers. Anders zou ik naar Congo vertrekken om daar les te geven (lacht).”

 

De rest is geschiedenis. Gaston overtuigde grootvader Alfons om een nieuwe weg in te slaan – een scharnierpunt in de Nelissengeschiedenis – en stapte in het bedrijf. Bijna 50 jaar mocht hij zijn ding doen in de productie: “Tussen 1985 en 1996 investeerden we in vier nieuwe tunnelovens. Die deden de productie met een factor 7,5 stijgen … Goed voor 150 miljoen bakstenen in plaats van 20 miljoen per jaar. Elke tunneloven kostte 2,5 miljoen euro. Daarbij kwamen de brandstofkosten. Eerst stookten we met steenkool, daarna met het peperdure butaangas. Toen we poederkool ontdekten, stookten we plots zeven keer goedkoper. Het was de beste beslissing ooit en de start van een gedroomde expansie. Maar eerlijk: zonder poederkool hadden we het niet gered.”

“ Hou u gebukt en blijf met beide voeten op de grond ”

Guido Gevers: “Iedereen wil bakstenen”

Net zoals Gaston erkent zijn neef Guido Gevers de meerwaarde van de modernisering van de ovens: “De bouw veerde in die tijd op in België en Nederland. Daardoor konden we de baksteenvraag niet meer volgen, waardoor de levertijd tot 2 of 3 maanden opliep. Maar ook vanuit Frankrijk en Engeland ontvingen we bestellingen. We leverden toen zelfs al stenen in Japan. De export groeide in die jaren van 10 naar 30 procent en in 2014 zelfs naar 50 procent. Door de moderne machines uit onze toenmalige vestiging te Tienen over te brengen naar Lanaken, kreeg het moederbedrijf een boost. Zo konden we nog beter en sneller inspelen op klantenvragen.”

 

Maar ondanks de gestage groei, was het niet altijd rozengeur en maneschijn, nuanceert Guido Gevers: “Nelissen Steenfabrieken heeft ook moeilijke periodes moeten verteren. De oliecrisis van de jaren ’70 en de geopolitieke onzekerheden deden de economie slabakken. Daardoor kreeg ook de bouw een fikse klap. Want jonge koppels stelden de bouw van hun droomhuis uit. De latere bankencrisis deed ook geen goed aan het consumentenvertrouwen. Maar we hebben die moeilijke tijden goed doorstaan door het bedrijf als een goede huisvader te leiden.”

Gisela Gevers: “Levensles van bompapa altijd in ons achterhoofd gehouden”

Gisela Gevers ten slotte, heeft zich heel haar carrière gefocust op het papierwerk en de boekhouding: “Zelfs tijdens de crisissen, maar zeker op de momenten dat het ons voor de wind ging, hebben we gespaard. Zo konden we de voortdurende investeringen financieren zonder daarvoor ooit één frank of euro bij de bank te moeten lenen. Dat was volledig in lijn met wat ‘bompapa’ Alfons ons op het hart drukte: ‘Geen risico’s nemen en … hou u gebukt! Blijf nederig en hou beide voeten op de grond.’ Zo hebben we alle investeringen altijd met eigen middelen kunnen betalen.”

Die spaarzaamheid indachtig, moest Gisela Gevers in eerste instantie ook zelf geduld uitoefenen: “Eerst zaten we met ons drieën in een oude garage. In die tijd mocht ik maar drie dagen in de week komen werken. Pas later, toen het goed liep met de fabriek, kreeg ik een voltijdse baan. Samen met de groei van de productie werd het toenmalig kantoorgebouw uitgebreid. Dat resulteerde in 1990 in een nieuw en groter kantoor mét een ruime toonzaal.”

De vierde generatie: van Brick Academy naar fabriek van de toekomst

De jaren ’80 en ’90 waren een springplank voor Nelissen Steenfabrieken: de toekomstgerichte tweede en derde generatie durfde investeren in extra productiecapaciteit. Een modern machinepark is uiteraard belangrijk. Maar de mensen op de werkvloer zijn nog belangrijker. Dat besef lag aan de basis van de oprichting van de Brick Academy, een opleidingscentrum dat het levenslicht zag onder impuls van de vierde generatie.

Dit kennis- en opleidingscentrum is uniek in de Belgische baksteenbranche, weet Burt Nelissen: “In de Brick Academy kunnen onze 180 medewerkers zich blijven (her)scholen. Want mensen willen tegenwoordig verschillende taken uitoefenen tijdens hun carrière. Zo houden ze hun loopbaan boeiend én krijgen ze de kans om door te groeien.”

 

Een kans die de medewerkers met beide handen grijpen: “Omdat medewerkers meerdere machines leren bedienen, blijft de werkgoesting op punt. Daardoor hebben we een personeelsverloop van amper twee tot drie procent. Tegelijk geeft het ons de mogelijkheid om teams flexibeler in te zetten.”

Opleidingscentrum én museum

In de Brick Academy vind je ook een museum over de 100-jarige geschiedenis van Nelissen Steenfabrieken. Voor Burt Nelissen is de gestage productiegroei daarin de rode draad: “Vanaf begin 2000 gaat het snel – van 150 naar 185 miljoen stenen per jaar. Dat is de verdienste van de derde generatie. Zij vernieuwden het productieproces, breidden de export uit, professionaliseerden de marketing en … lieten een hypermodern hoofdkantoor bouwen.”

“ Steenfabriek van de toekomst is milieuvriendelijk en energieneutraal ”

De groei bijbenen

Toen de vierde generatie aan zet kwam, verschoof de focus in eerste instantie naar de efficiëntie van de productie. “Door de enorme vraag konden we ons geen storingen permitteren. Daarom verplaatsten we de stroomkasten naar een stofvrije plek. We stemden de kwaliteit van de bakstenen ook beter af op de eisen van architecten en aannemers. Tegelijk verbeterden we de omsteltijden. Vroeger duurde het een halve dag om een andere steen te produceren. Nu is dat amper 30 minuten. Zo kunnen we meerdere keren per dag een andere brik maken.”

Fabriek van de toekomst

Zodra de productie op punt stond, wendde Nelissen de blik terug richting toekomst: “Naast de bestaande site in Kesselt ligt 19 hectare landbouwgrond, die een nieuwe bestemming krijgt als industriezone. Hier plannen we de steenfabriek van de toekomst: we voorzien extra productiecapaciteit, maar doen dat op een milieuvriendelijke en energieneutrale manier.”

 

Als voorzitter van de Belgische Baksteenfederatie volgt Burt de industriële plannen van de overheden met argusogen. Dat – gecombineerd met de kennis van de bouwtrends – helpt om altijd twee stappen vooruit te denken: ”De fabriek van de toekomst zal amper afval produceren. We hanteren de principes van de circulaire economie, door grondstoffen maximaal te hergebruiken. En de stroom die we nodig hebben, wekken we voor 100 procent zelf op. Door energie uit warmte te halen, stoten we aanzienlijk minder CO2 uit.”

De vijfde generatie kijkt in de glazen bol

Wist je dat er nog in amper 4% van alle Belgische familiebedrijven telgen van de vierde generatie betrokken zijn? Nelissen Steenfabrieken behoort dus tot een klein kransje: want sinds 2014 stippelen de drie neven Carlos Jorissen, Burt Nelissen en Joeri Gevers er de koers uit.

De vijfde generatie stoomt zich intussen in stilte klaar. Elk familielid doet aanvankelijk ervaring op in de vorm van een stage of vakantiewerk, en is vanaf 18 jaar actief als lid van het familieforum. De youngsters zijn doordrongen van het bedrijfsverhaal. Hun gedeelde ambitie? Het familiebedrijf verder uitbouwen op basis van de waarden van Nelissen: co-creatie, innovatie en duurzaamheid.

 

Wat brengt de toekomst? Wij keken in de glazen bol met Karolien (21), Kristof (25), Jeroen (25) en Gert- Jan (28) Jorissen, de eerste jongeren uit de vijfde generatie die een rol spelen binnen het bedrijf.

“DE BOL.COM VAN DE BAKSTEENINDUSTRIE”

Er staan Nelissen grote uitdagingen te wachten, vindt industrieel ingenieur Kristof: “Het bedrijf moet blijven innoveren en inzetten op de duurzaamheid en vergroening van energie. Misschien kan Nelissen uitgroeien tot de bol.com van de baksteenindustrie? Stel je voor dat toekomstige bouwers vanuit hun luie zetel bakstenen kunnen bestellen, om zo hun droomhuis samen te stellen … 100 jaar lang toonde Nelissen lef en durf. We moeten ook in de toekomst blijven investeren in nieuwe technieken en producten.”

–   Kristof Jorissen

“RONDWANDELEN MET EEN VIRTUELE BRIL”

Gert-Jan (afgestudeerd in de richting International Business, met een specialisatie in Digital Business) filosofeert over een nieuwe functie in het bedrijf: “Waarom niet de dagelijkse leiding toevertrouwen aan een algemeen manager die
van buiten het bedrijf komt? One in command!” Op digitaal vlak heeft Nelissen Steenfabrieken de voorbije jaren al grote stappen vooruit gezet. Maar er kan nog een tandje worden bijgestoken: “Geef bouwers een VR-bril waarmee ze rond hun toekomstige woning kunnen wandelen. Zo zien ze dadelijk of de gekozen bakstenen passen in het geheel.”

–   Gert-Jan Jorissen

“HULP IN HET VOLLEDIGE BOUWPROCES”

Jeroen Jorissen, die net als Gert-Jan de studies International Business volgde, ziet in de toekomst nog een andere uitdaging: “Bakstenen produceren moet sowieso de core business van Nelissen blijven. Maar bij bouwen komt meer kijken dan de keuze en de vorm van gevelstenen. We moeten verder kijken dan de traditionele baksteen! Zo maken we het verschil. Daarnaast moeten we vooral behouden wat goed is. De creativiteit, het aantrekken van de juiste mensen, de persoonlijke en familiale omgang met de medewerkers en de inzet voor goede doelen: daar staat Nelissen voor.” 

–   Jeroen Jorissen

“IEDEREEN OP GELIJKE VOET”

De vijfde generatie vindt dat de tijd nog niet rijp is om in het familiebedrijf te stappen, zo stelt de ambitieuze Karolien Jorissen (die al stage liep bij Nelissen en in de richting marketing afgestudeerd is aan de universiteit van Maastricht): “Er worden geen jobs speciaal voor familieleden gemaakt. Familie wordt niet voorgetrokken. Als een vacature opengesteld wordt, solliciteert iedereen op gelijke voet. Voor het zover is, stippelen we ons eigen pad uit. Want onze familie heeft een duidelijke stelregel: doe eerst elders ervaring op. In tussentijd gaan we via het familieforum in gesprek met de vierde generatie. We stellen vragen, delen ideeën en laten onze stem horen. Op die manier blijven we op de hoogte van het reilen en zeilen binnen het bedrijf.”

–   Karolien Jorissen

Al 100 jaar één grote en warme familie

Hoe je een familiezaak overeind houdt en zelfs verder doet groeien? Joeri Gevers, sinds 2014 één van de drie zaakvoerders van de vierde generatie, spreekt over ‘het cement’ binnen de familie en bij de 180 medewerkers die vandaag aan de slag zijn bij Nelissen: “Alles hangt aan elkaar: van de administratie, via de productie, de verkoop en het prijzenbeleid tot het IT-gebeuren.”

De drie zaakvoerders van Nelissen hebben een sterke band met elkaar, ze runnen het bedrijf als één familie. En zoals het goede huisvaders betaamt, staan ze met beide voeten in de praktijk: “Voor ons geen ivoren toren, dankjewel. Het Nelissen-hoofdkantoor is letterlijk en figuurlijk een glazen huis: de deur staat altijd open voor onze medewerkers. Die vlakke structuur, zonder zogenaamde ‘bazen’, zorgt voor een sterk teamgevoel. Van iedereen – van de poetsvrouw en de managers tot de arbeiders en de zaakvoerders – staat er een foto met functiebeschrijving op het digitale scherm aan de muur van ons hoofdkantoor. Daarmee onderstrepen we dat elk radertje belangrijk is.”

Gezichten in plaats van nummers

Die verbondenheid tussen de directie en de medewerkers gaat nog veel verder dan het digitale scherm: “Voor de weekends naar Rome, Parijs en Londen nodigden we ook de partners van de medewerkers uit. Tijdens de trips heerst er altijd een ongedwongen sfeer. Ideaal om elkaar beter te leren kennen en nieuwe vriendschappen te smeden. Ook lang na terugkomst voel je de impact daarvan. Want hoewel we hiermee alleen onze waardering voor het team willen uitdrukken, bleken ook de productiecijfers te stijgen na elke uitstap.”

“ Een hart voor onze medewerkers, ze zijn geen nummer ”

Je goed voelen is zó belangrijk

Het welzijn van de Nelissen-medewerkers blijft voor Joeri Gevers een belangrijke doelstelling: “We investeren sterk in de optimale werksfeer. En dat loont. Want we hebben een te verwaarlozen personeelsverloop. De overgrote meerderheid doet zijn hele carrière uit bij Nelissen. Hoe dat komt? Onze medewerkers zijn geen nummers, maar mensen met een gezicht en een verhaal. Door haalbare targets te stellen, blijft de werkdruk binnen de perken. Kortom, we zijn geen koele multinational, maar kiezen voor het welzijn van het personeel en hun gezinnen. We beslissen met ons verstand, maar het hart is even belangrijk. Of zelfs nog belangrijker. Bij Nelissen draait het om zoveel meer dan de balansen en de winstdeelnames.”