laurapeeters@idearte.be

Dagboek Alfons Nelissen
Stichter Steenbakkerij Nelissen

Van droom naar daad

We schrijven den datum veertiende september in het jaar negentienhonderdtwintig:

Ik help mijn vader al jaren in zijn dorpssmidse. Uren sta ik aan de blaasbalg. De walmen van het hete kolenvuur verheffen ademhalen tot een opdracht. En de zware hamerslagen op het aambeeld blijven tot ’s avonds laat nazinderen. Het is hard labeur: elke dag ga ik zo zwart als roet, met blaren op mijn handen en pijn in mijn armen naar huis. Maar pa was duidelijk: ik moest en zou in zijn voetsporen treden en smid worden. En vaders wil is wet. Ik gehoorzaam blindelings, het is thuis van te werken! Mijn moeder heeft een winkel van specerijen, koffie van Maastricht, garen, wollen mutsen, lijnkoeken, tabak, sigaren, klompen en … fietsen. Ook in de winkel is het zwoegen.

Dromen van een steenbakkerij

Mijn schoonbroer is douanier in Kessenich. Hij is getrouwd met de zus van mijn vrouw, dus komt hij geregeld bij ons over de vloer. En dan vertelt hij telkens opnieuw over de camions met bakstenen die hij dagelijks vanuit het douanekantoor de grens ziet oversteken. Daarbij vraagt hij – iedere keer opnieuw – waarom wij niet samen een brikkenbakkerij beginnen. Dat doet de droom van een eigen steenbakkerij groeien. Na lang wikken en wegen, heb ik ja gezegd. Ik ga met hem in zee: hij zorgt voor de verkoop en administratie, ik voor de veldoven en de levering van onze brikken.

Nelissen 100 jaar

Toestemming van de gouverneur

We schrijven den achtste oktober in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Ik ben al vroeg wakker. Iets zegt me dat dit een mooie dag wordt. Mijn maag gromt meer dan andere ochtenden. Ik heb grote honger. Zowel naar een stevig ontbijt als naar een nieuw avontuur, als alternatief voor het harde labeur in de smidse. Mijn vrouw is spek en eieren aan het bakken op het moment dat de bel gaat. “Wie belt er nu zo vroeg? En waarom zo vaak na elkaar?” Als ik de deur open, zie ik de postbode staan. Hij overhandigt me een aangetekende brief. Ik teken af en wens de immer vriendelijke man een fijne dag.

De bevrijdende brief

Met mijn ogen naar de hemel, prevel ik: “God, laat het goed nieuws zijn!” Met een klein hartje doe ik de envelop open. Het blijkt een brief van de provincie. Daarin laat zijne excellentie de gouverneur weten dat ik van de bestendige deputatie in Limburg een vergunning krijg voor een briqueterie. “Ongelooflijk. On-ge-loof-lijk!” Ik herlees de brief verschillende keren om zeker te zijn. Maar inderdaad, ik kan eindelijk met mijn schoonbroer onze steenbakkerij oprichten. Eindelijk brikken bakken in plaats van elke dag naar de smidse te trekken …

Nelissen 100 jaar
Nelissen 100 jaar

In een veldoven eigen klei bakken

In de keuken vertel ik mijn vrouw het heuglijke nieuws. Ook zij kan het amper geloven. Ze heeft ons idee van bij het begin gesteund. Meer nog, via een erfenis is de leemrijke grond aan de Kiezelweg haar eigendom. De metersdikke Löss-laag is ideaal om tientallen jaren sterke en vorstbestendige brikken te bakken. Daarvoor mag ik nu dus een veldoven – ‘veldbrand’, zoals ze hier zeggen – op de Helle bouwen, het plateau van Kesselt in mijn geliefde dorp. Als diepgelovig man dank ik de heer door een kaars te laten branden in de kerk naast ons huis. Daarna steek ik uit pure tevredenheid een dikke sigaar op en ik schenk mezelf een borrel in. “Ah, dat witteke smaakt!”

Onder positief gesternte

We schrijven den datum elfde november in het jaar negentienhonderdeenentwintig:

Gelukkig is de Groote Oorlog voorbij, want dat waren bangelijke en onzekere jaren. Veel woningen en boerderijen liggen nog altijd in puin. Het land opnieuw opbouwen, is een zaak van algemeen belang voor de regering. In de Gazet van Limburg bots ik op een ‘annonce’ waarin de regering ondernemers met goesting en durf oproept om … steenbakkerijen te starten. Want de vraag naar bakstenen en pannen is gigantisch. Daarom verbiedt het gouvernement de export en bestelt het zes miljard brikken bij verschillende steenbakkerijen. Ik heb meteen gereageerd, want ik kan me geen betere start wensen: de staat betaalt goed en ze levert de kolen om de veldovens te stoken.

Van hout naar baksteen

Houten en lemen huizen verdwijnen uit het straatbeeld. Mensen willen een woning in baksteen. Met de vergunning voor de komende drie jaar kunnen we aan de slag. Maar ik voel dat de vraag nog sterk gaat stijgen. Want de economie is na de oorlog explosief beginnen groeien. Misschien moet ik maar meteen een brief naar de deputatie schrijven om de vergunning van drie jaar onmiddellijk te verlengen. Want de toekomst is aan de durvers!

Innoveren en kwaliteit leveren

We schrijven den datum den elfde februari van het jaar negentienhonderdtweeëntwintig:

Vandaag is het zover. Ik heb véél goesting om eraan te beginnen. Door samen te werken met vakmannen, leer ik de stiel door en door kennen. Zo wil ik tot nieuwe ideeën voor de steenproductie, -samenstelling en -vorm komen. In het begin stoken we met steenkool uit de Kempense mijnen, die de staat ons levert. Maar daarna wil ik op gas overschakelen. Onze eerste vrachtwagen is besteld. Die kan vijf ton stenen vervoeren: dat zijn vijftienhonderd brikken per vracht – ongeveer de helft van wat je nodig hebt voor een huis.

Nelissen 100 jaar

Via de weg, het spoor en het water

Dat onze steenbakkerij aan de Kiezelweg ligt, is een belangrijke troef. Want via die staatsbaan kan je rechtstreeks naar Maaseik, Maastricht, Riemst en Tongeren. Tegelijk is er ook een tramlijn. Daarom heb ik een vergunning aangevraagd voor een rangeerstation. Zo kunnen we de brikken per tram naar de klanten brengen. Ik hoor vertellen dat ze binnenkort een kanaal gaan graven. Dan kunnen we ook langs het water transporteren, en hoeven we niet alles via de vrachtwagen te vervoeren.

Eigen koers uitzetten

We schrijven den datum drieëntwintigste april van het jaar negentienhonderddrieëntwintig:

Het is intussen 16 jaar geleden dat mijn vader stierf. Van de ene op de andere dag was ik mijn voorbeeld kwijt. Ik keek echt naar hem op. En dat doe ik nog altijd. Hij gaf me een gouden levensles: “Fons, wie hard werkt, maakt het in het leven”. Daarom durf ik zelf werk aanpakken. Tegelijk ben ik minstens zo ambitieus als hij. Dus zoek ik naar een leemsteker, een stoker, een handlanger, een sorteerder en een vrachtvoerder om zo snel mogelijk vooruit te kunnen. Dat het mosterdzaadje maar snel uitgroeit tot een levensvatbare boom. Want alleen zo kan ik mijn gezin met zeven kinderen een toekomst geven.

Nelissen 100 jaar

Voor het dorp

Naast mijn gezin wil ik ook mijn dorp vooruithelpen. Nadat ik als eerste in het dorp een fiets had, heb ik in ons familiecafé een fietsclub opgericht: de Rode Mutsen. ’s Zondags doen we uitstappen naar de omliggende dorpen. In ons kenmerkende kostuum – met opvallende rode muts – hebben we veel bekijks. Onze tochten sluiten we af met een borrel of een pint in café Nelissen. Daar groeide ook mijn idee om de harmonie Sint-Michiel te stichten. Niet dat ik zelf een instrument kan spelen, maar als werkend lid steek ik de harmonie af en toe wel wat centen toe. Onze Mathieu speelt er piston en hij is apetrots als ik hem met onze auto – de eerste in het dorp – naar de repetitie breng.

Streng met een glimlach (op café)

Samen met mijn vrouw Anna-Maria en mijn zeven kinderen woon ik in de schaduw van de Sint-Michielskerk. Daar gaan we elk zondag naar de hoogmis. Na de mis gaan mijn vrouw en kinderen naar huis, terwijl ik de gasten in café Nelissen aan het lachen breng. Thuis hou ik een duidelijke lijn aan: streng maar rechtvaardig. Ik denk voortdurend na over hoe het nog beter kan in de steenbakkerij, daarom rest er weinig tijd voor andere dingen. Het is sterker dan mezelf: ik verleg graag mijn grenzen en probeer allerlei dingen uit. Als ondernemer moet je vooruitkijken en durven investeren.

Nelissen 100 jaar

Handgevormde gevelsteen

In de Maastrichtse steenfabrieken probeer ik zoveel mogelijk te stelen met mijn ogen. Ook daarvoor is de zondag ideaal. Want dan ligt het werk stil, waardoor alleen de ovenstoker present is in de bakkerijen. Samen met de kinderen rijd ik met de auto langs verschillende ovens voor leerrijke gesprekjes. Een van de stokers verwees me naar Gerhard uit Thorn. Hij is een meester in handgevormde bakstenen – de allernieuwste brik die hij in Duitsland leerde maken. Samen met zijn zonen trekt hij rond om veldovens op te richten en handgevormde stenen te maken. Ik ben bijzonder blij dat ik hem en zijn gezin kon overtuigen om dat ook bij ons in Kesselt te komen doen. Want de handvorm is het begin van een duurzame methode om brikken te maken.

Nelissen 100 jaar

Klaar voor de toekomst

Samen aan de slag gaan om onze technieken te verbeteren en nieuwe stenen te produceren, geeft me energie om door te gaan. Mijn volgende uitdaging? Andere stenen maken, met meer kleuren. En die wil ik graag in heel het land verkopen. Als dat gelukt is, gaan we ook naar het buitenland, misschien zelfs tot ver buiten Europa. Want mijn ultieme doel ligt buiten de landsgrenzen: ik droom er stiekem van om ooit de wereld te veroveren met onze handgevormde gevelstenen. Wie weet …

 

 

Alfons Nelissen

Oprichter Nelissen steenfabrieken

 

 

In de voetsporen van Alfons: de tweede en derde generatie

Alfons Nelissen is de stamvader van de familie. Als ondernemer avant la lettre verzoende hij dadendrang en bescheidenheid: eigenschappen die elke Nelissengeneratie aan elkaar doorgeeft, tot op de dag van vandaag.

Van de zeven kinderen van Alfons leeft momenteel enkel Julien Nelissen (91) nog. Zijn vader had het volste vertrouwen in hem. Op zijn beurt kreeg Julien steun van de derde generatie, die het bedrijf 40 jaar leidde: Gaston Nelissen, zijn neef Guido Gevers en zijn nicht Gisela Gevers. In die periode groeide het bedrijf aanzienlijk door de voortdurende modernisering van de fabriek. Dat zorgde voor een gestage productiestijging en de bouw van een nieuw kantoor. 

Gaston Nelissen: “Moderniseren of ik ga naar Congo”

Het zou een pittige quizvraag zijn: wie is de enige ‘Nelissen’ die met familieleden uit de vier Nelissen-generaties heeft samengewerkt? Het antwoord: Gaston Nelissen. De kranige tachtiger herinnert zich perfect hoe zijn grootvader, Alfons Nelissen, nadrukkelijk wilde dat hij als kleinzoon bij hem kwam werken: “Daar had ik wel oren naar, want ik keek (en kijk nog altijd) op naar ‘bompapa’. Maar toch had ik één voorwaarde. Het was hoog tijd om de productie te moderniseren en uit te breiden. Met respect voor wat hij verwezenlijkte, stelde ik voor om te investeren in nieuwe ovens, machines en droogkamers. Anders zou ik naar Congo vertrekken om daar les te geven (lacht).”

 

De rest is geschiedenis. Gaston overtuigde grootvader Alfons om een nieuwe weg in te slaan – een scharnierpunt in de Nelissengeschiedenis – en stapte in het bedrijf. Bijna 50 jaar mocht hij zijn ding doen in de productie: “Tussen 1985 en 1996 investeerden we in vier nieuwe tunnelovens. Die deden de productie met een factor 7,5 stijgen … Goed voor 150 miljoen bakstenen in plaats van 20 miljoen per jaar. Elke tunneloven kostte 2,5 miljoen euro. Daarbij kwamen de brandstofkosten. Eerst stookten we met steenkool, daarna met het peperdure butaangas. Toen we poederkool ontdekten, stookten we plots zeven keer goedkoper. Het was de beste beslissing ooit en de start van een gedroomde expansie. Maar eerlijk: zonder poederkool hadden we het niet gered.”

“ Hou u gebukt en blijf met beide voeten op de grond ”

Guido Gevers: “Iedereen wil bakstenen”

Net zoals Gaston erkent zijn neef Guido Gevers de meerwaarde van de modernisering van de ovens: “De bouw veerde in die tijd op in België en Nederland. Daardoor konden we de baksteenvraag niet meer volgen, waardoor de levertijd tot 2 of 3 maanden opliep. Maar ook vanuit Frankrijk en Engeland ontvingen we bestellingen. We leverden toen zelfs al stenen in Japan. De export groeide in die jaren van 10 naar 30 procent en in 2014 zelfs naar 50 procent. Door de moderne machines uit onze toenmalige vestiging te Tienen over te brengen naar Lanaken, kreeg het moederbedrijf een boost. Zo konden we nog beter en sneller inspelen op klantenvragen.”

 

Maar ondanks de gestage groei, was het niet altijd rozengeur en maneschijn, nuanceert Guido Gevers: “Nelissen Steenfabrieken heeft ook moeilijke periodes moeten verteren. De oliecrisis van de jaren ’70 en de geopolitieke onzekerheden deden de economie slabakken. Daardoor kreeg ook de bouw een fikse klap. Want jonge koppels stelden de bouw van hun droomhuis uit. De latere bankencrisis deed ook geen goed aan het consumentenvertrouwen. Maar we hebben die moeilijke tijden goed doorstaan door het bedrijf als een goede huisvader te leiden.”

Gisela Gevers: “Levensles van bompapa altijd in ons achterhoofd gehouden”

Gisela Gevers ten slotte, heeft zich heel haar carrière gefocust op het papierwerk en de boekhouding: “Zelfs tijdens de crisissen, maar zeker op de momenten dat het ons voor de wind ging, hebben we gespaard. Zo konden we de voortdurende investeringen financieren zonder daarvoor ooit één frank of euro bij de bank te moeten lenen. Dat was volledig in lijn met wat ‘bompapa’ Alfons ons op het hart drukte: ‘Geen risico’s nemen en … hou u gebukt! Blijf nederig en hou beide voeten op de grond.’ Zo hebben we alle investeringen altijd met eigen middelen kunnen betalen.”

Die spaarzaamheid indachtig, moest Gisela Gevers in eerste instantie ook zelf geduld uitoefenen: “Eerst zaten we met ons drieën in een oude garage. In die tijd mocht ik maar drie dagen in de week komen werken. Pas later, toen het goed liep met de fabriek, kreeg ik een voltijdse baan. Samen met de groei van de productie werd het toenmalig kantoorgebouw uitgebreid. Dat resulteerde in 1990 in een nieuw en groter kantoor mét een ruime toonzaal.”

De vijfde generatie kijkt in de glazen bol

Wist je dat er nog in amper 4% van alle Belgische familiebedrijven telgen van de vierde generatie betrokken zijn? Nelissen Steenfabrieken behoort dus tot een klein kransje: want sinds 2014 stippelen de drie neven Carlos Jorissen, Burt Nelissen en Joeri Gevers er de koers uit.

De vijfde generatie stoomt zich intussen in stilte klaar. Elk familielid doet aanvankelijk ervaring op in de vorm van een stage of vakantiewerk, en is vanaf 18 jaar actief als lid van het familieforum. De youngsters zijn doordrongen van het bedrijfsverhaal. Hun gedeelde ambitie? Het familiebedrijf verder uitbouwen op basis van de waarden van Nelissen: co-creatie, innovatie en duurzaamheid.

 

Wat brengt de toekomst? Wij keken in de glazen bol met Karolien (21), Kristof (25), Jeroen (25) en Gert- Jan (28) Jorissen, de eerste jongeren uit de vijfde generatie die een rol spelen binnen het bedrijf.

“DE BOL.COM VAN DE BAKSTEENINDUSTRIE”

Er staan Nelissen grote uitdagingen te wachten, vindt industrieel ingenieur Kristof: “Het bedrijf moet blijven innoveren en inzetten op de duurzaamheid en vergroening van energie. Misschien kan Nelissen uitgroeien tot de bol.com van de baksteenindustrie? Stel je voor dat toekomstige bouwers vanuit hun luie zetel bakstenen kunnen bestellen, om zo hun droomhuis samen te stellen … 100 jaar lang toonde Nelissen lef en durf. We moeten ook in de toekomst blijven investeren in nieuwe technieken en producten.”

–   Kristof Jorissen

“RONDWANDELEN MET EEN VIRTUELE BRIL”

Gert-Jan (afgestudeerd in de richting International Business, met een specialisatie in Digital Business) filosofeert over een nieuwe functie in het bedrijf: “Waarom niet de dagelijkse leiding toevertrouwen aan een algemeen manager die
van buiten het bedrijf komt? One in command!” Op digitaal vlak heeft Nelissen Steenfabrieken de voorbije jaren al grote stappen vooruit gezet. Maar er kan nog een tandje worden bijgestoken: “Geef bouwers een VR-bril waarmee ze rond hun toekomstige woning kunnen wandelen. Zo zien ze dadelijk of de gekozen bakstenen passen in het geheel.”

–   Gert-Jan Jorissen

“HULP IN HET VOLLEDIGE BOUWPROCES”

Jeroen Jorissen, die net als Gert-Jan de studies International Business volgde, ziet in de toekomst nog een andere uitdaging: “Bakstenen produceren moet sowieso de core business van Nelissen blijven. Maar bij bouwen komt meer kijken dan de keuze en de vorm van gevelstenen. We moeten verder kijken dan de traditionele baksteen! Zo maken we het verschil. Daarnaast moeten we vooral behouden wat goed is. De creativiteit, het aantrekken van de juiste mensen, de persoonlijke en familiale omgang met de medewerkers en de inzet voor goede doelen: daar staat Nelissen voor.” 

–   Jeroen Jorissen

“IEDEREEN OP GELIJKE VOET”

De vijfde generatie vindt dat de tijd nog niet rijp is om in het familiebedrijf te stappen, zo stelt de ambitieuze Karolien Jorissen (die al stage liep bij Nelissen en in de richting marketing afgestudeerd is aan de universiteit van Maastricht): “Er worden geen jobs speciaal voor familieleden gemaakt. Familie wordt niet voorgetrokken. Als een vacature opengesteld wordt, solliciteert iedereen op gelijke voet. Voor het zover is, stippelen we ons eigen pad uit. Want onze familie heeft een duidelijke stelregel: doe eerst elders ervaring op. In tussentijd gaan we via het familieforum in gesprek met de vierde generatie. We stellen vragen, delen ideeën en laten onze stem horen. Op die manier blijven we op de hoogte van het reilen en zeilen binnen het bedrijf.”

–   Karolien Jorissen

Al 100 jaar één grote en warme familie

Hoe je een familiezaak overeind houdt en zelfs verder doet groeien? Joeri Gevers, sinds 2014 één van de drie zaakvoerders van de vierde generatie, spreekt over ‘het cement’ binnen de familie en bij de 180 medewerkers die vandaag aan de slag zijn bij Nelissen: “Alles hangt aan elkaar: van de administratie, via de productie, de verkoop en het prijzenbeleid tot het IT-gebeuren.”

De drie zaakvoerders van Nelissen hebben een sterke band met elkaar, ze runnen het bedrijf als één familie. En zoals het goede huisvaders betaamt, staan ze met beide voeten in de praktijk: “Voor ons geen ivoren toren, dankjewel. Het Nelissen-hoofdkantoor is letterlijk en figuurlijk een glazen huis: de deur staat altijd open voor onze medewerkers. Die vlakke structuur, zonder zogenaamde ‘bazen’, zorgt voor een sterk teamgevoel. Van iedereen – van de poetsvrouw en de managers tot de arbeiders en de zaakvoerders – staat er een foto met functiebeschrijving op het digitale scherm aan de muur van ons hoofdkantoor. Daarmee onderstrepen we dat elk radertje belangrijk is.”

Gezichten in plaats van nummers

Die verbondenheid tussen de directie en de medewerkers gaat nog veel verder dan het digitale scherm: “Voor de weekends naar Rome, Parijs en Londen nodigden we ook de partners van de medewerkers uit. Tijdens de trips heerst er altijd een ongedwongen sfeer. Ideaal om elkaar beter te leren kennen en nieuwe vriendschappen te smeden. Ook lang na terugkomst voel je de impact daarvan. Want hoewel we hiermee alleen onze waardering voor het team willen uitdrukken, bleken ook de productiecijfers te stijgen na elke uitstap.”

“ Een hart voor onze medewerkers, ze zijn geen nummer ”

Je goed voelen is zó belangrijk

Het welzijn van de Nelissen-medewerkers blijft voor Joeri Gevers een belangrijke doelstelling: “We investeren sterk in de optimale werksfeer. En dat loont. Want we hebben een te verwaarlozen personeelsverloop. De overgrote meerderheid doet zijn hele carrière uit bij Nelissen. Hoe dat komt? Onze medewerkers zijn geen nummers, maar mensen met een gezicht en een verhaal. Door haalbare targets te stellen, blijft de werkdruk binnen de perken. Kortom, we zijn geen koele multinational, maar kiezen voor het welzijn van het personeel en hun gezinnen. We beslissen met ons verstand, maar het hart is even belangrijk. Of zelfs nog belangrijker. Bij Nelissen draait het om zoveel meer dan de balansen en de winstdeelnames.”

Swam-stenen doen stationsbuurt in Lille bruisen

Een kwarteeuw geleden kreeg de Noord-Franse metropool Lille een eigen TGV-halte: Lille Europe. Rond dat legendarische station groeide organisch een nieuw zakendistrict. Euralille is goed voor 140.000 vierkante meter woon- en kantoorruimte, inclusief 120 shops. 25 jaar nadat de eerste TGV in Lille stopte, ging de ontwikkeling een volgende fase in, met de opening van het Swam-complex. Dat complex beschikt over een hotel met 112 kamers, 2 restaurants en 6.000 vierkante meter kantoor- en winkelruimte. Salomé Keller (architecte van De Alzua+ in Lille) gaf deze stadsvernieuwing in de stationsbuurt kleur met de stenen van Nelissen Steenfabrieken.

De naam ‘Swam’ is het resultaat van een schalks woordspelletje. Het verwijst namelijk naar wat je hoort als iemand ‘Souham’ uitspreekt – een voormalig militair bolwerk pal tegenover het winkelcentrum Euralille. Als nieuw stadsdeel is Swam onderdeel van het veel grotere ‘Euralille 3000’-project. Daarmee wil Lille zich als derde grootste zakencentrum van Frankrijk consolideren en tegelijk het Euralille-hart gezelliger maken.

Bewust gezocht naar extra beleving

Volgens Salomé Keller was er nood aan een make-over: “Euralille worstelde met een aantal lacunes. De belangrijkste? Er was geen enkele vorm van wonen, laat staan van uitgaansleven. Als nieuw stadskwartier zorgt Swam ook ‘s avonds en in het weekend voor beleving en gezelligheid. Dat maakt het veel aantrekkelijker om hier een stapje in de wereld te zetten.”

Smaakt naar meer

“Binnen Swam krijgt het ‘Mama Shelter’-hotel een prominente rol”, vertelt Keller. “Het gastronomische restaurant legt met haar innovatieve en ongebruikelijke concept bovendien een nieuwe maatstaf aan. Vanuit het twee verdiepingen tellende klasserestaurant op het dak krijg je een prachtig panorama over Lille en het Park Matisse, de grootste groene long van Euralille. Via een steil oplopende promenade rond de site loop je zo naar de winkels, kantoren en het andere restaurant.”

“ Swam bewijst dat je een stadskwartier kan heruitvinden met respect voor erfgoed ”

Specifiek shoppen in historische setting

“De bouwheer wilde van de shops echte nichewinkels maken: conceptstores in decoratie, design en wonen”, beklemtoont de architecte. “Dat spreekt tot de verbeelding, net zoals de historische plek waarop Swam is gebouwd: de resten van de oude stadswallen en van de versterkte vesting Saint-Maurice zijn respectvol verwerkt in het totaalconcept. Ze vormen een intrigerend contrast met de moderne architectuurparels van het ‘Mama Shelter’-hotel en het winkel-werk-complex.”

Oud en nieuw versterken elkaar

Voor Keller is Swam het bewijs dat je een stadskwartier kan heruitvinden met respect voor historisch erfgoed: “De grootste uitdaging? De kazerne combineren met moderne gebouwen van glas, staal en bakstenen. Maar dankzij moderne toepassingen gaven we de traditionele baksteen een moderne look. Nelissen ontwikkelde speciaal voor ons project een roodbruine steen. Die verwerkten we onder andere als ‘moucharabieh de briques’ in de parking-façade. Door die claustraachtige bouwtechniek ontstaan esthetische openingen in de muur, die ventilatie garanderen. De combinatie van die iconische gebouwen geeft Euralille – en meteen ook de rest van Lille – een nieuwe skyline.”

details

LOCATIE
LILLE

 

ARCHITECT
SALOME KELLER

Duurzaam provinciehuis symboliseert een Limburgs dorp op mensenmaat

Zou je over het Provinciehuis in Hasselt kunnen zweven, dan zie je meteen de symboliek in de vormgeving. Vanuit vogelperspectief lijkt het imposante gebouw wel een aaneenschakeling van kleinschalige huizen, inclusief binnenkoer. Een bewuste keuze van Michel Jaspers (86), al 62 jaar architect, zo blijkt: “Zo ligt de klemtoon meteen op ‘huis’. Tegelijk krijgt het gebouw daarmee het karakter en het uitzicht van een typisch Limburgs dorp.” En in dat concept spelen de bakstenen van Nelissen Steenfabrieken een belangrijke rol.

De Limburgse gastvrijheid is genoegzaam bekend. Limburgers gaan gemoedelijk en hartelijk met elkaar om. “Die omgang wilde ik vatten in het ontwerp”, vertelt Michel Jaspers. “Daarin draait alles rond de structuur en de ziel van een dorp. De centrale gang lijkt een brede, overdekte straat met aan weerskanten burelen. In het midden vind je een glazen serre met cafetaria. Kortom, het is net een dorp waar mensen naartoe komen om elkaar te ontmoeten. En dat maakt het voor de ambtenaren tot een warme, gezellige en huiselijke werkplek.”

Eigenheid en volksaard

Naast de typische dorpsvorm liet Jaspers zich inspireren door de Limburgse volksaard: “Omdat ik hier jarenlang heb gewoond en gewerkt, ken ik de Limburgers en hun gewoontes. Limburgers ontvangen de mensen met open armen. Ze zijn een gemoedelijk, gezellig en vriendelijk volk dat altijd klaarstaat voor een plezante babbel.”

 

De bakstenen van Nelissen vertalen die Limburgse identiteit en karaktertrekken. “Voor het Provinciehuis koos ik bewust voor bakstenen gemaakt van löss-leem – een typisch Limburgs product”, merkt Jaspers op. “In overleg met Nelissen bepaalden we de unieke kleur. Het mocht geen donker gebouw worden. Daarom gingen we voor een genuanceerde, okergele steen: de olympia. Die past mooi bij de blauwe steen uit het Luikse Vinalmont. De combinatie tussen dat okergeel en blauwgrijs vormt de grammatica die het Provinciehuis rust doet uitstralen.”

“ De combinatie van Limburgse baksteen en Luikse natuursteen geeft het Provinciehuis een warme en vertrouwde uitstraling ”

Duurzaam ontwerp

“Bakstenen zijn warme en energiezuinige materialen. Dankzij de extra muurisolatie is het Provinciehuis een duurzaam gebouw”, legt Jaspers uit. “De buitengevels en de binnenmuren bestaan uit grote partijen gemetselde baksteen. Maar dankzij de lichtstraten en de glaspartijen valt er natuurlijk licht binnen. Dat vergroot het welbehagen voor iedereen in het gebouw.”

Gebouwd voor de toekomst

Tijden veranderen. Daar hield Jaspers rekening mee in zijn ontwerp: “De ‘durabiliteit’ van mijn ontwerp is een ecologische meerwaarde. Want je kan het gebouw vrij eenvoudig een nieuwe bestemming geven. Stel bijvoorbeeld dat de provincie als bestuursniveau verdwijnt. Dan kan je de kantoren vrij makkelijk omturnen tot klaslokalen, studentenkoten of kamers voor bejaarden. Dat het ‘huis van Limburg’ nu al laagdrempelig en dus toegankelijk is, kan alleen maar helpen om iedereen te overtuigen binnen te stappen – nu en in de toekomst.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT

PEETERS & GIELEN DELHAIZE & JASPERS

Mediahuis is ‘hot news’ dankzij handgevormde gevelstenen

In 2019 maakten de iconische gebouwen van de Concentra-uitgeverij, -drukkerij plaats voor een nieuw vlaggenschip: het Mediahuis. Daarin is – naast de redactie van Het Belang van Limburg – nu ook plaats voor TVL, de regionale Limburgse televisiezender. Het gebouw krijgt extra cachet door het kleurenpalet van de handgevormde stenen die Nelissen speciaal voor dit project ontwikkelde. Geert De Clerck van eld architecten vertelt graag over de geboorte en de kracht van die steen.

“Waarom we voor Nelissen kozen? Omdat ze actief met ons wilden meedenken over een unieke steen”, vertelt Geert De Clerck. “Daarin hebben we de wensen van de bouwheer gecombineerd met onze ideeën over de structuur en de kleuren. Want de combinatie van al die parameters zat nog niet in het Nelissen-gamma.”

Nelissen 100 jaar

Proefmuurtjes bouwen

“Andere steenfabrieken stellen hun stenengamma voor en daar moet je het vaak mee doen”, geeft de projectarchitect aan. “Bij Nelissen heb je veel meer keuzevrijheid. We bouwden zelfs proefmuurtjes met verschillende stenen. Net zolang tot we de baksteenvorm en kleuren vonden die pasten bij onze smaak en ons gevoel. Je kan wel praten over het mixen van kleisoorten of het met de hand bezanden van stenen, maar op zo’n moment ervaar je de kennis echt aan den lijve.”

Niet extravagant

“Oorspronkelijk wilden we voor een felrode steen gaan”, herinnert De Clerck zich. “Maar die felle kleur viel niet in de smaak bij mevrouw Baert, de vroegere eigenares van Concentra. In overleg met haar werd het een grijze steen, met donkerbruine en paarse tinten. Die kleurencombinatie is ideaal om het Mediahuis een opvallend uiterlijk mee te geven, zonder dat de kleur een overdreven extravagante indruk nalaat. De steen verheft het gebouw boven het voorspelbare en het modale.”

Nelissen 100 jaar

“ De steen van het Mediahuis combineert de wensen van de bouwheer met de ideeën van de architect: zo ontstond een nieuwe kleurencombinatie”

Modern met historische roots

“Omdat het moderne gebouw in het rijke verleden is verankerd, heeft het een signaalfunctie naar de omgeving”, licht De Clerck toe. “De gelede architectuur overstijgt het alledaagse dankzij de verspringingen en verdraaiingen in de gevel. Door te spelen met de volumes voorkom je dat je het gevoel krijgt naar gestapelde dozen te kijken. De hedendaagse bouwstijl – met de traditionele materialen – knipoogt naar het oude gebouw door de horizontale betonbanden, het kleurenpalet en de lichte architectuur. Daarmee is het Mediahuis een speels en dynamisch huis.”

Het neusje van de zalm

Naast dynamisch is het mediahuis ook energievriendelijk, volgens De Clerck: “Het is niet volledig passief, maar een bijna energieneutraal gebouw. De schil rond het gebouw zorgt voor extra energiebesparing. In de winter houden dikke betonvloeren de warmte vast, terwijl ze in de zomer net voor welkome afkoeling zorgen. Op het dak liggen zonnepanelen én staan er – net zoals in de kelder – warmtepompen. De waardevolle eiken in de oorspronkelijke tuin hebben we zoveel mogelijk behouden. Van de gekapte exemplaren lieten we vergadertafels en zitelementen maken. Zo blijven de bomen toch nog aanwezig op de nieuwe site.”

details

LOCATIE
HASSELT

 

ARCHITECT

ELD

Vuurrode baksteen symboliseert zonsopgang op Koreaans vulkaaneiland

Jeju Island staat bij insiders bekend als het Hawaï van Zuid-Korea. UNESCO erkende dit vulkanisch eiland in de Gele Zee – dat wemelt van de kraters, watervallen en grotten – niet voor niks als werelderfgoed. Daarmee oefent het een enorme aantrekkingskracht uit op kunstenaars uit de hele wereld. Tussen de tientallen galerijen op het eiland springt er eentje uit de band: in Gallery Daisy verzamelt Jihoon Jang moderne kunst. Daarvoor liet hij een iconische piramide bouwen in rode baksteen van Nelissen Steenfabrieken.

De spaans rood-bakstenen geven de galerij een vurige uitstraling, die meteen je aandacht trekt. Maar ook de vorm valt op. Want Jihoon Jang etaleert zijn pronkstukken in een half afgewerkte piramide: “Omdat de top ontbreekt, lijkt de piramide afgeknot. Als je door de ijzeren toegangspoort binnenstapt, groeit het gevoel dat je in een heiligdom of schrijn binnenstapt. Dat de galerij geen enkel raam heeft, versterkt de ervaring.”

 

“Kunstenaars uit heel de wereld willen hun werk in Gallery Daisy tentoonstellen”, vertelt Jang. “Ik zie dit ook als een plek waar verschillende culturen en kunstgenres elkaar ontmoeten. Vanuit die gedachte ben ik aan de piramide begonnen.”

Natuurlijke look

“Baksteen is één van de meest natuurlijke materialen”, gaat Jang verder. “In het Nelissen-gamma vond ik de kleistenen met de exacte look die ik voor ogen had toen ik het concept bedacht. Hun handvormstenen zijn van een uitstekende kwaliteit en hebben een natuurlijke textuur.”

 

Korea produceert ook bakstenen, maar voor Jang voelen die minder exclusief en uitgesproken aan: “Bij Nelissen kies je uit een grote verscheidenheid aan kleuren. De spaans rood heeft de oranje- rode uitstraling die ik zocht. Voor mij symboliseert die de gloed bij zonsopgang op Jeju Island. De beige-grijze voegen doen de galerij oplichten in het landschap. Daarmee is het een stralende landmark waarin je cultuur kan proeven. En ik merk dat de rode baksteen andere eilandbewoners inspireert, want je ziet ze nu alsmaar vaker opduiken.

In het groen

“Het mythische en ietwat geheimzinnige gebouw heeft een sobere look”, merkt de kunstenaar op. “Juist die soberheid – zonder tierlantijntjes – laat de galerij aansluiting vinden bij de haar omringende natuur. Daardoor komt de kunst veel beter tot haar recht dan ergens midden in een drukke stad. Het piramide-gebouw is trouwens een kunstwerk op zich. De tienduizenden bakstenen vormen één aangesloten geheel, zonder afleiding door details. De schoonheid van de galerij als gebouw komt hierdoor beter tot uiting.”

“ Tienduizenden bakstenen vormen één aaneengesloten piramide ”

details

LOCATIE
JEJU ISLAND IN ZUID-KOREA

 

ARCHITECT
O ARCHITECTS

UV-bestendige stenen veroveren het zonnige Midden-Oosten

Elk jaar is Dubai – in de Verenigde Arabische Emiraten – vier dagen lang het mekka van de bouwsector. Zo’n 80.000 bouwprofessionals stromen uit alle hoeken van de wereld samen voor ‘The Big 5’, de grootste bouwbeurs in het Midden-Oosten. Tussen de meer dan 3.000 exposanten is Nelissen de enige Belgische baksteenfabrikant. Waarom vallen de bakstenen van Nelissen in de smaak? En hoe verlopen de contacten op het Arabische schiereiland? Jeroen Bartels, Exportmanager van Nelissen, klapt uit de biecht.

“‘The Big 5’ is een venster op de wereld”, zegt Jeroen Bartels. “Je ontmoet er mensen uit alle windstreken en culturen. Het ene moment leg je aan een Noor uit welk gamma van bakstenen we aanbieden, het andere moment ben je aan de praat met een importeur uit Koeweit.”

 

Dubai staat op veel domeinen gekend als een waardevolle hub, niet in het minst voor de bouw. “Het emiraat is vlot bereikbaar vanuit de rest van de wereld”, weet Jeroen. “Wij hebben bijvoorbeeld geen visum nodig om binnen te komen. Als uitvalsbasis naar andere landen in het Midden- en zelfs Verre Oosten is het een ideale plek om nieuwe importeurs te vinden. Bovendien hebben we Dubai nodig om die nichemarkt uit te breiden. Daarin zijn onze contacten met architecten en bouwpromotoren erg belangrijk”.

Baksteenmozaïeken

In het Midden-Oosten spelen bepaalde eigenschappen van de stenen een belangrijkere rol dan elders, vertelt Jeroen: “Met name de belasting van UV-stralen. Onze stenen verbleken niet door de zon, wat in die regio’s natuurlijk een groot voordeel is.”

 

Daarnaast springen Arabieren graag creatief om met bakstenen. “In deze regio gebruikt men bakstenen vaker om het interieur op te smukken. Steenstrippen zijn er bijvoorbeeld helemaal ingeburgerd. Ze zagen die in kleinere stukken om muurmozaïeken te leggen. Bakstenen voor buitengevels zijn dan weer minder populair. Om huizen een meer mediterrane uitstraling te geven, wordt er veelal gekozen voor bepleisterde gevels.”

Eigen manier van zaken doen

De zakenwereld in het Midden-Oosten kent zijn eigen regels en gewoontes, vertelt Jeroen: “Mensen nemen er veel meer tijd om een deal te sluiten en onderhandelen intens. Maar als je je deze gebruiken eigen maakt, is het prettig zaken doen. Politiek en geloof spelen geen rol bij het zakendoen. Maar je houdt er natuurlijk wel rekening mee. Met een importeur die als moslim zijn geloof strikt volgt, drink je samen een thee of koffie. En met iemand die minder praktiserend is, nip je al eens van een wijntje of drink je een frisse pint.”

“ In het Midden-Oosten springen ze erg creatief met bakstenen om ”

Wederzijds respect

Nelissen geniet in het Midden-Oosten groot respect. Het feit dat het familiebedrijf al 100 jaar bestaat, maakt indruk. Dat respect is wederzijds. Zo blijkt uit de manier waarop Nelissen de bakstenen transporteert naar de regio: “Als je 7.000 kilometer van huis bakstenen levert, gaat er extra zorg uit naar het transport. De stenen worden met zeecontainers op schepen naar het MiddenOosten gevaren. Na zes weken komen ze aan op hun bestemming. De transportkosten, goed voor 1.500 euro per vracht, nemen we voor onze rekening”.

“Warme kleuren passen bij de volksaard van de Walen”

Het zuiden van het land was jarenlang een witte vlek voor Nelissen. Tot Gaston Nelissen en zijn neef Guido Gevers – leden uit de derde generatie – het geweer van schouder veranderden. Ze vonden een geschikte partner met een breed netwerk en ervaring in de bouwsector: Select Home. Vanuit het Luxemburgse Marche-enFamenne bestreek oprichter Michel Seleck (76) heel Wallonië: speciaal voor dit jubileumboek verklapt hij graag zijn prospectietactiek.

De eerste klant die Michel aan de haak sloeg voor Nelissen, was een buitenbeentje. “Hij was geen handelaar in bouwmaterialen, maar een ‘marchand’ in kolen die ook bakstenen verkocht”, herinnert Michel Seleck zich. Daarna deinde het afzetgebied als een olievlek uit. “Ik ging bijna dagelijks de boer op in Wallonië en kwam over de vloer bij zoveel mogelijk bouwhandelaars.”

Nelissen 100 jaar

Le franc parlé

Het afschuimen van de Waalse markt loont. In debuutjaar 1986 boekt Michel meteen een zakencijfer van 18.500 euro. Nadien neemt de omzet een hoge vlucht: van een omzet van 1,2 miljoen euro in 1994 en 5 miljoen euro in 2007 tot 20 miljoen euro vandaag, goed voor zo’n 25 miljoen bakstenen. “Ik was kind aan huis bij bouwhandelaars”, onthult Michel Seleck. “Het zijn vrienden geworden. Zo bleef ik de concurrentie een stap voor. Walen houden van gesprekken onder vier ogen. Zo kon ik 80 procent van de visites met succes afsluiten.” Jaarlijks legde hij op z’n ronde door Wallonië een slordige 80.000 kilometer af. “In de koffer van mijn wagen lagen steevast paneeltjes met bakstenen. Dat was mijn ‘marchandise’. En daarna begon ik ‘le franc parlé’: een gesprek over koetjes en kalfjes maar ook over privézaken. Pas tegen het einde van de babbel ging het over bakstenen. Ik had ‘la tenacité de vendre’ zoals ze hier zeggen. Volharden in het onderhandelen”.

Van Batimoi naar eigen showroom

Select Home was ook prominent aanwezig op Waalse bouwbeurzen, zoals Habitat en Batimoi. “Goed 20 jaar had ik op Batimoi een stand. Na afloop van elke beurs namen de bestellingen toe. Enkele jaren geleden gooiden we het over een andere boeg: we investeerden in een eigen pand en richtten op het gelijkvloers een moderne showroom in”, aldus Seleck senior.

Nelissen 100 jaar

“ Walen houden van gesprekken onder vier ogen ”

Walen zijn ‘chaleureux’

De politiek en de bouwsector waren nauw verweven in Wallonië. Michels zoon Hervé Seleck – die jarenlang samenwerkte met z’n vader en vanaf 2000 vertegenwoordiger is voor Nelissen in Wallonië en het groot-hertogdom Luxemburg – beaamt wat z’n vader zegt. “De provinciebesturen en de minister van stedenbouw schrijven de kleur van bakstenen voor”, weet Seleck junior. “Zo kiezen onder andere Namen en Luik voor rode bakstenen, terwijl Henegouwen andere kleuren verkiest”, glimlacht hij. 

 

De laatste jaren neemt de politieke invloed stilaan af. “Nu zijn het gemeentebesturen die de kleur voorschrijven. Ze stellen zich hierin vrijer op”, stelt de jonge Seleck. Vandaag verandert ook het commerciële contact. “Ik ga nu langs bij gemeentelijke stedenbouwkundige experts, bouwpromotoren en architecten. Ze kiezen mee de kleur en het formaat van de stenen. Jonge architecten prefereren nieuwe kleuren en vormen van bakstenen. Wat overeind blijft in Wallonië, zijn echter de warme kleuren. Ze passen bij de volksaard van de Walen, die ‘chaleureux’ zijn”.