Nelissen_100jaar

De vierde generatie: van Brick Academy naar fabriek van de toekomst

De jaren ’80 en ’90 waren een springplank voor Nelissen Steenfabrieken: de toekomstgerichte tweede en derde generatie durfde investeren in extra productiecapaciteit. Een modern machinepark is uiteraard belangrijk. Maar de mensen op de werkvloer zijn nog belangrijker. Dat besef lag aan de basis van de oprichting van de Brick Academy, een opleidingscentrum dat het levenslicht zag onder impuls van de vierde generatie.

Dit kennis- en opleidingscentrum is uniek in de Belgische baksteenbranche, weet Burt Nelissen: “In de Brick Academy kunnen onze 180 medewerkers zich blijven (her)scholen. Want mensen willen tegenwoordig verschillende taken uitoefenen tijdens hun carrière. Zo houden ze hun loopbaan boeiend én krijgen ze de kans om door te groeien.”

 

Een kans die de medewerkers met beide handen grijpen: “Omdat medewerkers meerdere machines leren bedienen, blijft de werkgoesting op punt. Daardoor hebben we een personeelsverloop van amper twee tot drie procent. Tegelijk geeft het ons de mogelijkheid om teams flexibeler in te zetten.”

Opleidingscentrum én museum

In de Brick Academy vind je ook een museum over de 100-jarige geschiedenis van Nelissen Steenfabrieken. Voor Burt Nelissen is de gestage productiegroei daarin de rode draad: “Vanaf begin 2000 gaat het snel – van 150 naar 185 miljoen stenen per jaar. Dat is de verdienste van de derde generatie. Zij vernieuwden het productieproces, breidden de export uit, professionaliseerden de marketing en … lieten een hypermodern hoofdkantoor bouwen.”

“ Steenfabriek van de toekomst is milieuvriendelijk en energieneutraal ”

De groei bijbenen

Toen de vierde generatie aan zet kwam, verschoof de focus in eerste instantie naar de efficiëntie van de productie. “Door de enorme vraag konden we ons geen storingen permitteren. Daarom verplaatsten we de stroomkasten naar een stofvrije plek. We stemden de kwaliteit van de bakstenen ook beter af op de eisen van architecten en aannemers. Tegelijk verbeterden we de omsteltijden. Vroeger duurde het een halve dag om een andere steen te produceren. Nu is dat amper 30 minuten. Zo kunnen we meerdere keren per dag een andere brik maken.”

Fabriek van de toekomst

Zodra de productie op punt stond, wendde Nelissen de blik terug richting toekomst: “Naast de bestaande site in Kesselt ligt 19 hectare landbouwgrond, die een nieuwe bestemming krijgt als industriezone. Hier plannen we de steenfabriek van de toekomst: we voorzien extra productiecapaciteit, maar doen dat op een milieuvriendelijke en energieneutrale manier.”

 

Als voorzitter van de Belgische Baksteenfederatie volgt Burt de industriële plannen van de overheden met argusogen. Dat – gecombineerd met de kennis van de bouwtrends – helpt om altijd twee stappen vooruit te denken: ”De fabriek van de toekomst zal amper afval produceren. We hanteren de principes van de circulaire economie, door grondstoffen maximaal te hergebruiken. En de stroom die we nodig hebben, wekken we voor 100 procent zelf op. Door energie uit warmte te halen, stoten we aanzienlijk minder CO2 uit.”

Marhaba! Welkom in Dubai, waar alles mogelijk is

Wat ooit als een klein vissersdorpje begon, is nu een van de grootste metropolen van de wereld. Dubai is één van de zeven emiraten die samen de Verenigde Arabische Emiraten vormen. Er wonen in totaal bijna 200 nationaliteiten, van verschillende etniciteit en geloof.

Dubai biedt een onvergetelijke ervaring aan zijn bezoekers. Of het nu aan de oever van de Dubai Creek is of bovenop de Burj Khalifa (het hoogste gebouw ter wereld): de regio ademt mogelijkheden en innovatie uit. Ook de kustlijn, woestijn en skyline zijn ongeëvenaard.

Zeven zalige buurten

Dubai heeft meerdere trekpleisters. In de 7 buurten is er voor ieder wat wils:

  • In het centrum van Dubai kan je naar hartenlust shoppen, terwijl je geniet van iconische bezienswaardigheden en promenades.
  • Als je van strand houdt, haal je je hart best op bij Jumeira. Hier kuier je over de stranden, op zoek naar de beste restaurants.
  • Vanop het strand van Jumeira kijk je uit over het Palmeiland (de Palm Jumeira). Iedereen kent het iconische eiland wel, gemaakt door mensen in de vorm van een palmboom. Hier kan je terecht voor watersport, aquaria, pretparken … en natuurlijk boetieks.
  • In de oude buurt Deira barst het dan weer van de cultuur en historie. De allerleukste souks vind je ongetwijfeld hier.
  • Als je echt de geschiedenisboeken in wil lopen, zak je best naar Bur Dubai af. Terwijl je de authentieke vissers aan het werk ziet, merk je hoe Dubai ooit is ontstaan.
  • Ben je toch meer voor hippe koffietentjes, kunsttentoonstellingen en wat industrieel getinte architectuur? Dan is Al Quoz de beste buurt om te verkennen.
  • Tot slot kan je in Al Barsha terecht voor bakken vol avontuur. Een voormiddagje indoor skiën, gevolgd door karting? Designer winkels en lekker eten? Het kan hier allemaal.

Wist je dat ...

Dubai zo’n 300 dagen zon per jaar heeft? De temperaturen lopen in de zomer zelfs op tot zo’n 45 graden.

Wist je dat ...

Het nationale dier van de Verenigde Arabische Emiraten de Arabische Onyx is?

Geschiedenis van Dubai

Dubai heeft een vrij korte historie. Pas in de 18e eeuw is het een echte nederzetting geworden. In 1830 nam de Bani Yas stam, onder leiding van de Al Maktoum familie, de macht in Dubai over van de Britten. Het gebied van de Dubai Creek werd toen ingezet als natuurlijke haven. En zo begon het verhaal, van vissershaven tot handelshaven en commercieel centrum. Hierdoor bloeide de souk in Deira ook open, met honderden handelaars die hun waren hier uitstalden.

 

In de periode die volgde, woedden heel wat recessies en oorlogen in de wereld. Met alle gevolgen van dien voor de wereldeconomie … en de ontwikkeling van Dubai. Pas in 1966, met de ontdekking van olie, begon de indrukwekkende groei van de Verenigde Arabische Emiraten écht. De olieinkomsten werden vooral geïnvesteerd in toerisme en handel, om een toekomst na deze eindige inkomstenbron te verzekeren.

 

In 1971 verlieten de Britten Dubai en werden de Verenigde Arabische Emiraten gesticht. Dit feit wordt nog altijd jaarlijks gevierd, tijdens National Day. En de groei? Die is sindsdien nooit meer gestopt.

환영하다, Welkom op Jeju, oftewel het Quelpaardseiland

Ongerepte natuur, een paar leuke steden en de grootste berg van Korea: je vindt het allemaal op Jeju Island.

Dit eiland is ontstaan door vulkaanuitbarstingen van de vulkaan Hallasan, met zijn 1950 meter meteen ook de grootste berg van Zuid-Korea. Maar geen zorgen, de beklimming ervan is goed te doen. Zelfs de oudere bewoners van het eiland wagen zich nog regelmatig aan de klim.  

 

Jeju eiland was al bewoond voordat de Westerse jaartelling begon. Meer dan 2000 jaar later – sinds 2007 – prijkt het hele eiland op de Werelderfgoedlijst van Unesco! Niet verbazend, als je al het moois ziet in het Hallasan National Park. Bovendien moeten de stranden van dit eiland niet onderdoen voor de Insta-famous stranden van bijvoorbeeld Boracay of Tulum. Hamdeok beach is een geweldige plek om tot rust te komen. En als je op zoek bent naar avontuur, zijn de lavagrotten echt iets voor jou.

steden

De hoofdstad van Jeju is de gelijknamige stad Jeju (Koreaans: Jejusi (제주시, 濟州市)). Deze stad ligt op het noordelijke deel van het eiland en is met 338.000 inwoners de grootste stad van het eiland. De tweede stad, Seogwipo, omvat het zuidelijke deel van het eiland. Seogwipo is in 2006 ontstaan uit het samenvoegen van het oorspronkelijk Seogwipo, Kujwa en Taejong.

Natuurlijk

Jeju is een vulkanisch eiland en is in zijn geheel gevormd door vulkanische erupties van honderden miljoenen jaren geleden. Het bestaat grotendeels uit basalt en andere stollingsgesteentes. De hoogste berg op het eiland is de uitgedoofde vulkaan Hallasan. Met 1950 meter is deze berg de hoogste van het eiland en van heel Zuid-Korea.

Maatschappij en cultuur

Vanwege de relatieve isolatie van het eiland heeft de cultuur en taal van Jeju zich onafhankelijk ontwikkeld van die van het vasteland. Er zijn talloze lokale legendes over het eiland en waarschijnlijk het meest in het oog springend is de zogenaamde dol hareubang (Stenen grootvader) die uit blokken lava worden gehouwen.

Een ander aspect waarmee de cultuur op Jeju zich onderscheidt is de familiestructuur waarbij de vrouw aan het hoofd van de familie staat. Het matriarchaat komt vooral voor op de eilanden Udo en Mara, maar komt ook in de rest van de provincie voor. Het beste voorbeeld van deze familiestructuur kan waarschijnlijk toe worden geschreven aan de haenyeo (“zeevrouwen”), die vaak het hoofd van de familie waren omdat zij voor de inkomsten zorgden. Deze vrouwen duiken het gehele jaar door, zonder speciale uitrusting, op zoek naar allerlei schelp- en schaaldieren.
De laatste jaren is het aantal actieve haenyo sterk gedaald.

Wist je dat ...

Op Jeju komen er enkele ‘endemische ondersoorten’ van zoogdieren voor, waaronder een ondersoort van de Noordse spitsmuis (die pas ontdekt is in 2005!).

Wist je dat ...

In totaal leven er 16 à 18 soorten inheemse zoogdieren op het eiland, waarvan de Siberische ree het grootste is.

Geschiedenis

Jeju kent een lange geschiedenis en werd al voor het begin van de westerse jaartelling bewoond. Door de eeuwen heen maakte het deel uit van verschillende rijken en werd het betwist tussen Korea en Japan.

 

Door zijn geïsoleerde ligging heeft het eiland heel andere ontwikkelingen meegemaakt dan het vasteland van Korea. Dit wordt getoond in de andere gebruiken en gewoonten, de andere religieuze gewoonten en het sterk afwijkende dialect van het eiland, dat veel meer oude vormen uit de Koreaanse taal heeft gehandhaafd.

 

Door zijn isolatie van het vasteland werd Jeju een oord waar bannelingen en ongewenste personen naartoe werden gestuurd. Pas aan het einde van de 19e / begin 20e eeuw kwam er een regelmatige verbinding met het vasteland tot stand.

Door al deze omstandigheden werden en worden bewoners van dit eiland en de omliggende eilanden erg gediscrimineerd en komt tot in de 21e eeuw de geschiedenis van de eilanden nauwelijks aan bod in de Zuid-Koreaanse geschiedenisboeken.

De innovatieve drievuldigheid van Nelissen

Bakstenen ontwikkelen met architecten, kleurenexperimenten met bouwpromotoren, samenwerkingen met kunstenaars en productontwerpers … innovatie zit in de basismix van Nelissen. Want je kan geen 100 jaar worden als je niet elke dag durft te vernieuwen. In een boek met Nelissen-verhalen mag een bloemlezing van de innovaties dus niet ontbreken. We zetten er drie in de kijker: de Dubio zet je met de glimlach op het verkeerde been, de N70 is de peetvader van de vernieuwing en Iso-Façade combineert isolatie met steenstrip-variaties.

De Dubio is het geesteskind van Roel Vandebeek, productontwerper uit Maasmechelen: “De Triënnale voor Vormgeving in Gent gaf me de aanzet voor de Dubio. In de aanloop naar deze hoogmis voor designers, daagden de organisatoren ons uit om een nieuw product te creëren rond het thema ‘ambacht’.”

Illusie van drie bakstenen

“Veel collega’s werkten met hout, leer of textiel”, vertelt Vandebeek. “Maar ik wilde aan de slag met een typisch Belgisch en van oudsher ambachtelijk product: de baksteen. Via mijn echtgenote en mijn schoonbroer — allebei architecten — wist ik dat slanke, verlijmde bakstenen in opmars waren. Van daaruit begon ik te schetsen, met respect voor de kenmerkende eenvoud van het product. En dat leidde tot de Dubio: dankzij één of twee schaduwvoegen krijg je de indruk dat er twee of drie bakstenen op elkaar zitten, terwijl het slechts om één steen gaat. Voor architecten ontstaan hierdoor nieuwe mogelijkheden om creatief met een bakstenen gevel om te gaan.”

 

Met dit concept onder de arm klopte Vandebeek aan bij Nelissen: “Toen ik de Dubio voorstelde, voelde ik dat Nelissen meteen potentieel zag in de steen. Het risico om de steen te produceren was bovendien beperkt en qua budget haalbaar. De Dubio is doordacht, makkelijk te maken en de verwerking op de werven verloopt vlot. Anderhalf jaar na de conceptpresentatie zat de revolutionaire brik in productie. De extra schaduwvoegen geven de gevels een eigen persoonlijkheid.”

“ Je kan geen 100 jaar worden als je niet elke dag durft te vernieuwen ”

Smallere steen geeft extra woonruimte

De Dubio is een variatie op de N70, op zich al een innovatief geesteskind van Nelissen Steenfabrieken. Een standaard steen is 10 centimeter breed, maar bij de N70 is dat maar 7 centimeter. Dat maakt hem uiterst geschikt voor willekeurige metselverbanden en verwerking met dunne voegen. Het geeft de steen meer karakter, terwijl de muren die je ermee metst net dunner zijn. Door de steen 3 centimeter smaller te maken, win je bij een gemiddelde woning drie tot vier vierkante meter binnenruimte. Die komt goed van pas om je woning extra te isoleren. Tegelijk spaar je mortel uit, omdat je de N70 met lijm tegen de gevel plakt. Ten slotte is hij lichter en dus ook minder belastend voor het milieu.

Totaaloplossing om beter te isoleren

Nelissen biedt een breed gamma aan van bakstenen in een ruime kleurenmix. Tegelijk ontwikkelt het familiebedrijf ook nieuwe bouwtechnieken. Iso-Façade bijvoorbeeld, waarmee je isolatieplaten eenvoudig en rechtstreeks vastlijmt- en schroeft op de binnenmuur. Daarop verlijm je de steenstrippen in een variatie van metselverbanden. Zo isoleer je snel en in één beweging – van onder het maaiveld tot aan de nok – zonder koudebruggen. Het all-in-one systeem kan je voor elke bouwstijl gebruiken. Daarbij is Iso-Façade waterbestendig. Kortom, het is een flexibel systeem waarmee je het milieu spaart en je creatieve mogelijkheden verruimt.

Paupys verrast Vilnius met elf kilometer steenstripgevels

Tot 1990 was Litouwen een Sovjetrepubliek. Maar sinds de onafhankelijkheid onderging het een gedaanteverandering. Daarbij passen nieuwe manieren van wonen en leven, inclusief een andere invulling van recreatie en architectuur. Die nieuwe benadering tekent zich af in Paupys Yards Housing. In dit woonproject koos Edgaras Neniškis van architectenbureau Arches bewust voor Nelissen-stenen. Hun kleuren- en vormenspel brengen zijn inspirerende ontwerp voor de buitenwijk in Vilnius tot leven.

Paupys is een buitenwijk in Vilnius, de hoofdstad van de Baltische staat. De naam betekent ‘bij de rivier’. Het project ligt dan ook op de oever van de Vilnelé, de rivier die door de stad kronkelt. Op de plaats die vroeger het industriële stadshart vormde vind je vandaag 100 appartementen, netjes verdeeld over zes volumes met opvallende baksteengevels, daken, ramen, pleintjes en tuintjes. Paupys Yards is een proeftuin voor moderne architectuur en een stadsdeel hors de categorie. Op die manier vormt het een frisse verademing tussen de grauwe en koude Sovjetflats.

Experimenteel park

“De nieuwe wijk is één groot architectuurpark”, merkt Edgaras Neniškis op. “Elk volume is uniek, dankzij verschillende stijlen en specifieke geveldetails. Aan de buitenkant zie je een donkerbruine steen met ‘smoked iron look’. De kleur van een vers gehamerd en afgekoeld hoefijzer verwijst naar het industriële verleden. En voor de binnengevels aan de pleintjes en tuinen kozen we geelachtige en zandkleurige tinten. Door hun reflectie brengen ze meer zonlicht in het project.”

“ Deze proeftuin voor moderne architectuur is een verademing tussen de grauwe Sovjetflats ”

11 kilometer steenstrippen

“Naast de kleur zorgen ook de metselverbanden voor een levendige architectuur”, gaat Neniškis verder. “De steenstrippen van Nelissen kan je combineren in verticale, horizontale en andere metselverbanden. In Paupys Yards Housing zorgen 11 kilometer van die strippen voor een 3D-effect – van buitenaf monumentaal, binnenin sprankelend en divers.”

Spiegel van de rivier

Voor Neniškis sluit de innoverende aanpak van Nelissen aan bij de visie van de bouwheer: “Hij wilde een vibrerende en levendige wijk. Voor de opdrachtgever is Paupys Yards een investering in een nieuwe woon- en leeftoekomst met een toegevoegde waarde.”

 

Door de doordachte vorm gaat Paupys Yards Housing harmonieus op in zijn omgeving. “Door de glazen muur aan de noordkant kijk je uit op de heuvelachtige rivieroevers en de hellingen in het hinter- land. In het zuiden sluit het project aan op de oude stad”, licht Neniškis toe. “De gevels van de verschillende volumes hebben ongelijke hoeken. Dat zorgt voor beweging tussen de gebouwen en daardoor

valt er meer zonlicht binnen. De golvende puntdaken en de silhouetten die ze afgeven, verwijzen naar de voorbeelden in het oude stadscentrum. De binnenpleintjes – met hun veelvoud aan geometrische vormen – doen dan weer denken aan de meanders in de nabij- gelegen rivier.”

details

LOCATIE
VILNIUS

 

ARCHITECT
ARCHES

Kleur van de baksteen verdeelt nieuwe waterwijk in drie zones

Londen heeft The Docks, Hasselt Quartier Bleu. Het zijn vernieuwende bouwprojecten aan een haven. Of, zoals in Hasselt, aan de kanaalkom. Ze geven een stad extra zuurstof, trekken extra bewoners aan, zorgen voor bruis in het leven. Het opvallende aan deze nieuwe waterwijk, die 400 luxe appartementen, 24 stadswoningen, een 50-tal retail- en horecazaken telt? De kleur van de bakstenen verdeelt Quartier Bleu in drie zones: bruin-antraciet aan het water, beigewit op de avenue en roestbruin in de woonwijk. Wij blikten terug met Alfredo De Gregorio, de bedenker en de lead architect van het nieuwe stadskwartier.

Quartier Bleu ligt op loopafstand van de markt en de kathedraal, het historisch centrum van de Limburgse hoofdstad. “Het brengt het stadscentrum naar het water”, benadrukt Alfredo De Gregorio. “Water in een stad is magisch. Mensen zijn er gek op. Ze komen er tot rust. En de terrassen aan het kanaal zorgen voor extra beleving. De bouwstijl en de keuze van de bakstenen dragen daar toe bij.”

Een steenfabriek is zoals een restaurant

Een bijzonder project – zoals dat aan de kanaalkom – vergt een bijzondere aanpak. Speciaal voor Quartier Bleu bedacht het labo van Nelissen Steenfabrieken nieuwe kleuren voor de bakstenen: “Een steenfabriek is zoals een restaurant. Om stenen met passende kleuren te ontwikkelen, heb je een kok nodig”, verduidelijkt De Gregorio. “Een goeie kok verstaat de kunst om in zijn keuken ingrediënten te mixen en zo een nieuw recept samen te stellen. Over zo’n kok beschikt Nelissen”.

“ Een nieuwe kleur baksteen maken is zoals een nieuw recept ontwikkelen: je hebt een kok nodig die de juiste ingrediënten mixt ”

Co-creatie met een zuiders tintje

De ontwikkeling van de nieuwe stenen gebeurde in nauw overleg met de bouwpartners. Co-creatie avant la lettre dus. Een fenomeen dat bij architecten niet vreemd is: zij werken vandaag vaak in een collectief met mensen van verschillende disciplines. Voor de realisatie van het Blauwe Kwartier was dat niet anders. De Gregorio ging voor de kanaalkom in zee met de gerenommeerde Italiaanse architect Antonio Citterio. “Citterio behoort tot de top vijf in de wereld”, werpt hij op. “Hij is, zoals ik, een zuiderse architect. Mede daarom klikte het meteen. Antonio is een meester van het detail”, aldus de architect.

Integratie dankzij kleuren

Beide architecten zijn er ook rotsvast van overtuigd dat integratie de basis is van sterke architectuur. Gebouwen moeten passen in de filosofie en de uitstraling van een stad, vindt De Gregorio: “Vooraleer ik in een stad aan de slag ga, maak ik een analyse van de structuur en het karakter van een stad. Ik neem ze in me op. Op basis daarvan verdeelde ik Quartier Bleu in drie zones, met elk een aparte kleur baksteen. Voor de zone aan het water een donkere baksteen, waarbij de kleur bruinantraciet verwijst naar de vervlogen industrie aan het kanaal. De avenue (in de volksmond ‘de blauwe boulevard’) is opgetrokken in natuursteen die lichter van kleur is: beige met een witte steen op de bovenste verdiepingen. De avenue roept bij de mensen die er flaneren het beeld op van een chique straat. Vandaar een chique steen. De nieuwe wijk ten slotte, bestaat uit roestbruine bakstenen. Een kleur die overeenkomt met de typische kleur van de meeste gebouwen in Hasselt: lichtbruin, naar het beige toe.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT
DE GREGORIO & PARTNERS ACPV